Werkwijze opgravingen

Eerst is de bovengrond verwijderd. Net als eventuele verhardingen, zoals stenen en asfalt. Op het Haskeplein werd de verharding toch al vervangen in verband met de herinrichting van het plein. Onder deze verharding werd een pakket cunetzand door een graafmachine weggegraven. In deze laag verwachtten we geen archeologische resten te vinden. Onder deze laag zand zit de oorspronkelijke bovengrond. Vaak is deze donkerbruin of zwart van kleur. Deze ‘stadslaag’ is in de loop van eeuwen ontstaan door onder meer huisvuil. Maar de plantaardige en dierlijke resten zijn voor het grootste deel vergaan. Wel worden er in een ‘stadslaag’ nog scherven, spijkers en af en toe een muntje gevonden.

Het verwijderen van de skeletten

Door vooronderzoek wisten we dat onder het Haskeplein de graven heel ondiep in de ‘stadslaag’ lagen. De graafmachine heeft heel voorzichtig en precies de bodem laagsgewijs afgegraven, totdat de eerste skeletten zichtbaar werden. Vervolgens werd er met de schep verder gegraven om ze vrij te leggen. Rondom de botten werd een troffel gebruikt. Met een vegertje/kwast en een beetje water werden de skeletten zo goed als mogelijk schoongemaakt.

Vastlegging skeletten en andere vondsten

Er zijn foto’s en tekeningen gemaakt voordat de skeletten werden verwijderd. De precieze locatie werd met een GPS ingemeten en de omstandigheden van het graf werden beschreven. Daarna werd het skelet er in delen uitgehaald en verpakt. Linker- en rechterarm apart; linker- en rechterbeen apart. Alle onderdelen kregen een uniek nummer. Ook andere vondsten werden ingemeten op de veldtekening en kregen een uniek nummer. De bodemopbouw en fysische kenmerken van de bodem, waarin de opgraving plaatsvonden, zijn ook beschreven.

Onderzoek door fysisch antropoloog

De skeletten en de vondsten zijn na afloop van de opgraving gewassen en onderzocht door een specialist. De skeletten zijn onderzocht door een fysisch antropoloog. Een fysisch antropoloog kan aan de botten zien wat het geslacht is, de leeftijd en soms ook wat voor ziektes deze persoon heeft gehad. Over deze resultaten en alle andere gegevens die zijn verzameld tijdens het veldwerk, wordt een rapport geschreven. Hierin worden vooraf gestelde onderzoeksvragen beantwoord. Ook wordt een plattegrond opgenomen van de opgraving.