Gevarieerd en kleurrijk groen
In de omgeving binnen de bebouwde kom met een kleurrijk en gevarieerd groen gedijen niet
alleen bestuivende insecten beter, maar ook andere fauna zoals vogels en zoogdieren. Zo kunnen
veel vogelsoorten zoals koolmeesjes, vinken en uilen, maar ook bijvoorbeeld egels en vleermuizen
een prima plek krijgen in onze tuinen en plantsoenen.
Daarvoor is het wel zinvol dat we extra aandacht schenken aan het creëren van voldoende voedselen
schuilgelegenheid. We denken hierbij aan het aanplanten van vogelbosjes met besdragende
struiken, dichte hagen voor nestgelegenheid en bomen om te schuilen.
Soortkeuze
Er is een enorm aanbod aan sortiment beplanting. Er zijn duizenden verschillende soorten en
cultivars. Elke soort stelt specifieke eisen en kent zijn specifieke toepassingen. Het is belangrijk
om voor elke toepassing de juiste planten te kiezen: “De juiste plant op de juiste plaats”. Voor
toepassing in het openbaar groen zijn vooral planten die beter bestand zijn tegen extreme situaties;
sterke, gezonde, goed winterharde planten die weinig onderhoud vragen.
Cultivars bewijzen prima diensten
Niet alleen inheemse soorten doen iets voor de biodiversiteit. De meeste planten komen
van oorsprong uit andere delen van de wereld. Ze zorgen voor veel kleur en variatie in onze
gecultiveerde woonomgeving. Ze zijn er vaak beter op aangepast. Immers het stadsklimaat is
vanwege alle bebouwing, afwatering en luchtvervuiling behoorlijk afwijkend van het “gewone”
klimaat daarbuiten. Het is bijvoorbeeld meetbaar warmer en droger in de stad.
Ook onze inheemse fauna maakt dankbaar gebruik van het voedsel dat cultivars bieden. Denk
bijvoorbeeld aan het Noord Amerikaanse Krentenboompje (Amelanchier lamarckii) wat doorgaans
wordt leeggegeten door onze vogels.
tekstbron: www.wur.nl