Raadsvragen

Vraag raadslid:
Op 6 februari jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.
De vragen aan het college:

  1. Wat is de status van de uitbreiding plannen van industrieterrein Lemsterhoek? Dit naar aanleiding van de brief van 11 november 2022 van Dhr. Jellesma.

    Antwoord
    Wij zijn in gesprek met de ontwikkelaar. De ontwikkelaar heeft recent 13 ha grond aangekocht aansluitend aan het bedrijventerrein Lemsterhoek in Lemmer.
  1. Wat zijn de argumenten van het college om tot heden nog niet medewerking te verlenen aan deze uitbreidingplannen, ondanks de planologische mogelijkheden die de locatie heeft + de behoefte van lokale ondernemers die graag willen uitbreiden?

    Antwoord

De wens van de ontwikkelaar en een aantal bedrijven in Lemmer om het bedrijventerrein Lemsterhoek te gaan uitbreiden, past op dit moment niet binnen de vorig jaar vastgestelde nieuwe regionale afspraken over de uitbreiding van bedrijventerreinen in de regio Zuidwest Friesland (SWF). Er is weliswaar planologische ruimte voor de gewenste uitbreiding (binnenplanse wijziging), maar de uitbreiding van Lemsterhoek moet ook passen binnen de gemaakte afspraken met Súdwest Fryslân en de Provinsje Fryslân. Om mee te kunnen werken vraagt dit een andere afweging waar het gaat om de eerder gemaakte keuzes voor nieuwe bedrijventerreinen. Ook vraagt het afstemming/overeenstemming met SWF en Provinsje.

  1. Is het college bereid om zich in te zetten voor de uitbreiding van Lemsterhoek en daarmee de ontwikkeling van het terrein na een periode van circa 45 jaar afteronden.

    Antwoord
    Wij hebben met de ontwikkelaar afgesproken om in Q1 2023 tot een besluit te komen. Op dit moment worden de benodigde ingrediënten nader in kaart gebracht. Wij willen eerst als college zelf een afweging maken of er ruimte gevonden kan worden voor de gewenste uitbreiding. Vervolgens gaan we in gesprek met de regio.

Vraag raadslid:
Op 9 februari jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.
Gezien het feit dat de vragen in Petear niet zijn beantwoord, de vragen iets verder uitgewerkt als schriftelijke vragen.
We zien de beantwoording graag voor de raad tegemoet.

  1. Kan de college zich vinden in de volledige strekking en inhoud van het stuk?

    Antwoord

Het college kan zich vinden in de volledige strekking en inhoud van de regiovisie.

  1. Zijn er zaken die het college van plan is niet over te nemen of minder verstrekkend in te vullen, zo ja welke en hoe?

    Antwoord

Het college heeft geen voornemen om delen van het plan niet over te nemen of minder verstrekkend in te vullen. We onderschrijven de inhoud van de visie, zoals die nu ter vaststelling voorligt.

  1. Zijn er zaken die het college van plan is verstrekkender in te vullen? Zo ja welke en hoe?

    Antwoord

De regiovisie vormt de basis om de verschillende ontwerpen die genoemd zijn, regionaal en met alle betrokken in te vullen. Daar waar we als college accenten zouden willen leggen bestaat de mogelijkheid om dit in te brengen tijdens het proces van de op te stellen jaarplannen. We hebben hiervoor nog geen concrete onderwerpen.

  1. Zijn er zaken die het college mist en dus van plan is toe te voegen aan de gemeentelijke invulling? En op welke wijze?

    Antwoord
    Er zijn geen zaken die we missen. De regiovisie biedt verschillende aanknopingspunten om zowel provinciaal als lokaal met de verschillende partijen in gesprek te gaan en te kijken waar de gezamenlijke belangen elkaar ontmoeten en we waarover we met elkaar over in gesprek kunnen gaan.

Vraag raadslid:
Op 6 februari jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.
Vanavond is voor de fractievergadering ingesproken door de initiatiefnemers van het plan Poeisz en Aldi in Lemmer. Daar hebben wij de volgende vragen over.
Klopt het dat;

  1. In mei 2022 een principe verzoek is ingediend?
    Antwoord
    Het klopt dat er op 24 mei 2022 een verzoek tot vooroverleg (principeverzoek) is binnengekomen.
  1. Tot op de dag van vandaag hierop geen reactie vanuit het college is gekomen?
    Antwoord
    Het klopt dat er (nog) geen officiële reactie vanuit het college is gekomen.

Daarnaast

  1. Als er nog geen reactie is gegeven wat is hier de reden voor?
    Antwoord
    Wij hebben nog geen reactie gegeven, omdat we hebben onderzocht of het verzoek, hoewel strijdig met vastgesteld beleid, toch nog mogelijk zou zijn. De initiatiefnemers zijn hiervan op de hoogte gebracht.
    Het vigerende, door de gemeenteraad vastgestelde, beleid is behoud van de huidige supermarktstructuur. Meerdere, door de raad vastgestelde, rapporten liggen hieraan ten grondslag. Alle initiatieven zijn tot op heden aan dit beleid getoetst waarbij steeds negatief is besloten. Het onderhavige verzoek zou bij toetsing aan het huidige beleid eenzelfde lot ondergaan.
    Het verzoek is vrijwel identiek aan het verzoek van medio 2020. Toen ook was de wens van de Aldi om te verplaatsen naar de Zeedijk-Sluisweg, naast de Poiesz. Het college heeft ook toen geen medewerking verleend aan het plan. Al sinds 2015 staat verplaatsing van een supermarkt op de agenda van de supermarktondernemers en beleggers. Dit begon met een aanvraag van de Aldi om te verplaatsen naar de Polle en enkele jaren later eenzelfde soort verzoek van de Lidl naar de Polle, maar ook diverse andere plekken in Lemmer zijn de revue gepasseerd. Zie door de gemeenteraad vastgestelde beleidsstukken, waaronder ‘Centrumvisie Lemmer’ vastgesteld in 2012 en ‘Verkenning uitbreiding en verplaatsing supermarkten Lemmer’ vastgesteld juni 2016. Ook vorig jaar is dit nogmaals bekrachtigd bij het door de raad vastgestelde bestemmingsplan Buitengaats.
  2. Wat zijn de termijnen die het college heeft om te reageren op een principe verzoek?
    Antwoord
    In principe geven we binnen 8 weken een antwoord op dit soort verzoeken. Er zit geen fatale termijn aan. In juli 2022 hebben we de initiatiefnemer medegedeeld dat we een verder onderzoek zouden doen. Als we de termijn van 8 weken zouden aanhouden, dan zouden de initiatiefnemers op voorhand een negatief advies krijgen. Er is dus voor gekozen een langere termijn te hanteren.
  3. De initiatiefnemer gaf aan dat de wethouder niet met de initiatiefnemer in gesprek wou. Wat is de argumentatie hiervoor om zo’n gesprek te weigeren?
    Antwoord
    We zijn van mening dat het beleid alleen dan kan worden gewijzigd wanneer er een behoorlijke kwaliteitsslag wordt bereikt. Het enkel verplaatsen van de Aldi naar de Poiesz en daarmee vergroten van de Jumbo, levert geen gewenste kwaliteitsslag. Zo lang er geen gerede argumenten zijn om voorstellen te doen om het staande beleid (dat is vastgesteld door de Raad) te wijzigen en de raad nog niet op de hoogte is gebracht van het onderzoek, ziet het college geen meerwaarde om het gesprek aan te gaan. Immers; de ingediende aanvraag is strijdig met het huidige door de raad vastgestelde beleid. Dit is zoals gezegd, per e-mail medegedeeld aan de initiatiefnemers.

    Het college bereidt een raadsmemo voor om de gemeenteraad op de hoogte te brengen van de inspanningen van de afgelopen tijd.

Vraag raadslid:
Op 3 februari 2023 ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen:

Op 25 november heeft het COA het verzoek gedaan om reguliere asielopvang in onze gemeente voort te zetten. Dit vanwege de aanhoudende hogere instroom en het hoge aantal vergunninghouders in de opvang.

U heeft aangegeven daar nog extra informatie van het COA over te wensen voordat u dit verzoek in behandeling kunt nemen en de raad kan worden geïnformeerd over de vervolgstappen.

Onze fracties maken zich hier zorgen over. Wat ons betreft is tijdige besluitvorming hierover cruciaal, bijvoorbeeld voor het goed kunnen organiseren van het onderwijs voor nieuwkomers. Op dit moment wordt dat verzorgd door De Cocon in Balk. Hun huidige veronderstelling is dat deze school gaat sluiten met ingang van de zomervakantie 2023, omdat er vanaf 1 oktober (?) geen asielopvang in Balk meer zal plaatsvinden. Als we deze veronderstelling niet kunnen wegnemen betekent dit dat het personeel op korte termijn op zoek gaat naar een andere werkomgeving. Hun expertise zal daarmee verdwijnen, en in de huidige arbeidsmarkt voor het onderwijs zal deze lastig te vervangen zijn. Zonde, wat ons betreft.

Zonder nog een standpunt in te willen nemen willen we graag meer informatie over het proces. We hebben hierover de volgende vragen:

  1. Bent u het met ons eens dat het noodzakelijk is om tijdig te besluiten over het al dan niet voortzetten van asielopvang in de locatie Balk, zodat alle betrokkenen weten waar ze aan toe zijn en zich daarop kunnen voorbereiden?
  2. Bent u het met ons eens dat dit niet later zou moeten dan 1 april, maar bij voorkeur eerder?
  3. Kunt u ons toezeggen alles in het werk te zetten om zo snel mogelijk de benodigde informatie te verzamelen om dit besluit te kunnen nemen?
  4. Kunt u ons toezeggen niet alleen het COA, maar ook Cocon actief te informeren over de stappen die er worden gezet?

    Antwoord namens college:
    1. Ja, dat zijn wij met u eens. Om die reden heeft de gemeenteraad in zijn vergadering van 27 oktober 2021 besloten om het COA toestemming te geven de locatie in Balk in te zetten als noodopvang voor de opvang van vluchtelingen voor de gebruiksperiode van twee jaar, ingaande vanaf 1 oktober 2021. Het college voert het raadsbesluit uit en het COA zal dus per 1 oktober 2023 het AZC in Balk sluiten en fysiek ontmantelen. Alle betrokkenen zijn hiervan op de hoogte. De komende weken zullen wij conform onze ambtelijke voorbereiding daartoe alle betrokken partijen aan dit besluit herinneren.
    2. Zie reactie onder 1.
    3. Het college houdt zich aan het door de raad genomen besluit en er wordt geen voorstel aan de raad gedaan over voortzetting van het huidige AZC in Balk.
    Het COA heeft ons verzocht om te kijken naar een mogelijkheid voor een nieuwe duurzame opvang in onze gemeente, hierover is de raad middels een raadsmemo geïnformeerd. Op korte termijn informeren wij de raad nader over dit verzoek en leggen de gemeenteraad daarvoor keuzes voor. In dit verband is het goed om op te merken dat, indien de gemeenteraad instemt met de vestiging van een duurzaam AZC, een dergelijke procedure geruime tijd in beslag kan nemen alvorens het COA op deze wijze asielzoekers kan opvangen binnen onze gemeente.
    4. Met het COA zijn wij in gesprek over de nieuwe aanvraag. Cocon is destijds geïnformeerd over het besluit van de gemeenteraad uit 2021 en de consequenties voor de school. Wij zullen Cocon, zoals opgenomen bij 1. hierover nog eens actief benaderen

Vraag raadslid:
Op 10 januari jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.
Naar aanleiding van perspublicatie in de Leeuwarder Courant d.d. 28 december jl. en de brief van initiatiefgroep woonhof Lemmer, d.d. 8 september jl., gericht aan college en fracties, heeft het CDA de volgende vragen.

  1. Klopt het dat er al sinds 2017 oriënterende gesprekken vanuit het college met de initiatiefgroep zijn?

    Antwoord college:
    Vanaf 2017 heeft de initiatiefgroep zich georiënteerd op mogelijke realisatie van een woonhof in Lemmer. Een eerste officieel oriënterend gesprek met het college over realisatie van een woonhof, heeft plaatsgevonden op 27 februari 2020. Het toenmalige college werd vertegenwoordigd door wethouder Boerland.
  2. Is aangegeven vanuit het college dat de mogelijkheden om te komen tot een woonhofgroep in Lemmer mogelijk is? Zo ja wat waren dan de voorwaarden?

    Antwoord college:
    Er is tijdens het gesprek van 27 februari 2020 aangegeven dat het mogelijk is om te komen tot een woonhof. Toen is ook gewezen op gelijke kansen voor iedereen en dat een dergelijk project moet passen binnen de gemeentelijke woningbouwprogrammering. Er zijn een aantal woningbouwlocaties onder de aandacht gebracht, waar mogelijk kansen lagen. Voor wat betreft locaties waarvan de grond in eigendom is van de gemeente is aangegeven dat wij doorgaans grond kunnen uitgeven op drie verschillende wijzen; door middel van verloting (1) of projectmatige uitgifte aan een projectontwikkelaar (2). Als derde werd uitgifte aan groepen genoemd, waarbij uiteraard ook het principe geldt van gelijke kansen voor iedereen. Deze laatste mogelijkheid kan gerealiseerd worden door middel van uitgifte in een CPO (collectief particulier opdrachtgeverschap). Deze situatie zou dan van toepassing zijn op de woonhofgroep, mogelijk in Tramdijk Oost fase III.
    Opgemerkt moet worden dat ruimte voor een CPO in het bestemmingsplan wordt opgenomen, dat inschrijving op deze ruimte voor iedereen mogelijk is en dat bij meerdere inschrijvingen toekenning per verloting plaatsvindt.

    3.Bent u aanwezig geweest bij een informatiebijeenkomst over gemeenschappelijk wonen in Lemmer? Hebt u daar ook informatie naar voren gebracht en zo ja welke?

    Antwoord college:
    Wij zijn hier niet bij aanwezig geweest

    4. Hebt u als voorwaarde gesteld dat bij evt. realisatie van een dergelijke woonhof er een juridische entiteit door de woonhofgroep diende te worden opgericht?

    Antwoord college:
    Dit is door ons niet als harde voorwaarde gesteld.
    Dit initiatief is opgenomen is “kwestie” bij het vaststellen van de notitie Samenspel en het daarbij behorende plan van aanpak (wikselwurk). Tevens is bij het vaststellen van dit beleid besloten dat de raad regelmatig op de hoogte zal worden gehouden. Blijkens berichtgeving in de LC ziet de woonhofgroep Lemmer op dit moment geen kans om hun plannen te ontwikkelen.

    5. Waarom is de raad hiervan niet op de hoogte gesteld, dit ook al mede gelet de raadsuitspraak dat de raad op de hoogte zou worden gehouden.

    Antwoord college:
    Op 21 april 2021 heeft de raad besloten over het project Tramdijk-Oost fase III. Hierbij was een memo gevoegd over de stand van zaken met betrekking tot Woonhof Lemmer. In dit memo is duidelijk aangeven waarom het project van de woonhof niet exclusief in Tramdijk Oost fase III gerealiseerd kon worden. Er zijn meerdere gesprekken gevoerd met de initiatiefgroep, maar dit heeft niet tot een concreet resultaat geleid.

    6. Bent u het ons van mening dat door een dergelijke, positieve grondhouding, er verwachtingen zijn gewekt jegens de woonhofgroep?

    Antwoord college:
    Wij kunnen ons voorstellen dat er mogelijk verwachtingen zijn gewekt. Vooral vanwege het feit dat in vervolggesprekken na 27 februari 2020, niet steeds expliciet is ingegaan op de randvoorwaarden om te komen tot succesvolle realisatie van een woonhof in Lemmer. Achteraf kunnen we stellen dat de procedure van uitgifte van gemeentegronden (mogelijkheden en onmogelijkheden) kennelijk niet altijd duidelijk bij Woonhof is overgekomen. Duidelijkheid hierover heeft het huidige college tijdens de laatste gesprekken opnieuw gegeven en eveneens is de positieve grondhouding herbevestigd binnen het kader van de (wettelijke) mogelijkheden.

    7. Kunt u aangeven op welk moment (datum) u in de besprekingen met de woonhofgroep duidelijk kenbaar hebt gemaakt dat het verkopen van grond in eigendom van de gemeente aan een groep niet mogelijk is?

    Antwoord college:
    Eind 2020 is schriftelijk duidelijk gemaakt dat is besloten dat er geen woonhof gevestigd kan worden in het project Tramdijk Oost fase III. Op 25 februari 2021 is dit tijdens een digitale bijeenkomst mondeling toegelicht door een vertegenwoordiging van het college. Er is aangegeven dat is gekozen voor projectmatige uitgifte aan een projectontwikkelaar en uitgifte van kavels aan particulieren. Hiernaast is ruimte beschikbaar voor Dynhûs om sociale woningen te realiseren. Na dit overleg is er nogmaals gekeken of er mogelijkheden waren in het project Tramdijk Oost fase III, maar de uiteindelijke conclusie was negatief. Op 30 mei 2022 is dit ambtelijk besproken met groep. We moeten constateren dat er op dit moment nog weinig mogelijkheden zijn in onze gemeente om te komen tot CPO-projecten op eigen grond. Dit is een aandachtspunt voor de toekomst (zie verder het antwoord op vraag 2)

    8. Indien er verwachtingen zijn gewekt hoe beoordeelt u dan, achteraf, uw houding en gedrag jegens de initiatiefgroep?

    Antwoord college:
    Het idee om te komen tot een woonhof in Lemmer zien wij nog steeds als een sympathiek idee. Wij hebben hier altijd een positieve grondhouding in aangenomen en doen dat nog steeds. Wij zijn wel van mening dat tijdens de start van dit traject de randvoorwaarden duidelijker en explicieter gesteld hadden kunnen worden.

Vraag raadslid:
Op 16 januari 2023 ontvingen wij via de griffie de volgende vragen:
In verband met eerder aan u gestelde vragen en de beantwoording ervan over dagopvang in daarvoor bedoelde zorginstellingen bleek dat de kosten voor maaltijden in de prijs verrekend zijn, er dus niet sprake is van verplichte eigen bijdragen daarvoor. In de beantwoording bleek dat er bijdragen op basis van vrijwilligheid toegestaan zijn van €3.50 tot €4.- per dag. Uit berichten die mij hebben bereikt blijkt dat er door zorginstellingen soms meer dan het dubbele van de deze bedragen wordt gevraagd.

Dat brengt mij tot de volgende vragen:
(1). Bent u hier ook van op de hoogte?
(2). Bent u met mij van mening dat er gezien de hoogte van deze aparte eigen bijdragen voor maaltijden geen sprake is van vrijwilligheid maar van verplichte eigen bijdragen?
(3). Bent u ook met mij van mening dat het moeten betalen van eigen bijdragen voor maaltijden bij dagopvang van kwetsbare – dikwijls dementerende – mensen een financiële rem opwerpt voor het al vaak zeer moeilijk hebbende mantelzorgers?
(4). Omdat ook inwoners van onze gemeente hiermee te maken hebben of krijgen, bent u dan bereid een en ander te onderzoeken en zo nodig zorginstellingen voor dagopvang erop aan te spreken?

Antwoord namens college:
Op 14 september 2022, hebt u vragen gesteld over de maaltijden bij dagopvang. In onze antwoorden daarop hebben wij onderscheid gemaakt in kortdurend verblijf en dagbesteding. Bij kortdurend verblijf, waaronder respijtzorg, hebben wij aangegeven dat het niet is toegestaan om een extra bijdrage te vragen voor maaltijden en overige voedingskosten. Bij dagbesteding, zoals zorgboerderijen, is het toegestaan om de maaltijden tegen een redelijk bedrag bij de deelnemende inwoners in rekening te brengen.

U vraagt nu naar vergoeding van maaltijden, specifiek bij dagbesteding. Hieronder onze antwoorden.
(1) Ja, wij zijn hiervan op de hoogte. Op dit moment is bij ons bekend dat één aanbieder voor dagbesteding een tarief hanteert van € 8,05 per maaltijd. Daarnaast is bekend dat enkele andere aanbieders voor dagbesteding een bedrag van € 5,00 tot € 6,00 per maaltijd bij de deelnemende inwoners in rekening brengen. Ook zijn er aanbieders die geen bijdrage voor maaltijden vragen.

(2) Nee, deze mening delen wij niet. Een aanbieder kan een redelijke bijdrage voor een maaltijd vragen, maar kan niet verplichten dat cliënten hier gebruik van maken. Een deel van de gecontracteerde aanbieders vraagt een bijdrage. Ons zijn geen situaties bekend dat dit ertoe heeft geleid dat een inwoner vanwege de bijdrage afziet van dagbesteding.

(3) Als het om een redelijke vergoeding gaat, delen wij deze mening niet. Doorgaans zijn de kosten voor een maaltijd niet duurder dan de maaltijd thuis. In hoeverre een bijdrage redelijk is wordt bepaald door de Nibud-normen, het Voedingscentrum en andere maaltijdservices. In onze eerdere beantwoording op uw vragen van 14 september 2022 noemden wij een bedrag van rond € 4,00 per maaltijd, door de stijgende kosten kan dit bedrag worden bijgesteld. Als het gaat om een te hoge bijdrage, delen wij uw mening dat dit zou kunnen leiden tot ongewenste effecten zoals het afzien van zorg.

(4) We nemen de signalen over aanbieders die een te hoge bijdrage vragen ter harte. Als een aanbieder een bijdrage vraagt die sterk afwijkt van de gemiddelde redelijke kosten dan zullen we de aanbieder hierop aanspreken en erop toezien dat de bijdrage wordt verlaagd tot een redelijk bedrag. Dit geldt in iedere geval voor de aanbieder die € 8,05 per maaltijd in rekening brengt. Op korte termijn maken we hernieuwde afspraken met aanbieders en de adviesraad sociaal domein over de toegestane bijdrage voor maaltijden.

Vraag raadslid:
Op 13 december 2022 ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.

  1. Is het u bekend dat de afvalcoach ongevraagd bij onze inwoners in de afvalbak kijkt?

    Antwoord namens college
    Wat een afvalcoach doet en hoe een afvalcoach kan helpen bij het afvalscheiden hebben we breed kenbaar gemaakt. Onder andere via onze website, sociale media kanalen, in ons gemeentelijk katern Tusken de Marren en de AfvalApp. Een afvalcoach is vooral in de wijk te vinden en heeft contact met de inwoners. Ze kijken wat er juist wel en niet goed gaat bij het afval scheiden in de containers en bieden een helpende hand aan inwoners om hun afval (nog) beter te scheiden. Met het oog op die werkzaamheden kijkt de afvalcoach ook (ongevraagd) in de op de openbare weg geplaatste container.

  2. Is het u ook bekend dat deze ook met de handen in de afvalbak gaat en zelfs spullen er uit haalt?

    Antwoord namens college
    De afvalcoach verricht vooral visuele inspecties in de afvalcontainers. Om een goede indruk te krijgen – van wat wel en niet goed gaat bij het afvalscheiden in de containers – worden er soms ook spullen uit de container gehaald.

  3. Kunt u zich voorstellen dat dit als zeer privacy gevoelig wordt ervaren?

    Antwoord namens college
    We zijn ons ervan bewust dat een inspectie van een afvalcontainer ook informatie kan geven over onze inwoners en dat zij dit als een inbreuk op hun privacy kunnen ervaren. Het is daarom belangrijk om onze inwoners goed te informeren en waarom wij deze controles verrichten en welke informatie we vastleggen.

  4. Wordt de afvalcoach na haar bevindingen en het rapport straks vervangen door een soort BOA die net als in de corona tijd bij te dicht bij elkaar zitten, de inwoners beboeten als ze iets verkeerd in de afvalbak gooien?

    Antwoord namens college
    De afvalcoaches hebben geen taak die vergelijkbaar is met een BOA. Onze afvalcoaches helpen met allerlei tips over afvalscheiden, het verminderen van restafval én vragen over wat er naar de milieustraat kan.

  5. Kunt u indien de bovenstaande vraag niet het geval is, ons toezeggen dat dit in de toekomst niet zal gaan gebeuren?

    Antwoord namens college
    De afvalcoaches krijgen ook in de toekomst geen BOA-taak en delen geen boetes uit.

  6. Hoe ziet u er op toe dat door deze coach er niet afval illegaal wordt gedumpt om te voorkomen dat de coach het ziet?

    Antwoord namens college
    We verwachten geen toename van illegale dumping vanwege de inzet van afvalcoaches.

  7. Welke (milieu)winst denkt u er mee te gaan behalen dat mensen op hun afval gaan letten?

    Antwoord namens college
    Doel van de inzet van afvalcoaches is: minder grondstoffen in de grijze container, meer grondstoffen naar de milieuterreinen en een betere afvalscheiding op onze milieuterreinen. De afvalcoaches zijn actief op milieuterreinen, op straat en bij bijeenkomsten en evenementen. We willen het onze inwoners zo gemakkelijk mogelijk maken met een persoonlijk contact en dat ze worden geholpen bij het sorteren van grondstoffen.

  8. Wat vindt u van de mening dat een gemeente moet faciliteren in plaats van controleren en beboeten?

    Antwoord namens college
    Wij delen de mening dat een gemeente moet faciliteren in plaats van controleren en beboeten.

  9. Staan de gemaakte kosten voor een afvalcoach in verhouding met het beoogde resultaat?

    Antwoord namens college
    Onze huidige twee afvalcoaches zorgen ervoor dat er minder grondstoffen in de afvaloven belanden. Dit is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor de portemonnee. Uiteindelijk kunnen er meer grondstoffen worden ingezameld die hergebruikt kunnen worden voor nieuwe producten. Deze kosten wegen dus zeker op tegen de baten.

Vraag raadslid:
Via de griffie ontvingen wij de navolgende aan de Rekenkamer gestelde vragen als schriftelijke vragen.

Wij verzoeken de rekenkamer onderzoek te doen naar het functioneren van de bezwaren commissie en naar de gang van zaken m.b.t. de bezwaarschriften procedure. Vragen voor onderzoek:

  1. Wat is de oorzaak waarom de raad 4 jaar lang geen jaarverslag van deze commissie heeft ontvangen?
  2. Is het laatste verslag over de afgelopen 4 jaar wel van voldoende inhoud en kwaliteit om als raad de controlerende taak uit te kunnen oefenen?
  3. Wordt de raad wel voldoende geïnformeerd over de zaken die zijn aangespannen en over de voortgang en het resultaat daarvan?
  4. Is het wel juist dat het college van b. en w. de leden van de commissie benoemt? Is dit wel zuiver aangezien het veelal gaat om de beoordeling van hun eigen beleid / besluiten?
  5. Het secretariaat van de commissie valt onder de afdeling juridische zaken. Is dit wel een juiste zaak omdat deze afdeling ook vaak vooraf (mede)advies geeft in de zaak waartegen bezwaar wordt gemaakt? Is dit niet een kwestie van de slager die zijn eigen vlees keurt?
  6. Worden de wettelijk voorgeschreven beslistermijnen voor de aangespannen zaken wel in acht genomen? Zijn er de laatste 4 jaar termijnen overschreden?
  7. Hoe hebben de bezwaarmakers de behandeling van hun bezwaarschriften ervaren of zijn er verbeteringen mogelijk.
  8. Een belanghebbende kan, als de beslistermijn voorbij is, de gemeente in gebreke stellen en een dwangsom van de gemeente eisen wegens te late besluitvorming. Op 5 april 2022 heeft het college een dergelijke dwangsom toegekend. Hoe vaak heeft de gemeente een dwangsom wegens te late besluitvorming moeten betalen?
  9. Staat de bevoorrechte positie van de gemeente (met al zijn juridische kennis) nog wel in verhouding tot de rechtzoekende bezwaarmaker en/of vergunninghouder die niet de beschikking heeft over die juridische kennis?
  10. Voldoet de werkuitvoering van de commissie aan de wettelijke en/of gemeentelijke /landelijke regelgeving ter zake?
  11. Zijn er verbeteringen in de werkwijze aan te bevelen, ook kijkend naar hoe andere gemeenten omgaan met de bezwarencommissie? Zijn er andere vormen die wellicht gehanteerd worden door grotere gemeenten dan DFM en die tot verbeteringen kunnen leiden?
  12. Kunnen de inwoners voor of tijdens of na geschillen hun verhaal toelichten bij een wethouder of burgemeester ?
  13. Besluit B&W op 4 december 2018. Jaarverslag 2018 ( aanbevelingen ) Aanbevelingen over te nemen en voor de uitvoering een hiervan een afstudeeropdracht 2019 te maken . Is dit gebeurt en wat is er mee gedaan ?

    Antwoord namens college:
    Opmerking vooraf:
    De betrokken fracties hebben hun vragen oorspronkelijk bedoeld als input voor de Rekenkamer De Fryske Marren. Aan de Rekenkamer is gevraagd om aan de hand van de gestelde vragen onderzoek te doen naar het functioneren van de commissie voor de bezwaarschriften. Inmiddels begrijpen wij dat de Rekenkamer van mening is dat het op dit moment niet zinvol is het gevraagde onderzoek te doen en heeft de Rekenkamer de betrokken fracties geadviseerd hun vragen eerst aan het college te stellen.
    Voor ons is dit een ongebruikelijke situatie. Immers; in een deel van de vragen wordt ook een oordeel gevraagd dat naar onze mening slechts na onderzoek, eventueel door een externe partij, gegeven zou kunnen worden. Van het college mag op deze onderdelen geen sluitend antwoord worden verwacht. Desondanks wordt hieronder een poging gedaan om zoveel mogelijk te reageren op de gestelde 13 vragen.

  1. Wat is de oorzaak waarom de raad 4 jaar lang geen jaarverslag van deze commissie heeft ontvangen?
    In de nieuwsbrief van 17 juni 2022 is het periodeverslag van de Bezwaarschriftenrencommissie over de jaren 2018-2021 aan de raad aangeboden. Eerder zijn over het tijdsverloop technische vragen door de fractie van KFM gesteld, waarop in reactie door het college is aangegeven dat de keuze voor een periodeverslag vooral is terug te voeren op het feit dat de collega’s van juridische zaken in corona-tijd volop zijn ingezet in de crisisorganisatie. Die inzet heeft destijds geleid tot andere keuzes in de bedrijfsvoering en heeft daarmee gevolgen gehad voor wat betreft het reguliere werk. De focus lag vooral op de voortgang van de individuele behandeling van de bezwaarschriften.
  2. Is het laatste verslag over de afgelopen 4 jaar wel van voldoende inhoud en kwaliteit om als raad de controlerende taak uit te kunnen oefenen?
    Het periodeverslag is het verslag van de Bezwaarschriftencommissie. Het college heeft dit verslag ter kennisname aangenomen en het ter informatie aan de raad aangeboden. Wanneer de raad van mening zou zijn dat dit verslag niet van voldoende kwaliteit is, dan heeft de raad de mogelijkheid om daarover aan de Bezwaarschriftencommissie inhoudelijke vragen te stellen.
  3. Wordt de raad wel voldoende geïnformeerd over de zaken die zijn aangespannen en over de voortgang en het resultaat daarvan?
    Ja. Het college is verantwoordelijk voor een goede gang van zaken rond de behandeling van bezwaarschriften. Over de besluiten die worden genomen op de adviezen van de commissie wordt de raad door de besluitenlijsten van het college geïnformeerd. Over de werkzaamheden van de commissie wordt de raad in algemene zin geïnformeerd via de jaarverslagen van de commissie.
  4. Is het wel juist dat het college van b. en w. de leden van de commissie benoemt? Is dit wel zuiver aangezien het veelal gaat om de beoordeling van hun eigen beleid / besluiten?
    Eén van de leidende principes in het Nederlands bestuursrecht is dat een bezwaarschrift wordt behandeld door het orgaan dat het besluit ook heeft genomen. Een besluit van het college waartegen bezwaar wordt ingediend moet dus op grond de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) door ons zelf worden heroverwogen. Binnen de wettelijke kaders is gekozen voor de inzet van een commissie met
    externe deskundigen (zoals in bijna alle gemeenten), teneinde de onafhankelijkheid te bevorderen. Uiteindelijk nemen wij zelf een besluit over het bezwaarschrift; geheel conform de wet.
  5. Het secretariaat van de commissie valt onder de afdeling juridische zaken. Is dit wel een juiste zaak omdat deze afdeling ook vaak vooraf (mede)advies geeft in de zaak waartegen bezwaar wordt gemaakt? Is dit niet een kwestie van de slager die zijn eigen vlees keurt?
    Zie reactie op vraag 4. De wijze van behandeling vloeit rechtstreeks voort uit de Awb. Het advies van de Bezwaarschriftencommissie wordt geformuleerd door de commissie zelf. De commissie wordt daarbij bijgestaan door het secretariaat.
  6. Worden de wettelijk voorgeschreven beslistermijnen voor de aangespannen zaken wel in acht genomen? Zijn er de laatste 4 jaar termijnen overschreden?
    Deze vraag vergt nader (organisatie-breed) onderzoek en kan nu niet door het college worden beantwoord.
  7. Hoe hebben de bezwaarmakers de behandeling van hun bezwaarschriften ervaren of zijn er verbeteringen mogelijk.
    Er is tot op heden geen inhoudelijk onderzoek gedaan naar de ervaringen van bezwaarmakers.
  8. Een belanghebbende kan, als de beslistermijn voorbij is, de gemeente in gebreke stellen en een dwangsom van de gemeente eisen wegens te late besluitvorming. Op 5 april 2022 heeft het college een dergelijke dwangsom toegekend. Hoe vaak heeft de gemeente een dwangsom wegens te late besluitvorming moeten betalen?
    Uit vraagstelling wordt ons niet duidelijk of er alleen wordt gevraagd naar een ingebrekestelling in het kader van de bezwaarschriftenprocedure of dat die vraag in algemene zin is bedoeld. Afhankelijk van die concretisering vergt dit nader (organisatie-breed) onderzoek en kan de vraag nu niet door het college worden beantwoord.
  9. Staat de bevoorrechte positie van de gemeente (met al zijn juridische kennis) nog wel in verhouding tot de rechtzoekende bezwaarmaker en/of vergunninghouder die niet de beschikking heeft over die juridische kennis?
    Veel bezwaarmakers laten zich bijstaan door een advocaat, rechtsbijstandsverlener of een andere deskundige. Onze ervaring is overigens dat een Bezwaarschriftencommissie juist nivellerend werkt, in die zin dat de commissie veel beter in staat is om de gemeente te ondervragen dan een individuele inwoner.
  10. Voldoet de werkuitvoering van de commissie aan de wettelijke en/of gemeentelijke /landelijke regelgeving ter zake?
    Ja. De Bezwarencommissie werkt op basis van onze eigen verordening en landelijke wet- en regelgeving. De ontwikkelingen daarin worden door de leden en de secretarissen nadrukkelijk gevolgd.
  11. Zijn er verbeteringen in de werkwijze aan te bevelen, ook kijkend naar hoe andere gemeenten omgaan met de bezwarencommissie? Zijn er andere vormen die wellicht gehanteerd worden door grotere gemeenten dan DFM en die tot verbeteringen kunnen leiden?
    Deze vraag kan niet door het college worden beantwoord en vergt nader onderzoek.
  12. Kunnen de inwoners voor of tijdens of na geschillen hun verhaal toelichten bij een wethouder of burgemeester ?
    Op grond van de Verordening commissie bezwaarschriften worden bezwaarschriften in handen gesteld van de commissie bezwaarschriften. Deze commissie adviseert het bestuursorgaan vervolgens over de te nemen beslissing op het bezwaar. Belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld hun mening naar voren te brengen. Het ligt niet voor de hand dat het college gedurende dit proces ook belanghebbenden gaat horen. Er wordt dan immers vooruit gelopen op de onafhankelijke advisering door de commissie. Tussentijds overleg met bijvoorbeeld een vergunninghouder past dan ook, vooral gelet op de belangen van andere belanghebbenden, niet in dit proces.
  13. Besluit B&W op 4 december 2018. Jaarverslag 2018 (aanbevelingen) Aanbevelingen over te nemen en voor de uitvoering een hiervan een afstudeeropdracht 2019 te maken. Is dit gebeurt en wat is er mee gedaan ?
    Dit betreft een aanbeveling met betrekking tot het Jaarverslag 2017. De algemene aanbeveling heeft betrekking op het verkennen van een meer informele aanpak van de bezwaarschriftenprocedure. Hiernaar is een ambtelijke verkenning geweest en wij passen deze aanpak zoveel mogelijk toe.

Vraag raadslid:
Op 7 november jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen. De vragen zijn door de fractie van KFM gesteld naar aanleiding van de Programmabegroting 2023.

50.
Blz 201: Havenkosten laten een dekkingspercentage van 32,6 % zien. Is het niet eens tijd een nieuwe integrale beleidsnotitie te schrijven en daarbij ook naar de kosten dekkendheid te kijken. Zie blad 83 beleidsnotities van 2015 en 2017 zijn sterk verouderd.

Antwoord college
Het college beziet periodiek de actualisering van voorliggende stukken.
Vragen naar aanleiding bovenstaande notitie :

  1. In die notitie staat dat u de havens gaat monitoren. Wij zouden daar graag een overzicht van willen?

    Antwoord namens college
    Tot op heden geschiedt de jaarlijkse monitoring na afloop van het vaarseizoen. Voor de verhuurde havens blikken we terug op het seizoen tijdens de evaluatiegesprekken met de exploitant. De havens in eigen beheer worden geëvalueerd middels de eindevaarseizoen-bijeenkomst met alle medewerkers van de havens. De uitkomsten van deze besprekingen worden, voor zover relevant, als aandacht- en actiepunten in de voorbereiding op het volgende seizoen meegenomen.
    Afgelopen twee jaar (Covid 19) zijn er geen live-bijeenkomsten geweest.
    Afgelopen jaren zijn de data zorgvuldig geregistreerd in digitale bestanden. Met ingang van het vaarseizoen 2023 worden de data wekelijks in een digitaal dashboard verwerkt, zodat ontwikkelingen gedurende het vaarseizoen te volgen zijn. De gevraagde data versturen we eind januari ter info aan de raad.
  2. Er zijn voornemens beschreven in hoeverre is dat gelukt de afgelopen 10 jaar?

    Antwoord namens college
    De voorgenomen acties zijn voor 70% uitgevoerd. De overige acties kunnen pas uitgevoerd worden na de vaststelling van het Programma recreatie en toerisme en na de verloop van een subsidietermijn eind 2023 (Verkoop deel passantenhaven en Havenkwartier Balk).

Vraag raadslid
Op 3 november jl. ontvingen wij via de griffie schriftelijke vragen over besluit ‘vooraankondiging bestuurlijke dwangmaatregelen over tweede woning op perceel Jachtlustweg 2 in Wijckel’.

We hebben dit college besluit opgevraagd. Wij hebben nog vragen:

  1. Is er ook gekeken naar mogelijkheden voor bewoning wel toe te staan? Gezien in een groter context van grotere problemen op de woningmarkt voor onze eigen inwoners en asielzoekers en de opvang van vluchtelingen Oekraïne.
  2. Zijn deze onderstaande mogelijkheden ook onderzocht? Waarom is daar niet voor gekozen?
    Een kruimel vergunning voor een aantal jaren (maximaal 10 jaar) zou tot de mogelijkheden behoren. Dan wel goed beargumenteerd. Daardoor ontstaat er geen precedentwerking en ook naar in het in het verleden gegeven vergunningen geeft dit geen problemen.

    Antwoord namens college
    Een belangrijk onderdeel van een handhavingprocedure is een legalisatieonderzoek over de geconstateerde overtreding. Wij hebben dus bekeken of wij het behoud van de ‘oude’ woning alsnog konden toestaan. In deze handhavingszaak beoordelen wij dat wij geen gronden zien om de strijdige situatie te legaliseren. Wij kunnen dus geen planologische medewerking verlenen aan deze strijdige situatie vanwege de hierna beschreven argumenten.

    Het was voor het verlenen van de omgevingsvergunning voor de bouw van de nieuwe woning een belangrijke voorwaarde dat de oude woning werd gesloopt. De sloop van de oude woning was ook een belangrijke eis om mee te werken aan een afwijking van het bestemmingsplan. Deze afwijking zag toe op de situering van nieuwe de woning op een meer centrale locatie op het perceel. Zou de woning niet worden gesloopt, dan hadden wij geen medewerking kunnen verlenen aan deze afwijking van het bestemmingsplan.

    Daarnaast is het een harde lijn/vereiste dat wanneer sprake is van vervanging de bestaande woning wordt gesloopt. Hierover zijn dan ook afspraken gemaakt met de overtreder. Ook de buren gaven bij de gemeente aan dat zij bewust geen bezwaar hadden aangetekend omdat de oude woning zou worden gesloopt. Dit op grond van de verleende omgevingsvergunning. De huidige situatie zorgt dan ook voor een rechtsonzekere situatie voor de buurt, zij mogen namelijk uitgaan van de (onherroepelijk) verleende omgevingsvergunning.

Vraag raadslid:

Op 10 oktober jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.
Wij hebben kennis genomen van een voorgenomen besluit over uitbreiding van de fabriek in Sloten en het samenvoegen van verschillende bestemmingsplannen. Wel nu;

Wij zijn verbaasd over het feit dat de stad en zeker Plaatselijk Belang Sloten niet proactief is betrokken/geïnformeerd over de plannen. Bij uitstek is de fabriek in Sloten een punt van aandacht waar snel onrust over kan ontstaan.

Wij vragen ons dus af, waarom er voor is gekozen om hem niet te informeren, juist omdat de Slotenaren allen het belang van de werkgelegenheid koesteren en zoals ze bij ons bekendstaan in openstaan om in gezamenlijkheid tot oplossingen te komen.

Daarnaast inhoudelijk over het voorstel, de weg die is ingeslagen om bestemmingsplannen samen te voegen. Kan ons inziens alleen als er geen inhoudelijke wijzigingen worden doorgevoerd met de samenvoeging van bestemmingsplannen.

Maar uit ons eigen onderzoek blijkt dat, o.a.
Geluidsnormen
Afvalwater/lozingswater
En verkeersintensiteit toenemen.
Waarbij ook duidelijk in het stuk staat dat geluidsnormen op dit moment al worden overschreden.

Onze vragen zijn dan ook,

  1. Waarom wordt dit besluit (gezien de inhoudelijke wijziging t.o.v. de huidige situatie) niet voorgelegd aan de raad.

    Antwoord namens college
    De aanpassingen waarvoor de fabriek vergunning vraagt, voldoen aan het bestemmingsplan. Er is sprake van planologisch toegestaan gebruik. Vergunningaanvragen (die bij het college worden ingediend en waarvoor het college bevoegd gezag is) voor planologisch toegestaan gebruik, worden niet voorgelegd aan de raad. Immers de raad heeft al bepaald dat dit gebruik is toegestaan.

Vraag raadslid:
Op 14 september jl. ontvingen wij via de griffie de volgende vragen.

(A) Onlangs werd mij bekend dat de beleidsregels bijzondere bijstand per 1 oktober van dit jaar zullen wijzigen en waarschijnlijk eigen bijdragen CAK niet meer voor bijzondere bijstand in aanmerking komen.
(1) Welke andere wijzigingen die ten koste van inwoners met lage inkomens en buitengewone uitgaven gaan zullen er worden doorgevoerd?

Antwoord namens college
Inwoners met een laag inkomen en vermogen komen in aanmerking voor de Collectieve Ziektekosten verzekering Minima (verder CZM) de ‘’AV Frieso Compleet’’. Naast een aanvullende zorgverzekering op de basisverzekering geven wij minima extra dekking voor zorgkosten in het gemeentepakket. Binnen deze dekking zit ook de eigen bijdrage CAK waarnaar u verwijst. Inwoners kunnen dus nog steeds hun eigen bijdragen vergoed krijgen via de bijzondere bijstand. Voor een volledig overzicht verwijzen wij u naar bijlage 1. Omdat hier sprake is van bovenwettelijk begunstigend beleid, komen alle inwoners met een laag inkomen en vermogen, ook de inwoners die niet nemen aan de CZM, voor deze vergoedingen in aanmerking.

(2) Bent u dan niet met mij van mening dat juist in deze tijd van toenemende armoede door gigantische prijsstijgingen er geen versobering van bijzondere bijstand mag plaatsvinden?

Antwoord namens college
Ja, wij delen uw opvatting. Wij zijn van mening dat er niet sprake is van een versobering van bijzondere bijstand. Integendeel, in de nieuwe beleidsregels is juist sprake van verruiming van de vergoedingen. Bijvoorbeeld: bijzondere bijstand aan inwoners die in een instelling wonen, tandartskosten, verblijf in een hospice, behandelingen fysiotherapie, aanschaf pruiken en gehoortoestellen.

(3) Bent u bereid om de nieuwe beleidsregels bijzondere bijstand uit te stellen ten einde de Gemeenteraad er kennis van te laten nemen opdat deze erover kan oordelen?

Antwoord namens college
De raad heeft in zijn vergadering van december 2020 het beleid ‘’Armoede en schulddienstverlening, van preventie tot nazorg’’ vastgesteld.

Tijdens de begrotingsvergadering heeft de raad ook de additionele middelen beschikbaar gesteld. Onderdeel van dit nieuwe beleid is bijzondere bijstand. Inwoners kunnen voor bijzondere bijstand in aanmerking komen als zij onverwacht hoge kosten hebben, die voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. Wij hebben de uitgangspunten van uw raad vervolgens vertaald in beleidsregels en nadere (uitvoerings)regels. Binnen het door uw raad beschikbaar gestelde budget en de beleidsregels hebben wij voldoende ruimte en financiële mogelijkheden om inwoners in deze bijzondere tijden te ondersteunen en maatwerk te leveren. Wij laten inwoners niet in de kou staan en willen voorkomen dat huishoudens in armoede leven of problematische schulden maken. Via de reguliere planning en control cyclus wordt uw raad hierover door ons geïnformeerd.

(B) Ook in onze gemeente bevinden zich zorginstellingen – zoals zorgboerderijen – waar thuiswonende patiënten opgenomen kunnen worden. Zeker ook belangrijke instellingen om de thuiswonende mantelzorger enigszins te ontlasten. De kosten kunnen via de WMO betaald worden met een verschuldigde eigen bijdrage voor de patiënt. Voor de dagen van verblijf worden door deze zorginstellingen verschillende bedragen voor eten en drinken gevraagd.

(1) Zijn deze instellingen verplicht voor eten en drinken nog een aparte eigen bijdrage te vragen?

Antwoord namens college
Nee. Bij respijtzorg is dit niet toegestaan. Dit is in de overeenkomst vastgelegd. In het tarief dat de gemeente hanteert is een component voor voedingskosten meegenomen van € 7,64 per dag (peil 2022). Bij dagbesteding mag de zorgaanbieder een redelijke vergoeding vragen, die gelijk staat aan het bedrag dat de inwoner thuis aan kosten voor een maaltijd uitspaart.

(2) Bent u met mij van mening dat deze bedragen – die ver uitsteken boven het thuis bespaarde – per maand behoorlijk op kunnen lopen en voor mensen met lage inkomens zeer bezwaarlijk kunnen zijn?

Antwoord namens college
Hierover bestaan afspraken waarmee we voorkomen dat de inwoner voor extra kosten komt te staan. Een zorgaanbieder van dagbesteding mag een, al dan niet vrijwillige bijdrage aan de inwoner vragen voor een maaltijd. Deze hoort afgestemd te zijn op de gemiddelde kosten van een maaltijd volgens het Nibud of het Voedingscentrum. Een bedrag van rond € 3,50 – € 4,00 per dag is toegestaan.

(3) Zo ja, bent u dan ook met mij van mening dat dit een drempel opwerpt om van noodzakelijke zorg gebruik te maken?

Antwoord namens college
Ja. Indien een aanbieder meer vraagt dan is toegestaan dan kan dit een extra drempel voor de inwoner zijn om gebruik te maken van deze noodzakelijke voorziening. Indien dit voorkomt dan handelt de zorgaanbieder in strijd met de overeenkomst en afspraken, zoals hiervoor aangegeven.

(4) Wilt u, om dat te voorkomen, , bekijken in hoeverre de Gemeente – in samenspraak met bedoelde zorginstellingen – hierin een positieve rol kan spelen?

Antwoord namens college
Als we dergelijke signalen ontvangen dan zullen we de betreffende aanbieder hierop aanspreken en wijzen op de overeenkomst en de geldende afspraken. De uitkomst zal dan zijn dat de bijdrage voor voedingskosten bijgesteld wordt tot een aanvaardbare bijdrage.

Vraag raadslid:

Op 20 september jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.
De toekomst van het Nannewiid in Oudehaske e.o. staat onder grote druk. Er kan bijna geen recreatie meer op het water plaatsvinden, omdat het Nannewiid dichtslibt. Het onderwerp is de afgelopen tijd al diverse malen voorbijgekomen, maar het wordt tijd voor actie!

Hierbij onze vragen aan het college:

  1. Is het college op de hoogte van de ernst van de situatie rondom het Nannewiid?

    Antwoord namens college
    Ja, het college is op de hoogte van de situatie rondom het Nannewiid.
  2. Heeft het college een visie op de toekomst van het Nannewiid?

    Antwoord namens college
    Het college werkt aan een Omgevingsvisie en een algemene visie (programma) op toerisme en recreatie. Vanuit een faciliterende rol is met subsidie van de gemeente en Provincie en participatie van de verschillende stakeholders/overheidspartijen van onderop een integrale gebiedsvisie opgesteld voor het Nannewiid.
  3. Is het college op de hoogte van het gebiedsplan voor het Nannewiid?

    Antwoord namens college
    Ja, het college heeft op 15 maart jl. kennis genomen van het gebiedsplan voor het Nannewiid dat in November 2021 door de Stichting Nannewiid is vastgesteld.
  4. Is het college van plan om op korte termijn actie te ondernemen om in gesprek te gaan met stichting Nannewiid?

    Antwoord namens college
    Het college is al met de Stichting Nannewiid in gesprek over de problematiek. Ook in oktober staat er een gesprek gepland met de Stichting en de nieuwe portefeuillehouder(s). Ambtelijk is met de overheden een adviestafel georganiseerd die input moet geven voor een bestuurlijk overleg.
  5. Is er geld gereserveerd voor ondersteuning voor het behoud van het Nannewiid?

    Antwoord namens college
    Nee, er is geen geld gereserveerd specifiek voor het behoud van het Nannewiid. Wel kijken we naar koppelkansen met het project van het ecologisch baggeren (regie It Wetterskip). Zo zien we mogelijkheden in een koppeling door het baggeren van de veenscheiding en gaan we mee voor wat betreft het baggeren van de watergangen die in verbinding staan met de overstort aan de andere kant van de Jousterweg (daar zijn middelen voor).

Datum: 28 september 2022
Naam raadslid: Esther de Vrij, Janneke vd Werf-Vaatstra
Partij: VVD & Kleurrijk Fryske Marren
Onderwerp: Lemmer
Zaaknummer: Z.720044

Vraag raadslid:
Op 14 september jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.
Er spelen diverse zaken op De Lemmer. Door ze losstaand van elkaar en niet integraal te behandelen missen we koppelkansen en creëren we mogelijk weer nieuwe problemen in het kader van de leefbaarheid voor nu of in de toekomst. Graag leggen we u daarom onderstaande vragen voor.
De bestemmingsplannen zijn verouderd en de nieuwe omgevingswet komt eraan. Is het college voornemens om actief grondbeleid te gaan voeren in Lemmer?

Antwoord namens college
Op 27 november 2019 is de Nota Grondbeleid 2020 – 2024 door de raad vastgesteld. Hierin is opgenomen dat gemeente De Fryske Marren de komende jaren kiest voor een situationeel grondbeleid. Dit houdt in dat per ontwikkellocatie wordt gezocht naar de gewenste vorm van grondbeleid: actief, facilitair of een tussenvorm (samenwerking). Verder is in de Nota Grondbeleid opgenomen dat de invoering van de Omgevingswet gevolgen heeft voor het grondbeleid en de mogelijkheid bestaat dat dit leidt tot een tussentijdse herziening van de Nota Grondbeleid. Als de Omgevingswet daadwerkelijk wordt ingevoerd op 1 januari 2023 zal dit leiden tot een tussentijdse herziening van de Nota Grondbeleid.

Onderwijs
Wat is de huidige stand van zaken planvorming (voorbereidingskrediet) nieuwbouw Zuyderzeelyceum locatie PAC? Welke rol heeft de gemeente in dit proces? Graag een toelichting welke rol de gemeente kan nemen/ voornemens is om dit soort processen verder te brengen.

Antwoord namens college
Het schoolbestuur (VariO Onderwijsgroep) heeft het “Definitief Ontwerp” afgerond en is gestart met het besluitvormingsproces van het bouwplan en de begroting. Na akkoord hierop start het schoolbestuur met de voorbereiding voor een Europese aanbesteding voor selectie van de aannemers.

De gemeente stelt vanuit haar wettelijke zorgplicht onderwijshuisvesting het investeringsbedrag beschikbaar voor de nieuwbouw. In de situatie van Zuyderzee Lyceum is het schoolbestuur zogenoemd ‘bouwheer’ en is zelf verantwoordelijk voor de voorbereiding en realisatie van de nieuwbouw. De gemeente heeft hierbij een toetsende rol op een aantal onderdelen, waaronder het bouwplan en de begroting. Hiernaast zien we toe op een juiste toepassing van de aanbestedingsprocedure volgens het gemeentelijk aanbestedingsbeleid. Na akkoord op het aanbestedingsresultaat geeft het schoolbestuur groen licht om de opdracht te gunnen aan de aannemers.Een andere rol van de gemeente richt zich op de aanpassing van het bestemmingsplan en het afgeven van de omgevingsvergunning. Daar komt nog bij dat de gemeente de grond voor de nieuwbouw verwerft en deze bouwrijp maakt.

Van wie is de locatie (grond )en het schoolgebouw van de huidige locatie van het Zuyderzeelyceum aan de Riensingel. Met de huidige bestemming in gedachten: voor welke doeleinden is deze locatie(tijdelijk) geschikt (te maken)?

Antwoord namens college
Op grond van de onderwijswetgeving is het schoolbestuur juridisch eigenaar van de grond en het schoolgebouw. Nadat de onderwijsactiviteiten op deze locatie stoppen valt het gebouw, op grond van diezelfde onderwijswet, om niet terug aan de gemeente.
De vrijkomende locatie kan op verschillende wijzen worden ingevuld. Op dit moment is nog geen concrete herontwikkeling van de locatie in beeld; daar zal nog nadere studie naar gedaan moeten worden. Het oude gebouw is niet meer in goede staat. Of het oude gebouw toekomstwaarde heeft zal ook nog nader moeten worden onderzocht, maar de verwachting is dat er hoge kosten gemoeid zullen zijn met het in stand houden van het oude gebouw.

Zijn er planologische ideeën bij de gemeente voor de huidige locatie aan de Riensingel indien Zuyderzeelyceum in de toekomst een nieuwe school op een andere locatie krijgt. Zo, ja in welke fase bevinden deze ideeën zich? Zo, nee waarom denkt de gemeente hier niet over na.

Antwoord namens college
Nee, er zijn nog geen concrete planologische ideeën/voorstellen in onderzoek. Stedenbouwkundig betreft het wel een belangrijke locatie omdat in Lemmer verschillende ruimtelijke thema’s nog een goed vervolg moet gaan krijgen. We willen dit dan ook in het grotere geheel bekijken en beoordelen.

Over een locatie, vormgeving etc. worden hier ook inwoners bij betrokken, is dit voor de Lemsters ergens te volgen? Lyceum kent ook nog een zijtak, Tienerschool Lemmer maakt hier ook gebruik van lokalen en leerkrachten, worden zij ook betrokken?

Antwoord namens college
Het schoolbestuur is bouwheer en hiermee primair verantwoordelijk voor het betrekken van de leerkrachten, leerlingen, ouders en de Tienerschool bij hun nieuwbouwplannen. De inloopbijeenkomst heeft plaatsgevonden op 21 september jl. De gemeente was deze avond ook vertegenwoordigd. Tot slot komt het voorontwerpbestemmingsplan binnenkort voor inspraak ter inzage te liggen.

Eén nieuwe voetbalvereniging Inleiding: De gemeenteraad is op de hoogte van het voornemen van twee voetbalverenigingen in Lemmer om samen een nieuwe voetbalvereniging te gaan vormen voor zo’n 1000 leden. Iets om als gemeente De Fryske Marren trots op te zijn. Belangrijk onderdeel om de leden van beide verenigingen om instemming te vragen, zijn velden (kunstgras) en duurzame accommodatie kantine/ kleedkamers ) parkeervoorzieningen, op 1 locatie. De betrokken verenigingen willen tempo maken. Dit vraagt om een gemeentelijke investering en betrokkenheid.

Is er bij het college een voornemen om bij de komende begrotingsbehandeling voor bovenstaand doel een bedrag op te nemen? Zo nee, waarom niet.

Antwoord namens college
Voor de fusie zijn voorbereidende stappen noodzakelijk, zoals behoeftebepaling, ontwerpen van een gezamenlijk te gebruiken sportpark, opstellen investeringsramingen en exploitatieramingen en de voorbereiding van een aanbesteding als er bijvoorbeeld kunstgrasvelden gerealiseerd gaan worden. Een
aanvraag voor een voorbereidingskrediet is in procedure gebracht. Op 7 november neemt uw raad hierover een besluit.

Deelt het college de mening (bij positief advies van de leden) dat de nieuwe vereniging over 1 complex met velden en accommodatie moet beschikken? En wil het college zich daarvoor inspannen? Zo nee waarom niet?

Antwoord namens college
We zijn constructief en betrokken in gesprek met de stuurgroep van beide verenigingen. Eén voetbalcomplex is een optie in de planvorming, waarvoor in de komende begroting financiële ruimte wordt gevraagd voor een onderzoek. Uw raad besluit hier 7 november over.

Er zijn verschillende werkgroepen samengesteld om deze fusie mogelijk te maken,( ruim 50 personen) daar heerst een groot enthousiasme, er is een kort tijdsbestek gepresenteerd, ambitieus ook, daar is men zich van bewust. Kan dit tijdspad, door korte lijnen, intensieve communicatie tussen gemeente en initiatiefnemers, zoveel mogelijk gevolgd worden? Zo nee, graag toelichting en alternatieve tijdplanning.

Antwoord namens college
De volgende stappen worden genomen:
• Rapportage onderzoek en ontwerp 1 complex.
• Aanmelding investeringsbijdrage en exploitatiebijdrage voor de perspectiefnota 2024.
• Besluitvorming begrotingsaanvraag.
• Ingeval positieve besluitvorming aanbesteding basisvoorzieningen voorbereiden.
• Realisering basisvoorzieningen.
• Ingebruikneming sportcomplex.
Uiteraard streven wij er naar om de tijdsplanning te halen maar vertraging is altijd mogelijk. Dit is afhankelijk van de omstandigheden. Zo kan vertraging optreden in de vergunningverlening maar ook het vastleggen van architect en aannemer kan vertraging opleveren. Ook kan de krapte op de arbeidsmarkt voor vertraging zorgen. Daar waar mogelijk zullen we hierop anticiperen.

Welke wethouder is contactwethouder voor de vereniging?

Antwoord namens college
Wethouder Barbara Gardeniers is contactwethouder voor de vereniging. Er is onlangs met een afvaardiging van de verenigingen een gesprek geweest.

Locatie voetbalvereniging/vrijgekomen velden
Overweegt het college indien er 1 voetbalvereniging ontstaat, deze vereniging een suggestie te doen voor een geheel nieuwe plek en accommodatie? Zo ja, waar zou dat dan kunnen zijn (opties) en welk tijdspad ligt dan voor alvorens realisatie mogelijk is. Graag een toelichting.

Deelt het college de mening dat het huidige CVVO terrein vooralsnog de meest voor de hand liggende locatie is voor de nieuwe voetbalvereniging? Zo nee waarom niet en waar dan wel? Zo ja, welke aandachtspunten zijn er dan en vragen om een oplossing/creativiteit?

Antwoord namens college
Dit is vooralsnog de meest voor de hand liggende locatie, waarbij beide clubs fuseren naar 1 complex. De keuze voor deze locatie komt vanuit de verenigingen zelf. Bijkomende is dat deze locatie de juiste bestemming heeft en in eigendom is van de gemeente. De uitkomst van het onderzoek zal hierin uiteraard meegewogen worden.

Indien het College het CVVO terrein niet als meest voor de hand liggend terrein ziet voor de nieuwe voetbalvereniging is er dan al nagedacht over andere planologische invullingen. Graag een toelichting.

Antwoord namens college
Zie eerder beantwoording.

Planologische ruimte school/sport
Indien het Zuyderzeelyceum eventueel naar locatie PAC zou gaan, in hoeverre kan er ruimtelijk/ planologisch een conflict ontstaan tussen school en sport, als er 1 voetbalvereniging komt op de locatie Straatweg. Voor nu en in de toekomst. Graag een toelichting.

Antwoord namens college
De op komst zijnde veranderingen binnen de organisaties van de voetbalverenigingen (en de daarmee samenhangende fusiekansen van clubs) is informatie die onlangs bekend is geworden. De effecten van een fusie tussen twee voetbalverenigingen is derhalve niet meegenomen bij het maken van afwegingen voor een nieuwe locatie voor het ZZL. Dit simpelweg omdat er geen zicht was op een fusie en de mogelijke ruimtelijke effecten die dat met zich mee kon brengen.

Planologische toekomstige invulling
Als 1 voetbalvereniging een feit wordt, wat voor ideeën en mogelijkheden zijn er voor de grond van het VV Lemmer terrein? Is planologisch woningbouw voor starters, knarrenhof, mogelijke huisvesting van school in parkomgeving, met turn/ gymnastiekzaal mogelijk ? Graag een toelichting.

Antwoord namens college
Er zijn veel invullingen mogelijk. Hierbij moeten we wel in ogenschouw nemen dat het VEKA-terrein op dit moment een aanmerkelijke hindercirkel heeft waarbinnen lang niet alles mogelijk is. De voetbalvelden vallen (deels) binnen deze hindercirkel.
Bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid
Inleiding: Veiligheid, bereikbaarheid en toegankelijkheid en doorstroming zijn altijd belangrijk voor eigen inwoners, maar zeker ook voor Lemmer als toeristische kern en toegangspoort van Friesland.

De Straatweg in Lemmer, waar al meerdere malen aandacht voor gevraagd is, vanaf de rondweg zowel richting het centrum als richting de woonwijk, bedrijventerrein, sportvelden zijn een aandachtspunt. De gaten, gleuven, uitstekende putdeksels, scheuren in het wegdek Zeker tijdens “spits” momenten, scholieren onderweg naar Lyceum en ouders met kinderen onderweg naar de Arke. Of bij trainingstijden/wedstrijden van voetbal/hockey etc, maken wij ons zorgen om de veiligheid. Ook vragen wij aandacht voor de verkeerssituatie rondom Zeedijk, Polle, Sluisweg, Riensluis mede in relatie tot ontwikkelingsplannen in het gehele gebied.

Richting het centrum, lijkt de Straatweg in verval en staat een parkeerplaats vol met bouwmateriaal, wanneer gaan de werkzaamheden weer van start, hoe is de communicatie met omwonenden, wanneer is het klaar? Is er een concreet tijdspad en is er een mogelijkheid voor versnelling?

Antwoord namens college
De werkzaamheden aan de Straatweg in de richting van het centrum zijn stilgelegd vanwege de aanwezigheid van broedende roeken. Er is een ontheffing van de Wet natuurbescherming aangevraagd. Deze is onder voorwaarden ook verleend. We kunnen de (verlaten) nesten op zijn vroegst eind september beginnen te verwijderen, mits er geen bezwaar wordt aangetekend en er inderdaad geen roeken meer aanwezig zijn. Daarna kunnen de bomen worden gekapt en kan het werk hervat worden. De aannemer informeert bij het hervatten van de werkzaamheden de aanwonenden. We zetten de planning dan ook op de gemeentelijke site en maken het via de social media kenbaar.

De Straatweg richting Melkweg en bedrijventerrein. Hier blijft uitbreiding plaatsvinden en vele diverse soorten van verkeersbewegingen. Welke visie is er op uitbreiding in samenhang met verkeersveiligheid,
bereikbaarheid, toegankelijkheid en doorstroming voor bewoners en bedrijfsleven. Graag een toelichting.

Antwoord namens college
Voor de Straatweg noord richting Melkweg is in juli 2020 een definitief ontwerp vastgesteld. Dit plan is destijds samen met bewoners, politie en veilig verkeer Nederland tot stand gekomen Wij streven ernaar dit in het voorjaar van 2023 uit te voeren nadat het deel van de Straatweg richting het centrum is afgerond. Bij de plannen is destijds al rekening gehouden met de toen al bestemde bedrijvigheid en de veiligheid. De veiligheid wordt bijvoorbeeld sterk verbeterd door aanpassing van de kruisingen en een breed doorgaand fietspad.

Riensingel/Zeedijk/Polle/Sluisweg/buma gemaal vraagt ook aandacht op meerdere fronten. Er is een lastige verkeerssituatie op de kruising bij Riensingel, Zeedijk. Op deze wegen is er ook veel vrachtverkeer en landbouwverkeer. Daar komt nog bij dat er +/- 130 wooneenheden bijkomen locatie Zeedijk (o.a. nieuwbouw Lemmer kade) met verkeersbewegingen o.a. ook van en naar de supermarkt. Daarnaast zijn er ook nog bewegingen over het water te verwachten bij het plangebied van de 130 wooneenheden, staan ook jachthavenplaatsen geschetst. Dat brengt ons op de volgende vragen:
Indien ooit in de toekomst de Lemster Rien open zou gaan, kan deze dan ingetekend worden in het plangebied, zodat die in ieder geval in beeld is.

Antwoord namens college
Als een definitief ontwerp voorhanden is kan dit ingetekend worden.

Kan er een schets komen op ware schaal, ligplaatsen Lemmer Kade (afmetingen), met intekening vrachtschepen/platbodems locatie Polderdijk.

Antwoord namens college
Als het noodzakelijk en nuttig wordt geacht is het uiteraard mogelijk een dergelijke schets te maken. Wij nemen aan dat de vraag om “een schets op ware schaal” een verschrijving is, maar dat wordt gedoeld op “een schets op schaal”.
De berekening van de Lemster Rien sluis is gebaseerd op 1x per dag open en 1x per dag dicht. Indien er woningen aan het water komen (plangebied ongeveer 130 wooneenheden o.a. Lemster Kade) en de sluis en brug gaan vaker open. Is daar een visie op en is er over nagedacht? 1)Voor wie zijn dan de onderhoudskosten van de sluis. 2) blijft het huidig gebruik en beleid ligplaatsenverhuur aan de kant Polderdijk mogelijk (alleen index) en sluiswachter komt altijd op afroep. 3) indien de brug wel vaker opengaat, wat zijn dan de consequenties voor de doorstroming, verkeersveiligheid en o.a. de bereikbaarheid van het centrum van Lemmer (Vissersburen/Polle) en van en naar de wijk Lemstervaart.

Antwoord namens college
Wij hebben in de anterieure- c.q. ontwikkelovereenkomst met de ontwikkelaar van het gebied De Polle een aantal passages opgenomen over de huidige openingstijden van de Riensluis en Riensluisbrug. Daarbij hebben wij expliciet vermeld dat in het geval de openingstijden van beide kunstwerken moeten worden verruimd, de daarmee gepaarde gaande (extra) kosten voor rekening van de ontwikkelaar komen.

Met 130 wooneenheden aan de Zeedijk komen er meer verkeer-, en auto bewegingen. Heeft het college dit in beeld en vooraf over nagedacht? Vraagt dit nog verkeerstechnische investeringen en planvorming? Graag een toelichting en de huidige stand van zaken.

Antwoord namens college
De ontwikkeling van De Polle is een uitwerking van de huidige (reeds bestaande) planologische mogelijkheden. Op basis van de huidige vigerende bestemmingen is in het gebied woningbouw en een bedrijfsfunctie mogelijk/toegestaan. De beoogde herontwikkeling van De Polle ligt daarmee in lijn met de bestaande gebruiksmogelijkheden en daaraan gerelateerde verkeersbewegingen. Met het oog op verschillende toekomstige ontwikkelingen in de woonkern Lemmer, hechten wij belang aan het op termijn opstellen van een goede bereikbaarheidvisie voor het dorp.

Communicatie in wikselwurk met inwoners.
De Lemmer, beschikt niet over een plaatselijk belang. Al met al zijn er nogal wat zaken die aandacht vragen. Communicatie met onze inwoners, in wikselwurk met raad en college, hoe ziet het college dit voor zich (toegespitst op bovenstaande?). Graag een toelichting. De VVD is voornemens om inloopavonden te organiseren, maar pakt het graag in gezamenlijkheid op.

Antwoord namens college
Wij hechten veel belang aan het actief betrekken van onze inwoners bij de verdere ontwikkeling van hun straat, wijk, dorp of stad. Dit geldt dus ook voor de inwoners van Lemmer. Bij alle ontwikkelingen betrekken we de inwoners op verschillende manieren, bijvoorbeeld via (social) media of door middel van direct contact tijdens inloop- en informatieavonden.