Raadsvragen

Vraag raadslid:

Op 25 juli 2023 ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen:
Enige tijd na het ontstaan van onze nieuwe gemeente was er geen sprake meer van door basisscholen uitgevoerd en door de gemeente gesubsidieerd zwemonderwijs. Nu, inmiddels vele jaren later, doet de Nationale Raad Zwemveiligheid een dringend beroep op alle gemeenten daar waar geen schoolzwemmen meer is dit weer in te voeren. Naar ik mag aannemen heeft ook uw college van deze dringende oproep kennis genomen. Deze oproep brengt ons tot de volgende vragen:

  1. Gezien het feit dat De Fryske Marren een gemeente met veel open water is en het daarom van groot belang is dat men zo jong mogelijk de zwemkunst machtig is, vindt de NCPN het van belang te weten hoe de dringende oproep van de NRZ op u is overgekomen. Wat is uw reactie op genoemde oproep?
  2. Kunt u cijfers overleggen over het aantal basisschoolgaande kinderen in onze gemeente dat zwemlessen volgt, dit om enig idee te krijgen om hoeveel kinderen het gaat die geen zwemlessen volgen?
  3. Bent u met de NCPN van mening dat het zeer belangrijk is dat in onze waterrijke gemeente alle kinderen zo vroeg mogelijk moeten kunnen leren zwemmen?

Antwoord namens college:

  1. De oproep om schoolzwemmen in te zetten om te leren zwemmen en/of te blijven zwemmen (natte gymnastiek) tijdens de basisschooltijd is een zaak van de scholen dan wel schoolbesturen. Alle kinderen kunnen in onze gemeente leren zwemmen. Wij hebben hierover afspraken gemaakt met de zwembaden Swimfun en Ny Sudersé. In geval er sprake is van een financiële belemmering wordt gebruik gemaakt van het Jeugdfonds Sport en Cultuur.
  2. In Swimfun en Ny Sudersé krijgen wekelijks circa 1000 kinderen zwemles. Wij hebben geen zicht op kinderen die zwemles krijgen bij particuliere zwemscholen.
  3. Ja, deze mening delen wij.

Vraag raadslid:

Op 28 juni jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen:Wij zien de afgelopen tijd een toename van Brandweer inspanningen rondom lekkende gasbuizen in Joure. Tot nu toe is het nog iedere keer goed gegaan, echter kunnen we er natuurlijk op wachten dat het een keer mis gaat.

  1. Heeft het College oog voor de toenemende problematiek en ook contact met de brandweer of met de netbeheerder?
  2. Is er ook in beeld of het bestaande netwerk aan vervanging of onderhoud toe is?
  3. Worden de organisaties die hier verantwoordelijk voor zijn ook aansprakelijk gehouden en de kosten van ondeugdelijke werkzaamheden gevorderd?
  4. Zijn wij als gemeente eindverantwoordelijk voor de werkzaamheden?

Antwoord namens college:

  1. Wij hebben aandacht voor deze problematiek en hebben informatie opgevraagd bij de brandweer. De brandweer geeft aan dat zij dit jaar tot nu toe in de gehele gemeente 24 meldingen heeft gehad voor ‘incidenten met gas’. In het brandweeroverleg van 10 juli 2023 hebben wij enkele verdiepingsvragen gesteld om deze cijfers beter te kunnen duiden en een eventuele relatie te kunnen leggen tussen incidenten en kabellegging. Uit de van de brandweer ontvangen gegevens blijkt dat het aantal alarmeringen met karakteristiek “gas” zijn toegenomen. Met name vanaf april dit jaar zijn er meer alarmeringen geregistreerd. Dit vinden wij een zorgelijke ontwikkeling en wij zullen dit onder de aandacht brengen bij de Veiligheidsregio Fryslân en wij gaan hierover in gesprek met de netbeheerders en glasvezelbedrijven.
    De netbeheerders zijn verantwoordelijk voor de werkzaamheden rondom kabellegging en de eventuele schade die daaruit voortvloeit. Zij hebben een eigen calamiteitenprotocol.
    Wanneer blijkt dat door kabelleggingen schade aan gemeentelijke eigendommen of aan gasleidingen ontstaat, gaan wij hierover met hen in gesprek. Gelet op de actuele cijfers is er nu direct aanleiding om hierover in contact te treden met de netbeheerders.
  2. Wij hebben geen beeld of het netwerk aan vervanging en of onderhoud toe is. Dit is ook niet onze verantwoordelijkheid of taak, die ligt bij de betreffende netwerkbeheerder Liander. Indien er dergelijke werkzaamheden gaan plaatsvinden worden wij daarover geïnformeerd door de netwerkbeheerder.
  3. Wij stellen organisaties aansprakelijk voor ondeugdelijke werkzaamheden wanneer daar schade aan ons eigen netwerk en of eigendom uit voortvloeit. Zoals we in reactie op vraag 1 hebben aangegeven, gaan wij in gesprek met de netbeheerders.
  4. De gemeente draagt geen eindverantwoordelijkheid voor de werkzaamheden die namens de netbeheerders worden uitgevoerd.

Vraag raadslid:

Op 6 juli jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen:
Als fractie krijgen wij de laatste tijd veelvuldig vragen over de toekomstige invulling van het voormalige terrein van Harcos watersport in Balk. Ook krijgen we (via de Griffie) de nieuwsbrieven van verontruste omwonenden.

  1. Kan het college in het kort beschrijven wat de situatie is over de toekomstige invulling van het voormalige terrein van Harcos watersport in Balk.
  2. Kan het college aangeven hoe de omwonenden in dit proces worden meegenomen?
  3. Op welke wijze wordt de raad door het college op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen m.b.t. het voormalige terrein van Harcos watersport in Balk.
  4. Kan het college aangeven hoe het planningsproces van besluitvorming er m.b.t. dit onderwerp er voor de raad uit komt te zien?

Antwoord namens college:

  1. Kan het college in het kort beschrijven wat de situatie is over de toekomstige invulling van het voormalige terrein van Harcos watersport in Balk.
    Om deze vraag goed te kunnen beantwoorden gaan we terug naar het coalitieakkoord van de partijen CDA, VVD, PvdA en Groenlinks voor de periode van 2019 – 2022. In dit coalitieakkoord staat genoemd dat voor het Havenkwartier Balk actief ingezet wordt op een ruimtelijke kwaliteitsimpuls voor recreatie en toerisme, waarbij bijvoorbeeld een hotel of andere passende ruimtelijke- en recreatieve invulling wordt gerealiseerd, die haalbaar is en werkgelegenheid oplevert. Het coalitieakkoord is de aanleiding geweest voor de verkoop bij inschrijving voor het desbetreffende perceel.
    In totaal zijn er zes plannen ontvangen en die zijn beoordeeld door de selectiecommissie waarbij verschillende ambtenaren, een afgevaardigde van Plaatselijk Belang Balk en een afgevaardigde van Ondernemersnetwerk Gaasterland een rol in hebben gespeeld.
  2. Evertsen Bouw Ontwikkeling BV scoorde met zijn plan het hoogst aantal punten en daarom heeft de selectiecommissie ons geadviseerd de grond te koop aan te bieden aan Evertsen Bouw Ontwikkeling BV. Op 14 december 2021 hebben we dat dan ook besloten. Het plan voorziet in het realiseren van een hoogwaardig hotel (25 hotelkamers en 20 hotelappartementen), restaurant, grandcafé, detailhandel, terras en bootverhuur.
  3. Kan het college aangeven hoe de omwonenden in dit proces worden meegenomen?
    Bewoners van de Noardwal hebben op 20 december 2021 een brief ontvangen over het besluit van het college (d.d. 14 december 2021). In de brief is ook genoemd dat mocht men graag een toelichting op het plan willen hebben, dit mogelijk is en hiervoor een afspraak gemaakt kan worden. Hier is gebruik van gemaakt: in januari en februari 2022 zijn er persoonlijke bezoeken geweest bij meerdere bewoners thuis om het plan toe te lichten.
    Op 4 april 2022 is een tweede informatiebrief naar de bewoners van de Noardwal gestuurd met daarin nogmaals de uitnodiging om het plan in te zien. Daarnaast hebben de bewoners van de Noardwal eind april 2022 een uitnodiging van de ontwikkelaar ontvangen voor de inloopbijeenkomst. Ook een aantal ondernemers aan de Meerweg hebben een uitnodiging ontvangen en de raadsleden van De Fryske Marren zijn uitgenodigd door de ontwikkelaar. Verder heeft Plaatselijk Belang Balk de uitnodiging op social media gedeeld. De inloopbijeenkomst heeft plaatsgevonden op 9 mei 2022. Tijdens de bijeenkomst heeft men vragen kunnen stellen en opmerkingen kunnen plaatsen. Degenen die hier gebruik van hebben gemaakt, hebben in september 2022 een antwoord van de ontwikkelaar ontvangen.
    In december 2022 en januari 2023 hebben we aan de hand van brieven contact gehad met de bewonersgroep Noardwal. Vervolgens heeft met diezelfde groep een gesprek plaatsgevonden op 8 maart 2023 in Balk. Op 12 april 2023 hebben we een overleg georganiseerd in De Treemter in Balk waarbij zo’n 15 à 20 omwonenden aanwezig waren. Wethouder Chris van Hes was hier ook bij aanwezig.
    Er is voor gekozen geen gebruik te maken van een inspraakprocedure middels de terinzagelegging van een voorontwerpbestemmingsplan. De reden daarvoor is geweest dat deze procedurestap niet voorgeschreven is vanuit de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en in voorkomende gevallen gebruikt wordt om te achterhalen hoe de voorgenomen plannen in de (directe) omgeving worden ontvangen. Op basis van de reeds gevoerde overleggen en inloopbijeenkomst was dat echter al duidelijk geworden.
    Op 17 mei 2023 hebben we een mail gestuurd naar o.a. de bewonersgroep Noardwal, Plaatselijk Belang Balk en Spaans Babcock met de opmerking dat het ontwerp bestemmingsplan voor een periode van zes weken ter inzage is gelegd.
  4. Op welke wijze wordt de raad door het college op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen m.b.t. het voormalige terrein van Harcos watersport in Balk.
    Binnen de kaders van het coalitieakkoord wordt gewerkt aan het plan. De uitwerking hiervan wordt ter besluitvorming aan de raad voorgelegd. De beoogde ontwikkeling past naadloos in het coalitieakkoord. De raad is tot voor kort via de LTA op de hoogte gebracht van de laatste ontwikkelingen. Ook rapporteren we meerdere keren per jaar over de voortgang van het project (voorjaars- en najaar rapportages).

Vraag raadslid:
Op 3 juli jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vraag:
Op 25 april 2023 stelde ik u de vraag de rapportage over het jaar 2022 met betrekking tot de gang van zaken bij zwembad Nij Sudersee in Lemmer bekend te maken. Op 12 mei 2023 kreeg ik daarop van u als antwoord dat de eigenaar, dhr Mondeel, had toegezegd deze rapportage aan u ter beschikking te stellen, waarna u de gemeenteraad erover zou inlichten. Inmiddels is meer dan de helft van 2023 verstreken en is er over 2022 nog niets gerapporteerd.
Omdat ik mij zorgen maak over het zwembad, vraag ik mij af hoelang het nog moet duren voordat de gemeenteraad op de hoogte wordt gebracht van de rapportage over 2022?

Antwoord namens college:
Wij hebben op korte termijn een afspraak ingepland om het sociaal maatschappelijk jaarverslag 2022 te bespreken. In Q3 stellen wij het document ter informatie aan u beschikbaar.

Vraag raadslid:
Op 28 juni jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen:
Naar aanleiding van de brief die wij, als raad, ontvingen op 23 juni van *** bezwaarmaker bestemmingsplan Eysingastate, hebben wij een aantal vragen opgesteld.

  1. Waarom is er geen reactie gegeven op tweede WOOverzoek, die aangetekend is verstuurd op 19 april? De wettelijke reactietermijn is al verlopen.
  2. Binnen welk termijn denkt het college antwoord te kunnen geven op dit WOOverzoek?
  3. Hoe kan het dat er eerder door het college is volgehouden dat er GEEN strijdigheden waren, maar dat nu toch blijkt dat externe adviseurs het college hebben medegedeeld dat er WEL degelijk sprake is van diverse strijdigheden?
  4. Zijn er vragen vanuit het college gesteld over de realisatie t.o.v. Het oorspronkelijke bestemmingsplan?
  5. Welke belangenafweging heeft het college gemaakt?
  6. Is er ooit geverifieerd bij de bezwaarmakers of er een erfdienstbaarheid is aangeboden aan hen?
  7. In hoeverre is het college in overleg geweest met de bezwaarmakers en zijn hun belangen voldoende behartigd?
  8. Heeft het college stappen ondernomen om mediation te stimuleren en tot stand te brengen tussen alle betrokkenen?
  9. Is het college bereid nogmaals kritisch te kijken naar de verweerpunten van de bezwaarmakers?

Antwoord namens college:

  1. Waarom is er geen reactie gegeven op tweede WOOverzoek, die aangetekend is verstuurd op 19 april? De wettelijke reactietermijn is al verlopen.
    Het Woo-verzoek is niet direct bij het juiste organisatieonderdeel terecht gekomen. Hierdoor heeft het langer geduurd voordat het Woo-verzoek opgepakt kon worden. Inmiddels is de gevraagde informatie ontvangen en beoordeeld.
  2. Binnen welk termijn denkt het college antwoord te kunnen geven op dit WOOverzoek?
    Op 3 juli is een brief naar verzoeker gegaan met de mededeling dat het verzoek in goede orde is ontvangen, samen met excuses voor het uitblijven van een reactie. In deze brief is tevens uitgelegd dat er sprake is van meerdere derde belanghebbenden. Deze derde belanghebbenden hebben het recht om een zienswijze in te dienen. De termijn voor het indienen van een zienswijze loopt af op vrijdag 14 juli 2023. Het verzoek zal verder in behandeling worden genomen als alle belanghebbenden hun zienswijzen naar voren hebben gebracht of als de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken. Omdat de zienswijzenprocedure loopt, kan nog niet gezegd worden wanneer het college een besluit neemt op dit Woo-verzoek.
  3. Hoe kan het dat er eerder door het college is volgehouden dat er GEEN strijdigheden waren, maar dat nu toch blijkt dat externe adviseurs het college hebben medegedeeld dat er WEL degelijk sprake is van diverse strijdigheden?
    De planregels van het bestemmingsplan Sint Nicolaasga – Recreatieterreinen Eysinga State (2015) boden over het algemeen voldoende flexibiliteit om met een omgevingsvergunning af te wijken ten behoeve van nieuwe ontwikkelingen. Met name op het onderdeel van de weg dat is aangelegd in de bestemmingen ‘Water en Groen’ was veel discussie. In het kader van onze beslissing van 26 september 2022 op het handhavingsverzoek van advocaat Schaap namens diverse eigenaren van de recreatiewoningen aan de Landhuisvaart, hebben we ervoor gekozen om de planologische status van de weg te verbeteren door middel van de partiële herziening van het bestemmingsplan. In het nieuwe bestemmingsplan hebben we alle afwijkingen betrokken.
  4. Zijn er vragen vanuit het college gesteld over de realisatie t.o.v. het oorspronkelijke bestemmingsplan?
    Er is 2017 geen principeverzoek van de ontwikkelaar voor het aangepaste schetsplan geweest. In zoverre heeft het college daarover geen besluit genomen. Stedenbouwkundig waren de aanpassingen op basis van de schetstekening van de ontwikkelaar akkoord bevonden.
    Het plan moest op dat moment verder worden uitgewerkt en geconcretiseerd. Bij de in te dienen aanvragen om omgevingsvergunning, zouden de afwijkingen verder worden getoetst aan de hand van de mogelijkheden van het vigerende bestemmingsplan en bij een positieve uitkomst worden vergund.
  5. Welke belangenafweging heeft het college gemaakt?
    In het kader van de vaststelling van het bestemmingsplan zijn alle belangen afgewogen. Dat zijn in elk geval de belangen van de eigenaren van de bestaande recreatiewoningen aan de Landhuisvaart en de belangen van de eigenaren van de nieuwe recreatiewoningen. Het plan is qua aard en schaal en op hoofdlijnen vergelijkbaar met het oorspronkelijke plan, zij het dat 20 recreatiewoningen minder zijn gebouwd. Van een onaanvaardbaar recreëer-/leefklimaat is volgens ons geen sprake. Zo is er sprake van afschermende begroeiing aan de walkant, zijn er geen steigers gebouwd, loopt de vaart hier dood en van een intensief recreatief medegebruik van het water is geen sprake. Planologisch vinden we de ontwikkeling aanvaardbaar.
  6. Is er ooit geverifieerd bij de bezwaarmakers of er een erfdienstbaarheid is aangeboden aan hen?
    De gemeente heeft geen rol gespeeld in de discussie over de eigendomssituatie of een erfdienstbaarheid ten behoeve van het water van de Landhuisvaart. Wij hebben over een erfdienstbaarheid geen verder contact gehad met de bewoners van de Landhuisvaart. In de contacten met de bewoners tijdens de behandeling van de bezwaren in de handhavingskwesties en het Petear, is dit aspect ter sprake gekomen. De kwestieuze aangelegenheden rond het water aan de Landhuisvaart is een private kwestie waarin de gemeente geen enkele rol speelt. De bewoners van de recreatiewoningen van het Meer van Eysinga hebben bij de behandeling van de zienswijzen er op gewezen dat over de privaatrechtelijke kwestie op dat moment geen oplossing was bereikt.
  7. In hoeverre is het college in overleg geweest met de bezwaarmakers en zijn hun belangen voldoende behartigd?
    Bij de voorbereiding van de vaststelling van het bestemmingsplan (en in de verschillende handhavingskwesties) zijn de standpunten schriftelijk en mondeling uitvoerig gewisseld. We verwijzen ook naar onze reactie op punt 6.
  8. Heeft het college stappen ondernomen om mediation te stimuleren en tot stand te brengen tussen alle betrokkenen?
    Het mediationtraject is in gang gezet door de ontwikkelaar en staat volgens informatie van zijn kant nu even stil. Er wordt gewerkt aan een alternatieve oplossing waar beide partijen zich dan unaniem in zouden moeten kunnen vinden. Onderdeel ervan is dat de RvS procedure wordt stopgezet. We zijn op dit moment nog in afwachting van de mogelijke ontwikkelingen.
  9. Is het college bereid nogmaals kritisch te kijken naar de verweerpunten van de bezwaarmakers?
    De kwestie is momenteel in behandeling bij de Raad van State en in die zin past een terughoudende opstelling. Wij zijn altijd bereid om met beide partijen een goed gesprek aan te gaan over een mogelijke oplossing.

Vraag raadslid:
Via de griffie ontvingen wij op 10 juli jl. nog nadere vragen van de fractie van KFM.
Verdere vraagstelling naar aanleiding van de beantwoording op de voorjaars rapportage, perspectief nota door Kleurrijk Fryske Marren.
Bij de besluitvorming over het ons aankoopbeleid is verwarring ontstaan aangaande CO2 uitstoot.
Kleinere bedrijven moeten nu ook aan de hoge eisen aangaande CO2 voldoen. Willen ze in aanmerking komen voor opdrachten bij De Fryske Marren aangaande openbare werken infrastructuur.
-Heeft u een inventarisatie hoeveel bedrijven niet aan het CO2 beleid kunnen voldoen na de wijziging van het aankoopbeleid? (Met hoeveel bedrijven waar u eerder wel zaken mee deed en nu na de wijziging van beleid niet meer)
-Is de regeldruk die CO2 certificering voor vooral kleinere zelfstandige bedrijven niet veel te hoog?
-Wat zijn de totaal extra kosten voor de gemeente om op de CO2 ladder punt 4 te staan?
-Hoeveel % duurder gaan de projecten openbare werken en infrastructuur worden gezien de extra hoge eisen die we aan het bedrijfsleven te stellen?
-Heeft u daar rekening mee gehouden in de perspectief nota?
-Kunt u de werkelijke milieuwinst ook aangeven ten opzichte van de totaal extra kosten?
-Is de CO2 ladder 4 ook de oorzaak reden waarom de projecten openbare werken en infrastructuur zoals de molenweg Oosterzee en de straatweg Lemmer mede zo duur zijn uit gevallen?
Zo, ja om welk bedrag extra gaat dit dan?
-Kunt u over deze projecten molenweg Oosterzee en Straatweg Lemmer na beantwoording in het petear toch nader verklaren waar de verhoging zit en beter aangeven hoe u het wilt voorkomen in de toekomst?

Antwoord namens college:

  1. Heeft u een inventarisatie hoeveel bedrijven niet aan het CO2 beleid kunnen voldoen na de wijziging van het aankoopbeleid? (Met hoeveel bedrijven waar u eerder wel zaken mee deed en nu na de wijziging van beleid niet meer)
    Nee, die inventarisatie hebben wij niet.
  2. Is de regeldruk die CO2 certificering voor vooral kleinere zelfstandige bedrijven niet veel te hoog? Dit is een vraag waar niet een eenduidig antwoord op te geven is. Wij hanteren de normering voor de CO2 prestatieladder sinds 1 januari 2021 en hebben tot op heden geen signalen ontvangen vanuit kleine ondernemers, die hierop wijzen. Het is goed om daarbij op te merken dat in het dit jaar vastgestelde inkoop- en aanbestedingsbeleid alleen ingeval van RAW-bestekken (de standaard bestekssystematiek in de Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW)-sector) trede 5 van de CO2 prestatieladder wordt uitgevraagd.
  1. Wat zijn de totaal extra kosten voor de gemeente om op de CO2 ladder punt 4 te staan?
    De extra kosten om op niveau 4 gecertificeerd te zijn, bestaan uit ca. € 2.000 per jaar extra advieskosten t.o.v. niveau 3 en het eenmalig uitvoeren van twee ketenanalyses (verplichting niveau 4) voor ca. €4.000.
  2. Hoeveel % duurder gaan de projecten openbare werken en infrastructuur worden gezien de extra hoge eisen die we aan het bedrijfsleven te stellen?
    Een drietal civiele aannemers geeft aan dat de certificeringskosten voor de CO2-prestatieladder niveau 5 ca. 1%-2% bedragen. Zij rekenen ca. 0% tot 2% door aan de opdrachtgevers (algemene kosten/overhead kosten), afhankelijk van de markt- en concurrentiesituatie op dat moment.
  3. Heeft u daar rekening mee gehouden in de perspectief nota?
    Ja, het is beleid om bij GWW-werken CO2-prestatieladder certificaat niveau 5 uit te vragen. Daar is bij de begroting van projecten en de perspectiefnota rekening mee gehouden.
  4. Kunt u de werkelijke milieuwinst ook aangeven ten opzichte van de totaal extra kosten?
    De milieuwinst in 2022 is 1821,9 ton CO2-emissie reductie. Er wordt gerekend met CO2-beprijzing van €875/ton CO2 (1, 2). De maatschappelijke winst is daarmee € 1.594.162,50. De totale kosten voor certificering van CO2-prestatieladder niveau 4 waren in 2022 €34.636,53.
    Bronnen
    1 Klimaatverbond Nederland (2022). Rekening houden met de toekomst. Afwegingskader voor CO2 in provinciaal beleid. (link)
    2 Umweltbundesamt (2020). Methodenkonvention 3.1 zur Ermittlung von Umweltkosten – Kostensätze. (link)
  5. Is de CO2 ladder 4 ook de oorzaak reden waarom de projecten openbare werken en infrastructuur zoals de molenweg Oosterzee en de straatweg Lemmer mede zo duur zijn uit gevallen?
    Nee. Dit heeft hier geen relatie mee.
  6. Zo, ja om welk bedrag extra gaat dit dan?
    Niet van toepassing.
  7. Kunt u over deze projecten molenweg Oosterzee en Straatweg Lemmer na beantwoording in het petear toch nader verklaren waar de verhoging zit en beter aangeven hoe u het wilt voorkomen in de toekomst?
    Deze overschrijdingen worden op pagina 24 van de Voorjaarsrapportage 2023 toegelicht. Daarnaast monitoren we ieder jaar de voortgang van de kredieten bij de jaarrekening. Tussentijds, bij de voor- en najaarsrapportage, worden eventuele afwijkingen met de raad gecommuniceerd.

Vraag raadslid:
Op 21 juni jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vraag:
Vorige week kwam er een krantenartikel onder onze ogen aangaand bovengenoemd onderwerp.

Link : https://nos.nl/artikel/2478890-onrust-bij-lelietelers-na-verbod-op-gebruik-bestrijdingsmiddelen-in-drenthe. Zoals we weten is er de afgelopen jaren in onze gemeente ook onrust over de lelieteelt.
Hierover een vraag:

  1. Wat betekent de uitspraak voor de juridische houdbaarheid van het toestaan van lelieteelt in onze gemeente.
    Antwoord namens college:
    Op dit moment heeft de betreffende uitspraak geen juridische consequenties voor de lelieteelt in onze gemeente. Het gaat om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening van de Rechtbank Noord-Nederland van 12 juni 2023, waarop in de bodemprocedure nog een uitspraak moet worden gedaan.
    Uiteindelijk zal in die bodemprocedure een definitief oordeel volgen, waartegen hoger beroep mogelijk is.
    Aanvullend delen wij mee dat op 14 juni 2023 de Algemene Ledenvergadering van de VNG, op voorstel van de gemeente Buren, een motie heeft aangenomen om een landelijke regeling te treffen voor het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen in relatie tot de omvang van spuitzones en wonen.
    We blijven de ontwikkelingen nauwgezet volgen.
    Wat betekent de uitspraak voor de juridische houdbaarheid van het toestaan van lelieteelt in onze gemeente.
    Antwoord namens college:
    Op dit moment heeft de betreffende uitspraak geen juridische consequenties voor de lelieteelt in onze gemeente. Het gaat om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening van de Rechtbank Noord-Nederland van 12 juni 2023, waarop in de bodemprocedure nog een uitspraak moet worden gedaan.
    Uiteindelijk zal in die bodemprocedure een definitief oordeel volgen, waartegen hoger beroep mogelijk is.

    Aanvullend delen wij mee dat op 14 juni 2023 de Algemene Ledenvergadering van de VNG, op voorstel van de gemeente Buren, een motie heeft aangenomen om een landelijke regeling te treffen voor het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen in relatie tot de omvang van spuitzones en wonen.
    We blijven de ontwikkelingen nauwgezet volgen.

Vraag raadslid:
Op 27 juni jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen:
De stand van zaken met betrekking tot jeugdzorg in ons land is achteruit gegaan, dat is het nieuws. Naar aanleiding daarvan ben ik benieuwd naar de situatie dienaangaande in onze gemeente.

  1. Hoe staat het met de beschikbare hulp en wachtlijsten jeugdzorg en jeugdbescherming in onze gemeente?
  2. In een principe-akkoord heeft de regering afspraken met de gemeenten gemaakt over herstel van de problemen m.b.t. de jeugdzorg. Is er al bekend hoe die afspraken voor onze gemeente zullen uitwerken?

    Antwoord namens college:
    1. Er zijn bij het sociaal wijkteam Jeugd en Gezin geen wachtlijsten. Iedereen wordt te woord gestaan en er wordt besproken met de inwoner over wat nodig is. Daarbij werkt het sociaal wijkteam met een digitale tool, de beschikbaarheidswijzer. Daar staan alle actuele wachttijden bij aanbieders op. In overleg met de inwoner wordt dan een passende keuze gemaakt voor een aanbieder. Mocht het zo zijn dat een aanbieder een wachtlijst heeft (welke kan bestaan uit 0 tot 16 weken) dan zorgt het sociaal wijkteam Jeugd en Gezin, altijd voor passende overbruggingszorg. Dit kan geboden worden door een andere aanbieder, het voorliggende veld/sociale basis of door het sociaal wijkteam zelf. Het sociaal wijkteam Jeugd en Gezin blijft in contact met het gezin. Bij de gecertificeerde instellingen lopen wij op dit moment niet tegen een wachtlijst aan. Aan alle uitgesproken Onder Toezicht Stellingen wordt een gezinsvoogd gekoppeld.

    2. Dit principe-akkoord betreft de Hervormingsagenda. In Fryslân hebben we de laatste jaren binnen SDF, al een aantal van de inhoudelijke hervormingen in lijn met de Hervormingsagenda doorgevoerd (bijvoorbeeld POH bij huisartsen). In de uitvoering van de Hervormingsagenda is het nog niet duidelijk wat de financiële consequenties zijn van reeds doorgevoerde hervormingen. In de loop van 2023 verwachten we dat helder wordt hoe we de afspraken voor onze gemeente uitwerken.

Vraag raadslid:
Op 24 mei jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.
Vragen ter verduidelijking van het delegatie/advies besluit agenda punt 2.11 petear 10 mei verplaatst naar 7 juni 2023.

Uitgaande van categorie 2 van delegatie besluit en advies recht besluit. Waar ligt dan de uit eindelijke bevoegdheid bij het besluit van de raad of college. Waar kunnen wij dat terugvinden in het besluit.

  • Datacentrum
  • Elektrische centrale
  • Elektrische verdeelstations
  • Bouwwerken voor het opwekken en/of opslag van andere vormen van energie, zoals (buurt batterijen) biomassa-installatie en waterstof)
  • Opslag van chemische batterijen ten behoeve van de energietransitie.
  • Trafo stations
  • Ziekenhuis
  • Scholen gemeentelijk of particulier
  • Recreatie /sport accommodaties gemeentelijk of particulier
  • Uitbreiding bebouwde kom
  • Nieuwe winkelcentrums/supermarkten
  • Sportvelden gemeentelijk of particulier
  • Verplaatsing sport velden Idskenhuizen
  • Verplaatsing sportvelden Lemmer of waar dit maar in de toekomst plaats mag vinden.
  • Herstructurering projecten
  • Uitbreiding Natura 2000 gebieden

Soms zal het gaan om hoogte en oppervlakte kan dat erbij genoemd worden.

Misschien hebben we nog iets vergeten in dit rijtje.

Er zijn ontwikkelingen die nu nog niet bekend zijn en daardoor nog niet genoemd kunnen worden. De ontwikkelingen zullen hier niet genoemd zijn maar vallen wel binnen de delegatie/ adviesrecht. Hoe wordt dit geborgd in de delegatie/advies recht besluit zodat de raad nog de bevoegdheid heeft.

Nog een vraag extra hoe zit hét met een nieuwe kerk of moskee?

Antwoord:

Opmerking 1:
Het is onmogelijk om elk mogelijk plan tot in detail uit te werken in het delegatiebesluit of in het besluit adviesrecht. Sommige categorieën zijn feitelijk ‘containeromschrijvingen’ waar bepaalde plannen onder vallen.

Voorbeeld:
Onder punt 13 van het delegatiebesluit is de volgende categorie opgenomen:
(Bouw)projecten voor sportvelden, dagrecreatieterreinen, scholen en begraafplaatsen en daarmee gelijk te stellen maatschappelijke functies en de daarop aanwezige bebouwing, daaronder niet begrepen multifunctionele accommodaties.

Deze omschrijving is aan de ene kant heel concreet en aan de andere kant wat algemener. Een school is heel concreet, maar ‘daarmee gelijk te stellen maatschappelijke functies’ wat algemener. Onder die laatste omschrijving valt bijvoorbeeld ook een voorziening voor kinderopvang.

Een voorziening voor kinderopvang valt dus onder punt 13 van het delegatiebesluit en in dat geval is het college van B en W bevoegd om over het wijzigen van het omgevingsplan voor zo’n voorziening te besluiten.

Opmerking 2:
Sommige plannen kunnen onder de categorieën 1 tot en met 8 van het delegatiebesluit vallen. Dat zijn gevallen waarvoor het college nu ook al bevoegd is. Zo is het college van B en W nu ook al bevoegd om toe te staan dat een grote bedrijfsloods binnen de bebouwde kom in gebruik wordt genomen voor bijvoorbeeld een ziekenhuis. Dit is een gebruikswijziging binnen de bebouwde kom en op grond van de zogenaamde kruimellijst is het college van B en W nu ook al bevoegd om daar een besluit over te nemen.

Datacentrum
Een datacentrum mag niet gerealiseerd worden in Nederland omdat er voor heel Nederland een voorbereidingsbesluit geldt.

Elektrische centrale
Dit betreft een openbare nutsvoorziening. Dit valt dus onder artikel 1, onder 12 of 17 van het delegatiebesluit, dus het college is bevoegd om over het wijzigen van het omgevingsplan te besluiten.

Elektrische verdeelstations
Valt onder artikel 1, onder 12 of 17 van het delegatiebesluit, dus het college is bevoegd om over het wijzigen van het omgevingsplan te besluiten.

Bouwwerken voor het opwekken en/of opslag van andere vormen van energie, zoals (buurt batterijen) biomassa-installatie en waterstof)
Particuliere voorzieningen vallen niet onder het delegatiebesluit, dus de raad blijft bevoegd om over het wijzigen van het omgevingsplan te besluiten.
Zie ook artikel 1, onder 7 van het Besluit adviesrecht.

Opslag van chemische batterijen ten behoeve van de energietransitie
Particuliere voorzieningen vallen niet onder het delegatiebesluit dus blijft de raad bevoegd om over het wijzigen van het omgevingsplan te besluiten.
Zie ook artikel 1, onder 7 van het Besluit adviesrecht.

Trafo stations
Vallen onder artikel 1, onder 12 of 17 van het delegatiebesluit, dus wordt het college bevoegd om te besluiten over het wijzigen van het omgevingsplan.

Ziekenhuis
Hangt af van de ligging binnen of buiten de bebouwde kom. Een ziekenhuis is een maatschappelijke functie en op grond van artikel 1 onder 13 van het delegatiebesluit wordt het college van B en W bevoegd te besluiten over het wijzigen van het omgevingsplan voor een ziekenhuis binnen de bebouwde kom.

Scholen gemeentelijk of particulier
Een school binnen de bebouwde kom valt onder artikel 1, onder 13 van het delegatiebesluit, dus voor die scholen wordt B en W dan bevoegd om over het wijzigen van het omgevingsplan te besluiten.

Recreatie /sport accommodaties gemeentelijk of particulier
Hangt van het soort accommodatie en de ligging ervan af. Een gemeentelijk sportveld binnen de bebouwde kom valt bijvoorbeeld onder artikel 1, onder 13 van het delegatiebesluit. Voor zo’n sportveld wordt B en W bevoegd om over het wijzigen van het omgevingsplan te besluiten.

Uitbreiding bebouwde kom
Valt niet onder het delegatiebesluit, is en blijft bevoegdheid van de raad.

Nieuwe winkelcentrums/supermarkten
Een supermarkt of een winkelcentrum vallen niet onder het delegatiebesluit. Als het nu al een collegebevoegdheid is, dan blijft dat zo. Zie opmerking 2 aan het begin van dit document.

Sportvelden gemeentelijk of particulier
Sportvelden met een maatschappelijke functie binnen de bebouwde kom vallen onder artikel 1, onder 13 van het delegatiebesluit. Voor die sportvelden wordt het college bevoegd om over het wijzigen van het omgevingsplan te besluiten.

Verplaatsing sportvelden Idskenhuizen
Ervan uitgaande dat de nieuwe locatie buiten de bebouwde kom komt te liggen, valt dit niet onder het delegatiebesluit dus is en blijft de raad bevoegd om over het wijzigen van het omgevingsplan te besluiten.

Verplaatsing sportvelden Lemmer of waar dit maar in de toekomst plaats mag vinden.
Hangt er van af: binnen de bebouwde kom: dan wordt het college op grond van artikel 1, onder 13 van het delegatiebesluit bevoegd om over het wijzigen van het omgevingsplan te besluiten.

Herstructurering projecten
Hangt er vanaf waar het voor is. Als het om woningbouw binnen de bebouwde kom gaat, ligt de grens bij maximaal 15 woningen. Bij een herstructureringsproject van maximaal 15 woningen binnen de
bebouwde kom wordt het op grond van artikel 1, onder 10 van het delegatiebesluit bevoegd om over het wijzigen van het omgevingsplan te besluiten.

Uitbreiding Natura 2000 gebieden
Valt niet onder het delegatiebesluit.
Soms zal het gaan om hoogte en oppervlakte kan dat erbij genoemd worden.
In het delegatiebesluit staan geen oppervlaktes genoemd.

Misschien hebben we nog iets vergeten in dit rijtje.

Er zijn ontwikkelingen die nu nog niet bekend zijn en daardoor nog niet genoemd kunnen worden. De ontwikkelingen zullen hier niet genoemd zijn maar vallen wel binnen de delegatie/ adviesrecht. Hoe wordt dit geborgd in de delegatie/advies recht besluit zodat de raad nog de bevoegdheid heeft.

Antwoord:
Het klopt dat er plannen kunnen zijn die nu nog niet bekend zijn, maar wel onder één van de categorieën zullen vallen. Als plannen binnen één van de voor delegatie aangewezen categorieën vallen, dan is het college van B en W bevoegd.

De raad kan overigens het delegatiebesluit wel weer bijstellen opdat plannen van dezelfde categorie die na het bijgestelde delegatiebesluit worden ingediend, wel weer door de raad kunnen worden afgedaan.

Nog een vraag extra hoe zit hét met een nieuwe kerk of moskee?

Antwoord:
Een kerk of moskee betreft een maatschappelijke functie en op grond van artikel 1, onder 13 van het delegatiebesluit wordt het college dan bevoegd om over het wijzigen van het omgevingsplan te besluiten.

Slotopmerkingen
Het feit dat het omgevingsplan voor sommige plannen op grond van het delegatiebesluit door het college kan worden gewijzigd, betekent niet dat er geen invloed is meer van de raad. De raad stelt kaders vast en kan ook via moties invloed uitoefenen. Sleutelwoorden bij delegatie zijn ‘loslaten en vertrouwen’.

De raad kan het delegatiebesluit te allen tijde weer bijstellen opdat plannen van dezelfde categorie die na het bijgestelde delegatiebesluit worden ingediend, wel weer door de raad kunnen worden afgedaan.

Vraag raadslid:
Op 11 mei jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.
Zoals gister (10-5) in het petear besproken is. Hierbij de schriftelijke vraag over de locatie van het Zuiderzee Lyceum. Afgelopen week is veelvuldig in de media geweest dat veel scholen in Nederland te dicht bij een drukke weg of snelweg zitten volgens de nieuwe richtlijn van de GGD.

  1. De vraag van de VVD: hoe zit dat met de nieuwe locatie van het Zuiderzee Lyceum?

    Antwoord
    Gerefereerd wordt naar de afstandseisen uit de GGD Richtlijn Luchtkwaliteit en Gezondheid. Om hooggevoelige groepen te beschermen tegen de extra gezondheidsrisico’s door de uitstoot van verkeer, adviseert de GGD om ten minste 150 meter aan te houden tussen snelwegen en gevoelige bestemmingen zoals scholen. De locatie van het Zuyderzee Lyceum ligt op circa 250 meter vanaf de A6. De afrit Lemmer vanaf de A6 ligt op een afstand van circa 155 meter. De nieuwe locatie voor het Zuyderzee Lyceum voldoet daarmee aan de gestelde afstandseisen.

Vraag raadslid:
Op 9 mei jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.
Vanuit Alzheimer Nederland horen we berichten dat men samen met de Kear zich aan het oriënteren is over ontmoetingsplekken in Joure voor mensen met dementie.
In Heerenveen gaat men daar ook mee aan de gang via een pilot project.
Dementie komt steeds meer voor, ook in onze gemeente en het zou een goede zaak zijn wanneer de Fryske Marren een dementie vriendelijke gemeente zou kunnen worden vandaar hierbij onze vragen.

  1. In hoeverre is het college op de hoogte van deze plannen?

    Antwoord
    De gemeente is hiervan op de hoogte. Wij zijn ons ervan bewust dat het aantal mensen met dementie flink zal toenemen als gevolg van de vergrijzing.
  2. We hebben begrepen dat er ook al een gesprek is geweest met een beleidsmedewerker Welzijn, in hoeverre zijn er al concrete ideeën hierover?

    Antwoord
    Er is contact geweest tussen de Stichting Alzheimer Nederland, de beleidsmedewerker welzijn en De Kear. Dit was een oriënterend gesprek. De vraag van de stichting was of er al dergelijke initiatieven zijn in De Fryske Marren en wat er mogelijk is op dat vlak.
  3. Is er ook al nagedacht over meerdere plekken in onze gemeente waar mensen met dementie elkaar kunnen ontmoeten?

    Antwoord
    Per 1 januari 2023 zijn de nieuwe overeenkomsten met zorgaanbieders voor ondersteuning vanuit de Wmo ingegaan. Onderdeel van deze overeenkomst is, dat er ontwikkeltafels georganiseerd worden. De aanbieders konden in hun offerte aangeven aan welke ontwikkelingen zij hun medewerking willen en kunnen verlenen. Het eventueel aanbieden van eenvoudig laagdrempelige ondersteuning voor mensen met dementie is één van de thema’s. Dit sluit aan bij het coalitieakkoord, waarin we laagdrempelige voorzieningen voor deze doelgroep te ontwikkelen.In gezamenlijkheid met de ketenpartners zijn we inmiddels gestart met het verder ontwikkelen van dit soort voorzieningen. Zodra er concrete plannen zijn voor laagdrempelige (inloop)voorzieningen zullen we de raad daarin meenemen.

Vraag raadslid:
Op 25 april jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.
Naar aanleiding van de berichten met betrekking tot het zwembad Nij Súderse in Lemmer en ook de op de Nieuwsbrief voor raadsleden van 21 april 2023 staande stukken hierover, maak ik mij grote zorgen over het in de huidige vorm voortbestaan van dit door de gemeente gesubsidieerde instructie\recreatiezwembad. Het is nu bijna mei en de gemeenteraad heeft nog niet kennis kunnen nemen van een rapportage over de gang van zaken over het jaar 2022. Wilt u, gezien de urgentie , bedoelde rapportage zo spoedig mogelijk aan de gemeenteraad doen toekomen?

Antwoord:
Nader overleg met de vragensteller heeft opgeleverd dat de vraag om een rapportage betrekking heeft op inzicht in de situatie over 2022 en de mogelijkheid om dit dan te vergelijken met de situatie van 2021. In dat verband moet opgemerkt worden dat op 25 januari 2022, na bijna twee jaar aan maatregelen, lockdowns en versoepelingen, vrijwel alle coronamaatregelen zijn vervallen. Ook voor zwembaden. Dat betekent dat vanaf februari 2022 zwembad Ny Sudersé weer volop in gebruik is.
Eigenaar Mondeel heeft telefonisch toegezegd het inzicht in het maatschappelijk gebruik van zwembad Ny Sudersé vanaf februari 2022 zo spoedig mogelijk aan ons beschikbaar te stellen. Vervolgens informeren wij u.

Vraag raadslid:
Op 12 mei jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.

Tijdens de raad wilde het college geen antwoord geven op mijn vraag naar het college standpunt inzake de Mc Donalds reclamemast. De situatie die u voorhield dat het college het raadsbesluit volgt is echter achterhaald door de rechterlijke uitspraak.
Ook kunt u nog niet steunen met die argumentatie op een nieuw raadsbesluit dat er in hoger beroep wordt aangevochten, dat besluit moet immers nog genomen worden door de raad. Om een juiste afweging te maken. Of het hoger beroep dan wel of juist niet gepast is. Is uiteraard aan de raadsfracties, maar zoals u wellicht weet zijn wij geen uitvoerende partij. U wel. Uw standpunt / afwegingen of besluiten in deze als uitvoerend orgaan zijn dus wel degelijk van belang in mijn ogen. In hoger beroep procederen tegen burgers en tegen een rechterlijke uitspraak ingaan is immers geen sinecure.
Zodoende hierbij nogmaals het verzoek antwoord te geven op de vraag.

  1. Is het college standpunt, de afwegingen en of het college besluit gewijzigd? Of is deze nog identiek als wat wethouder de Jong in 2020 tijdens de raadsvergadering heeft gegeven.

    Antwoord namens college:
    Het standpunt van het college is vertaald in het collegebesluit uit juli 2020. De bijbehorende advisering is door de raad betrokken bij de bespreking van dit onderwerp in de raadsvergadering van 18 november 2020. De raad heeft een ander besluit genomen dan door het college voorgesteld en de (ontwerp) verklaring van geen bedenkingen (vvgb) geweigerd. Na het doorlopen van de zienswijze procedure heeft de raad de vvgb bij besluit van 29 september 2021 (definitief) geweigerd. De hierop volgende beroepsprocedure is bekend. De uitspraak van de rechtbank is beoordeeld door de gemeente ingeschakelde advocaat en die bevindingen zijn betrokken bij het nu voorliggende raadsvoorstel. Het college geeft uitvoering aan het in 2021 door de raad genomen besluit. Die lijn wordt gevolgd. Het college heeft geen nadere afweging gemaakt en geen ander standpunt ingenomen (continuïteit van bestuur). Daar was ook geen aanleiding voor. De raad is nu aan zet. Neemt de raad volgende week een ander besluit dan het nu voorliggende voorstel, dan is dat de lijn waarlangs het college de uitvoering oppakt.

    Dat er nu al (pro forma) hoger beroep is ingesteld, heeft enkel en alleen te maken met het feit dat die rechten op deze wijze veilig zijn gesteld. De termijn voor het instellen van hoger beroep bedraagt zes weken en is anders al verstreken, voordat de raad in de gelegenheid is geweest een besluit te nemen. Neemt de raad nu een ander besluit, dan kan dit pro forma hoger beroep zonder meer weer worden ingetrokken.

Vraag raadslid:
Op 20 maart jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.
Op nu.nl van 9 maart werd een artikel gepubliceerd met de titel ‘Gezondheid boeren op spel door grote cocktail van landbouwgif’. In dit artikel werd een kaart getoond met als bron de bestrijdingsmiddelen atlas. Op deze kaart was ter hoogte van Lemmer/Gaasterland een rode punt aanwezig met volgens de legenda een concentratie van 100-1000 SNO. Dit betekent een overschrijding van tussen de 100 en 1000
maal de norm. Naar aanleiding van bovenstaande heeft D66 de volgende vragen:

  1. Welk oppervlaktewater betreft dit?
  2. Wat waren de oorspronkelijke onderzoeksvragen en -resultaten?
  3. Welke oorzaken zijn er voor deze hoge concentratie landbouwgif in onze regio, dit
    gespecificeerd per landbouwgif in relatie tot landbouwvormen.
  4. Welke gevolgen heeft dit (cq ‘kan dit hebben’) voor de omwonenden’. Zo nee, op welke gegevens baseert het college dit.
  5. Wat is het college van plan om dit aan te pakken? Of zijn er al maatregelen gedaan?

Antwoord namens college:
Het betreft de monitoring van waterkwaliteit door Wetterskip Fryslân in het kader van het landelijk meetnet voor gewasbeschermingsmiddelen (LM-GBM). Dit bestaat uit 8 meetpunten in Noordwest Fryslân. Daarnaast zijn er nog 2 punten in Fryslân die langdurig/routinematig worden gemeten. Een daarvan ligt in Oudemirdum, in de Sminkefeart. Doel is vooral inzicht hebben in de concentraties gewasbeschermingsmiddelen in het water.
Aangezien er verder bij het onderzoek en eventuele maatregelen op grond van de uitkomst geen gemeentelijke betrokkenheid is hebben wij de vragen doorgezonden naar Wetterskip Fryslân. De beantwoording van Wetterskip Fryslân zullen wij u doen toekomen.

Vraag raadslid:
Op 26 april jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.
Artikel 7.1 van de onlangs door de gemeenteraad aangenomen Verordening Jeugdzorg spreekt van de mogelijkheid dat jeugdzorg voor jongeren na het bereiken van de 18-jarige leeftijd nog door kan lopen. In navolging daarvan heb ik nog een aantal vragen:

  1. Bent u bereid deze mogelijkheid middels de verlengde jeugdwet zodanig te benutten tot dat er voor bedoelde cliënten een resultaat bereikt is?
    Antwoord
    Artikel 7.1 vormt niet de basis om verlengde jeugdwet toe te kennen. Dat is geregeld in de Jeugdwet zelf. Wanneer continuering van de hulp voor de jeugdige noodzakelijk is en er is een wettelijke grondslag, dan verlengen wij de jeugdhulp na de 18e verjaardag. Dit is een voortzetting van het huidige beleid. Door uitvoering te geven aan artikel 7.1 zorgen we ervoor dat het SWT samen met alle jeugdigen kijkt wat er nodig is om de overgang naar 18+ zo soepel mogelijk te verlopen. Indien nodig stellen we samen met de jeugdige een Toekomstplan op.
  2. Wilt u, nadat er een bepaalde tijd met deze mogelijkheid tot verdere behandeling gewerkt is, hierover verslag aan de gemeenteraad uitbrengen?
    Antwoord
    We kunnen uw raad informeren over de toepassing van artikel 7.1 van de verordening in de praktijk. Het aantal jaarlijks door het SWT opgestelde Toekomstplannen kan als indicator dienen. We zullen uw raad na afloop van de kalenderjaren 2023 en 2024 informeren over het aantal opgestelde Toekomstplannen via de jaarrekeningen 2023 en 2024.
  3. Hoe groot acht u de kans dat deze mogelijkheid om boven 18 jarigen nog zorg te verlenen in de Jeugdwet zal worden opgenomen?
    Antwoord
    Er zijn geen aanwijzingen dat de huidige wettelijke bepalingen rond het verlengen van de jeugdhulp na de 18e verjaardag aangepast worden. De situaties die in de praktijk als ongewenst werden ervaren, het na de 18e verjaardag stoppen van pleegzorg en verblijf in een gezinshuis, zijn gerepareerd. Voor pleegzorg is dat per 1 juli 2018 gewijzigd. Voor verblijf in een gezinshuis is het aangepast per 1 februari 2020. Deze vormen van hulp worden automatisch verlengd tot 21 jaar.

Vraag raadslid:
Op 18 april ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.
Voor zover wij hebben begrepen is er een ontwerp gekozen en zijn er gesprekken gevoerd met de omgeving aangaande de brug Wyldehoarne te Joure.
Echter komen er berichten binnen, dat de vervanging op zich laat wachten.
Vragen die wij hier bij hebben zijn de volgende:

  1. Kloppen deze berichten?

    Antwoord
    Nee, de gemeente zit nog op koers in de planning. De winter van 22/23 stond in het teken van het uitwerken van het vastgestelde ontwerp tot een bestek en bestekstekeningen. De aanbesteding van dit werk heeft inmiddels plaatsgevonden. In het bestek is opgenomen dat eind 2023 de brug dient te worden opgeleverd. Zodra de aannemer de werkzaamheden definitief heeft ingepland, zal dit worden gedeeld met de omgeving.

    De gemeente kan echter geen brug laten bouwen zonder een omgevingsvergunning. Nadat de bestekstekeningen en berekeningen definitief waren, is ook de vergunningsprocedure opgestart. De afgifte van een omgevingsvergunning voor de aanleg van de nieuwe brug is uiteraard omgeven met zorgvuldigheid.

    Een welstandsadvies van Hûs en Hiem is daar ook onderdeel van. Door de welstandscommissie is een kanttekeningen geplaats bij de verschijningsvorm van de nieuwe brug. Die kanttekening betreft vooral de iconische uitstraling van de brug. De commissie heeft de gemeente voorgesteld om de iconische pilonen achterwege te laten. Hoe om te gaan met dat welstandsadvies wordt uiteraard betrokken bij het bepalen van het finale standpunt van het college. Van belang daarbij is dat het college rekening wenst te houden met de uitkomsten van het intensieve participatietraject dat achter ons ligt. De raadsopdracht was namelijk helder: “De brêge by Wyldehoarne te ferfangen troch in nije brêge dy’t minder djoer is yn it ûnderhâld, wêrby’t it kolleezje yn oerlis mei de omwenners giet oer it ûntwerp fan dizze nije brêge”. (amendement 3 juli 2019).

    Het ontwerp van de nieuwe brug is mede gebaseerd op de uitkomsten van het doorlopen participatietraject. Het college koerst erop om in mei van dit jaar een besluit over de omgevingsvergunning voor de vervangende nieuwe brug te kunnen nemen zodat eind 2023 het werk kan worden afgerond.
  2. Kunnen wij als gemeente de veiligheid van de huidige brug garanderen?

    Antwoord
    Ja. Inspecties van kunstwerken vinden jaarlijks plaats. De gemeente heeft dus ook een goed beeld van de veiligheidstoestand van de brug in Wyldehoarne. Deze inspectie wordt uitgevoerd door een deskundige van een onafhankelijk adviesbureau. Mocht uit inspectie blijken dat de brug niet veilig is, dan worden de juiste maatregelen worden getroffen. De gemeente zal (in het uiterste geval) overgaan tot afsluiting van de brug. De brug wordt begin juni 2023 geïnspecteerd.

Vraag raadslid:
Op 6 april jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.
In de nieuwsbrief lazen wij een memo van u omtrent prestatieafspraken met de woningbouwcorporaties. In deze memo staat dat de corporaties tot 2030 200 woningen willen bouwen.
Vragen van de CDA-fractie:

  1. Hoeveel woningen worden er naar verwachting tot 2030 nog gebouwd in onze gemeente?

    Antwoord
    In de regionale woondeal tussen rijk, provincie en gemeente is als ambitie gesteld dat de gemeente tot 2030, 1050 woningen gaat bouwen. De genoemde aantallen in de woondeal zijn “niet in beton” gegoten. Het zijn de minimale aantallen waar de partijen zich voor willen inspannen. Het partnerschap betekent dat Rijk, Provinsje en gemeenten zich gezamenlijk inzetten om de gezamenlijke opgave te realiseren.
  2. Wat is de verhouding tussen enerzijds het aantal te bouwen huurwoningen (200) en het totaal aantal, naar verwachting, te bouwen woningen? Kortom wat is het percentage?

    Antwoord
    Ten aanzien van voorraad huurwoningen in de sociale huursector is uitgesproken door de corporaties en gemeente bij het ondertekenen van de prestatieafspraken dat het aantal huurwoningen in de gemeente op middellange termijn structureel verhoogd moeten worden. Het doel is om de huurwoningen in ieder geval met netto 200 huurwoningen te vermeerderen tot en met 2030. Dit zou leiden tot een percentage van 19% sociale huurwoningen van het totale nieuwbouwprogramma. In 2023 gaan de corporaties en gemeente, ook op grond van de eerdergenoemde woondeal met het Rijk en provincie en de meest recente uitkomsten van de opgave en middelen van de corporaties verkennen hoe deze doelstelling nog bijgesteld kan worden.
  3. Is deze verhouding/percentage in lijn met de ambitie van het kabinet? Zo neen wat is dan uw beweegredenen om hiervan af te wijken?

    Antwoord
    Het bovenstaande is nog niet in lijn met de ambitie van het kabinet dat het percentage van 30% sociale huur van het nieuwbouwprogramma nastreeft. De gemeenten in de regio Zuidwest Friesland hebben op dit moment ruim 1.250 betaalbare woningen geïnventariseerd. Hiermee wordt minimaal 40% van de opgave in de regio gerealiseerd in het betaalbare segment. Zij zetten zich tot en met 2030 in om dit aandeel te verhogen en toe te werken naar de realisatie van 2000 betaalbare huur- en koopwoningen. Financiële ondersteuning van het Rijk voor plannen met onrendabele investeringen is hiervoor voorwaardelijk.

Vraag raadslid:
Op 29 maart jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.
Al enige tijd hangen er op de groenstrook ook wel bekend als perceel “ LMR01-A-11959” borden met de tekst “verboden toegang”.
Nu is bij ons niet bekend dat deze groenstrook aan de openbaarheid is onttrokken. Wij zijn benieuwd naar de achterliggende reden voor het ophangen van deze borden.
Daarom hebben wij de volgende vragen,

  1. Is perceel LMR01-A-11959 aan de openbaarheid onttrokken?
    1a. Zo ja waar vinden wij dat besluit en hoe is dit vastgelegd?
    1b. Zo nee, waarom hangen er dan toch borden die de openbaarheid in twijfel trekken. U begrijpt dat wij een vergelijkbare situatie zoals bij de omkromte in Joure, waarbij een onzorgvuldige vastlegging van feiten door de gemeente willen voorkomen.

Antwoord namens college:
Uit navraag blijkt dat het gaat om de hieronder weergegeven strook grond, gelegen nabij de Bosruiter en Melkweg in Lemmer.

  1. Is perceel LMR01-A-11959 aan de openbaarheid onttrokken?
    Antwoord:
    Nee. Van onttrekking aan de openbaarheid in publiekrechtelijke zin is geen sprake. Het onttrekken aan de openbaarheid berust op de Wegenwet en heeft betrekking op wegen. In dit geval is geen sprake van een weg in de zin van de Wegenwet. Er is niet sprake van een verkeersbaan, die een functie vervult voor het afwikkelen van het openbare verkeer. De plaatsing van de balk maakt dit niet anders.
    Als geen sprake is van een weg, kan ook geen sprake zijn van een openbare weg. En als geen sprake is van een openbare weg, kan ook niet sprake zijn van onttrekking aan de openbaarheid van een weg.

    1a. Zo ja waar vinden wij dat besluit en hoe is dit vastgelegd?
    Antwoord:
    Zie antwoord op vraag 1.

    1b. Zo nee, waarom hangen er dan toch borden die de openbaarheid in twijfel trekken.
    Antwoord:
    Onder verwijzing naar het antwoord op vraag 1. heeft te gelden dat de strook grond achter de Bosruiter geen openbare weg in de zin van de Wegenwet is. Er is in publiekrechtelijke zin sprake van een openbare strook grond. De strook grond heeft de functie van een schouwstrook en komt om die reden ook niet voor verkoop aan of gebruik door de aangrenzende eigenaren in aanmerking. De toenmalige gemeente Lemsterland heeft een balk geplaatst, om het gebruik van de strook grond feitelijk te ontmoedigen. Na een daartoe ontvangen fixi melding in 2021 is ter hoogte van de Bosruiter 94 een zogeheten artikel 461-bordje geplaatst. Het artikel 461-bordje ter hoogte van Bosruiter 112 is al langer aanwezig. Daarmee hebben wij als grondeigenaar in privaatrechtelijke zin de toegang tot de strook grond aan een ieder verboden. Wij hebben hiermee in praktische zin tegemoet willen komen aan de klachten van omwonenden, die overlast ondervonden van het gebruik van de strook grond door derden.

Vraag raadslid:
Op 11 april jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.
Yn it lân sjogge wy hieltyd mear ‘WOZ’ beswieren opkommen. Hjirfoar brûke de ynwenners faak ek kommersjele buro’s. En neffens de FNP sit hjir no krekt de pine. Dat sit sa.
By in streekrjocht beswier hoecht in gemeente nammentlik -by in terjocht beswier- gjin proseskosten te beteljen, mar by in route lâns in kommersjeel buro krekt wol. Dus in beswier tsjin in te hege ‘WOZ’ dat is net it probleem hjir, mar wol de route. Dizze kosten kinne nammentlik gau oprinne en kostje dan in soad mienskipsjild, binne wy fan betinken.
Fragen fan ‘e FNP fraksje:

  1. Hoefolle ‘WOZ‘ beswieren komme der eins binnen yn De Fryske Marren? En leit dit no ek heger as yn 2022 en 2021?
    Antwoord
    Ja, it tal beswieren is behoarlik heger as oare jierren. Noch net alle ynkommen WOZ-beswieren binne registrearre. De teller stiet op dit stuit op 847 objekten wêrfan’t de WOZ-wearde bestriden wurdt. Wy tinke op mei-inoar 1.100 WOZ-beswieren út te kommen. Wy ferwize nei ûndersteande grafiken foar it ferrin fan it tal beswieren oer de perioade 2014 – 2023.
    Ja, het aantal bezwaren ligt fors hoger dan voorgaande jaren. Nog niet alle ingekomen WOZ-bezwaren zijn geregistreerd. De teller staat momenteel op 847 objecten waarvan de WOZ-waarde wordt bestreden. We denken op in totaal 1.100 WOZ-bezwaren uit te komen. Wij verwijzen naar onderstaande grafieken voor het verloop van het aantal bezwaren over de periode 2014 – 2023.
  2. Hoe leit krekt de ferhâlding (jier 2023) tusken it tal streekrjochte oanfragen en oanfragen dy’t binnenkomme fia in kommersjeel buro.
    Antwoord
    Fia no-cure-no-pay (ncnp) is der tsjin 500 WOZ-weardes beswier oangetekene.
    Via no-cure-no-pay (ncnp) is er tegen 500 WOZ-waardes bezwaar aangetekend.
  3. Wat is de ferdieling fan de beswieren (jier 2023) oer de priisklassen? Sitte hjir ek ferskillen yn tusken streekrjochte en oanfragen fia in kommersjeel buro?
    Antwoord

    De ûndersteande tabel toant it tal objektbeswieren per weardeklasse en per kategory: wenning, rekreaasje(wenning) en bedriuw. Op dit stuit witte we noch net hoe’t de ferdieling by no-cure -no-pay leit.
    Onderstaande tabel toont het aantal objectbezwaren per waardeklasse en per categorie: woning, recreatie(woning) en bedrijf. We weten op dit moment nog niet hoe de verdeling ligt bij no-cure -no-pay.
  4. Foar de groep kommersjele yntsjinners: wat is hjir it gemiddelde oan proseskosten? En as it net lykwichtich ferdielt is, wat is dan de mediaan fan dizze groep?
    Yn 2021 betelle ús gemeente € 11.974 oan proseskostefergoedingen (ynklusyf griffyrjochten en oare kosten). Dat is rom leger as we gemiddeld yn Nederlân sjogge.
  5. We ferwize ek nei it ferantwurdingsdokumint dat iepenbier tagonklik is fia de webside.
  6. https://www.defryskemarren.nl/direct-regelen/belastingen-subsidies/belastingen/wet-woz/
  7. Op side 15 fan dit dokumint kinne jo lêze dat de takenning fan proseskostefergoeding behoarlik leger leit as it Nederlânsk gemiddelde.
  8. In 2021 betaalde onze gemeente € 11.974 aan proceskostenvergoedingen (inclusief griffierechten en andere kosten). Dat is ruim lager dan we gemiddeld in Nederland zien.
  9. We verwijzen ook naar het verantwoordingsdocument dat openbaar toegankelijk is via de website.
  10. https://www.defryskemarren.nl/direct-regelen/belastingen-subsidies/belastingen/wet-woz /
  11. Op pagina 15 van dit document kunt u lezen dat de toekenning van proceskostenvergoeding beduidend lager ligt dan het Nederlands gemiddelde.

Vraag raadslid:
Op 12 april jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.
In de brief van het college, datum 27 januari 2023 gericht aan het COA stond te lezen dat de vergunning voor het huidige AZC niet rond is. In de reactie brief van het COA, 14 maart 2023. Staat beschreven dat de gemeente de laatste stukken in goede orde ontvangen heeft.
Dit roept de volgende vragen bij de VVD fractie op.

  1. Hoe kan het dat de vergunning van het AZC nog niet rond is?
  2. Wat heeft het college afgelopen jaren gedaan om de vergunning rond te krijgen?
  3. Wat betekent het dat er al ongeveer anderhalf jaar een AZC zonder vergunning in Balk open is?
  4. Welke acties heeft het college hierop ondernomen?
  5. Wanneer verwacht het college dat de vergunning verleend wordt?

    Antwoord namens college:
    Hoe kan het dat de vergunning van het AZC nog niet rond is?
    Het huidige azc in Balk is inmiddels ruim zes jaar in gebruik. In die periode is er heel wat gebeurd. Een tijdelijke sluiting, een heropening en een brede discussie met gemeenteraad en de Balkster bevolking inclusief enquête over een verlenging van de termijn voor twee jaar. De verleende omgevingsvergunning is binnen deze periode niet onherroepelijk geworden en ligt op dit moment (vanaf oktober 2021) bij de Afdeling bestuursrechtspraak van Raad van State. Een zitting is tot op heden nog (steeds) niet gepland. Wel zijn op juridisch vlak over en weer de standpunten uitgewisseld en zijn de argumenten en onderbouwingen nader aangescherpt.
    Deze nadere argumenten en aanscherpingen moesten ook worden verwerkt in de ruimtelijke onderbouwing bij de huidige aanvraag. Deze informatie heeft ons echter, ondanks diverse herinneringen aan het COA, pas recent bereikt. Dit was essentieel voor de onderbouwing van de aanvraag.

    Wat heeft het college afgelopen jaren gedaan om de vergunning rond te krijgen?
    Onder verwijzing naar het antwoord onder 1, hebben we het COA diverse malen om de gevraagde aanpassingen gevraagd. Uiteindelijk hebben een (bestuurlijke) brief, meerdere contactmomenten met de bestuursvoorzitter van het COA én een personeelswisseling bij het COA er toe geleid dat de zaak weer aan het rollen is gekomen. Zie verder ook onze brief van 26 januari 2023 aan het COA en de reactiebrief van het COA van 14 maart 2023 daarop.

    Wat betekent het dat er al ongeveer anderhalf jaar een AZC zonder vergunning in Balk open is?
    Feitelijk heeft dit geen invloed op het azc en haar bewoners. Toch vinden we dit een ongewenste situatie. Wij zien het afhechten van deze procedure met als doel een correct vergunde situatie als signaal richting gemeenteraad, maar vooral ook naar de inwoners van onze gemeente. Vertrekpunt is altijd geweest om het azc in Balk door middel van correct verleende vergunningen te laten bestaan. Dat is ook nu nog steeds het uitgangspunt.

    Welke acties heeft het college hierop ondernomen?
    Zie hiervoor het antwoord op vraag 2.

    Wanneer verwacht het college dat de vergunning verleend wordt?
    Recent heeft het college de stukken behandeld en koerst op besluitvorming in de raad van 31 mei 2023. Alvorens het college de vergunning kan verlenen dient de raad te beslissen over het wel of niet afgeven van een Verklaring van geen bedenkingen. Daarna gaat het ontwerpbesluit ter inzage.

Vraag raadslid:
Op 27 maart jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.

Aanleiding
De aanleiding van deze vragen zijn de in 2022 geplaatste wegversmalling in de Hollandiastraat te Scharsterbrug en de geluiden hierover vanuit de inwoners van Scharsterbrug die wij tijdens een plaatselijk belang vergadering hebben meegekregen.
De Wegversmalling is natuurlijk vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid geplaatst, om ervoor te zorgen dat fietsers veilig(er) vanaf het fietspad de weg op kunnen komen. Vanzelfsprekend zijn wij voor het verbeteren van de verkeersveiligheid. Waar wij ons zorgen om maken is de mogelijkheid dat de wegversmalling zomers wanneer de brug in Scharsterbrug heel vaak open moet voor opstoppingen en files (en daarmee onveilige situaties) gaat zorgen. Wij zijn van mening dat dit zeer waarschijnlijk is.

Vragen:

  1. Van inwoners van Scharsterbrug en van Vreugdenhil (fabriek in Scharsterbrug) hebben wij begrepen dat zij niet zijn betrokken bij, noch zijn geïnformeerd over het aanbrengen van de wegversmalling. Klopt dit? Zo ja, waarom?
    Antwoord
    Op 22 september 2020 is Plaatselijk Belang per e-mail gevraagd of zij instemmen met de aanpassing van de komgrens volgens een ontwerpschets. Op 9 oktober 2020 heeft Plaatselijk Belang aangegeven akkoord te gaan met de ontwerpschets vanwege de veiligheid van fietsers. Ze geven daarnaast aan dat uit ervaring zal moeten blijken of de versmalling, met name zomers als de brug veel en soms lang openstaat, leidt tot opstopping buiten het dorp met mogelijke frustraties en ergernissen tot gevolg. In het najaar van 2022 is de komgrens aangepast, dit in combinatie met onderhoud aan het fietspad.
    De feitelijke aanpassing van de komgrens heeft de laatste tijd nogal wat aandacht gekregen en vragen opgeleverd met zich meegebracht. Met een brief van 3 maart 2023 vraagt Plaatselijk Belang Scharsterbrug en nog drie partijen (waaronder Vreugdenhill) om een gesprek om de situatie ter hoogte van de komgrens te verbeteren. Maandag 3 april 2023 heeft er een overleg plaatsgevonden. Afgesproken is op korte termijn mogelijke verbeteringen van de komgrens, waarbij de fietsveiligheid gewaarborgd blijft, te onderzoeken. Een vervolgoverleg is op 8 mei 2023 gepland.
  2. Wat zijn de overwegingen van de gemeente geweest om deze wegversmalling aan te brengen? En is in de overweging de doorstroom van het verkeer in Scharsterbrug in de zomer wanneer de brug vaak open staat voldoende meegewogen?
    Antwoord
    In 2019 is onderzoek gedaan naar de fietsveiligheid in onze gemeente. De aandachtspunten uit dit onderzoek zijn nader afgewogen, uitgewerkt, geprioriteerd en op geld gezet. Wij hebben in januari 2021 kennisgenomen van het rapport ‘Fietsveiligheid De Fryske Marren’ en onder meer ingestemd met het daarbij behorende Uitvoeringsprogramma Fietsveiligheid De Fryske Marren. De gemeenteraad is hierover op 22 januari 2021 middels de nieuwsbrief geïnformeerd. Plaatselijke Belangen zijn eind januari 2021 over het onderzoeksrapport en uitvoeringsprogramma geïnformeerd via de e-mail.
    De situatie bij de komgrens Scharsterbrug vanuit Joure is in het onderzoek aangemerkt als knelpunt met hoge prioriteit. Dit punt wordt door fietsers als erg onveilig ervaren. Om de snelheid van het gemotoriseerde verkeer te remmen, is geadviseerd de weg te versmallen ter hoogte van de komgrens. Dat is bestaand beleid en bij een aantal andere kernen is dat al op deze manier uitgevoerd. Tevens is geadviseerd het plateau iets te verlengen en het kombord te verplaatsen, zodat het zicht op de fietsers verbetert. De aanbeveling is vervolgens verwerkt in een schetstekening en uiteindelijk uitgevoerd in 2022 (zie reactie op vraag 1).
  3. Is het college het ermee eens dat de wegversmalling mogelijk (of zelfs waarschijnlijk) in de zomer wanneer de brug vaak open moet gaat leiden tot onwenselijke opstoppingen/files en daarmee de doorstroom van het autoverkeer onevenredig hindert en (verkeers-)onveilige situaties op kan leveren?
    Antwoord
    Of de wegversmalling mogelijk in de zomer, na het sluiten van de brug, leidt tot grote opstoppingen/files ter hoogte van de komgrens hebben we (nog) niet kunnen ervaren. Het was onze bedoeling om dat in 2023 te monitoren en dat in overleg met Plaatselijk Belang te evalueren.
  4. Klopt het dat de overwegingen en keuzes die in 2011 zijn gemaakt (destijds door Gem. Skarsterlân) na overleg met Plaatselijk Belang niet zijn meegenomen in de overweging die er in 2022 toe heeft geleid dat de wegversmalling nu wel is aangelegd? (Zie brief in bijlage).
    Antwoord
    De aanleiding van de komgrensaanpassing is het in 2019 uitgevoerde fietsveiligheidsonderzoek. De overwegingen en keuzes die in 2011 door de toenmalige gemeente Skarsterlân zijn gemaakt, hebben we hierbij niet betrokken. De in 2011 verzonden brief aan Plaatselijk Belang over verkeersmaatregelen Hollandiastraat Scharsterbrug is volgens de bepalingen van de Archiefwet vernietigd. Wij waren niet op de hoogte van deze brief.

Vraag raadslid:
Op 20 februari jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.
Hjir boppe stiet in link nei in artikel wat juster (sneon 18 febrewaris) yn de Ljouwerter Krante stie. It soe ivich skande wêze dat doarpsfeesten mei optochten troch regeldruk yn de knipe komme en it sels ôfblaze moatte. Dat ropt by ús fragen op:
1) Is it kolleezje bekind mei it artikel en wat fynt it kolleezje fan de taneamende druk op de organisaasjes?
2) Hoefolle optochten ha wy yn dizze gemeente en soe in kollektive fersekering ek in opsje wêze en wat soe dat de gemeente by benadering kostje moatte?

Antwoord namens college:

  1. Ja, wy binne bekend mei it artikel en hawwe lêzen dat de organisaasjes foaral in tanimmende druk ûnderfine yn it ramt fan de fersekerberens fan harren eveneminten. Wy herkenne dit. Ut de fergunningferlieningskant lykwols, is de regeljouwing de lêste jierren net feroare. As gemeente hawwe wy it foech foar it ôfjaan fan in fergunning foar fergunningsplichtige eveneminten. Faak wurdt dat ek as betingst troch fersekerders steld; wy wize organisatoaren hjirop.
  2. Wy hawwe sa ’n sân lytsere optochten en ien grutte optocht yn Sint-Nyk. Foar de optochten yn De Fryske Marren kinne wy as gemeente net sels in evenemintefersekering ôfslute. Wy organisearje as gemeente gjin optochten en wy binne dêrom gjin belanghawwende yn it ramt fan dy fersekering. Yngefal fan skea keart de fersekerder dan ek net út. Mei it each hjirop kinne wy jo net foarsjen fan in kosterûzing. Foar de by de eveneminten belutsen frijwilligers hat de gemeente wol in frijwilligersfersekering ôfsletten, mar dy biedt allinnich in sekundêre dekking (oare fersekeringen, lykas in eigen WA fersekering geane foar).

Nederlandse vertaling

  1. Ja, wij zijn bekend met het artikel en hebben gelezen dat de organisaties vooral een toenemende druk ervaren in het kader van de verzekerbaarheid van hun evenementen. Wij herkennen dit. Vanuit de vergunningverleningskant echter, is de regelgeving de laatste jaren niet veranderd. Als gemeente zijn wij bevoegd gezag voor het afgeven van een vergunning voor vergunningsplichtige evenementen. Vaak wordt dit ook als voorwaarde door verzekeraars gesteld; wij wijzen organisatoren hierop.
  2. Wij hebben circa zeven kleinere optochten en één grote optocht in Sint Nicolaasga. Voor de optochten in De Fryske Marren kunnen wij als gemeente niet zelf een evenementenverzekering afsluiten. Wij organiseren als gemeente geen optochten en wij zijn daarom geen belanghebbende in het kader van die verzekering. Ingeval van schade keert de verzekeraar dan ook niet uit. Gelet op deze onmogelijkheid, kunnen wij u niet van een kostenraming voorzien. Voor de bij de evenementen betrokken vrijwilligers heeft de gemeente wel een vrijwilligersverzekering afgesloten, maar deze biedt alleen een secundaire dekking (andere verzekeringen, zoals een eigen WA verzekering gaan voor).

Vraag raadslid:
Op 9 februari jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.
Gezien het feit dat de vragen in Petear niet zijn beantwoord, de vragen iets verder uitgewerkt als schriftelijke vragen.
We zien de beantwoording graag voor de raad tegemoet.

  1. Kan de college zich vinden in de volledige strekking en inhoud van het stuk?

    Antwoord

Het college kan zich vinden in de volledige strekking en inhoud van de regiovisie.

  1. Zijn er zaken die het college van plan is niet over te nemen of minder verstrekkend in te vullen, zo ja welke en hoe?

    Antwoord

Het college heeft geen voornemen om delen van het plan niet over te nemen of minder verstrekkend in te vullen. We onderschrijven de inhoud van de visie, zoals die nu ter vaststelling voorligt.

  1. Zijn er zaken die het college van plan is verstrekkender in te vullen? Zo ja welke en hoe?

    Antwoord

De regiovisie vormt de basis om de verschillende ontwerpen die genoemd zijn, regionaal en met alle betrokken in te vullen. Daar waar we als college accenten zouden willen leggen bestaat de mogelijkheid om dit in te brengen tijdens het proces van de op te stellen jaarplannen. We hebben hiervoor nog geen concrete onderwerpen.

  1. Zijn er zaken die het college mist en dus van plan is toe te voegen aan de gemeentelijke invulling? En op welke wijze?

    Antwoord
    Er zijn geen zaken die we missen. De regiovisie biedt verschillende aanknopingspunten om zowel provinciaal als lokaal met de verschillende partijen in gesprek te gaan en te kijken waar de gezamenlijke belangen elkaar ontmoeten en we waarover we met elkaar over in gesprek kunnen gaan.

Vraag raadslid:
Op 6 februari jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.
De vragen aan het college:

  1. Wat is de status van de uitbreiding plannen van industrieterrein Lemsterhoek? Dit naar aanleiding van de brief van 11 november 2022 van Dhr. Jellesma.

    Antwoord
    Wij zijn in gesprek met de ontwikkelaar. De ontwikkelaar heeft recent 13 ha grond aangekocht aansluitend aan het bedrijventerrein Lemsterhoek in Lemmer.
  1. Wat zijn de argumenten van het college om tot heden nog niet medewerking te verlenen aan deze uitbreidingplannen, ondanks de planologische mogelijkheden die de locatie heeft + de behoefte van lokale ondernemers die graag willen uitbreiden?

    Antwoord

De wens van de ontwikkelaar en een aantal bedrijven in Lemmer om het bedrijventerrein Lemsterhoek te gaan uitbreiden, past op dit moment niet binnen de vorig jaar vastgestelde nieuwe regionale afspraken over de uitbreiding van bedrijventerreinen in de regio Zuidwest Friesland (SWF). Er is weliswaar planologische ruimte voor de gewenste uitbreiding (binnenplanse wijziging), maar de uitbreiding van Lemsterhoek moet ook passen binnen de gemaakte afspraken met Súdwest Fryslân en de Provinsje Fryslân. Om mee te kunnen werken vraagt dit een andere afweging waar het gaat om de eerder gemaakte keuzes voor nieuwe bedrijventerreinen. Ook vraagt het afstemming/overeenstemming met SWF en Provinsje.

  1. Is het college bereid om zich in te zetten voor de uitbreiding van Lemsterhoek en daarmee de ontwikkeling van het terrein na een periode van circa 45 jaar afteronden.

    Antwoord
    Wij hebben met de ontwikkelaar afgesproken om in Q1 2023 tot een besluit te komen. Op dit moment worden de benodigde ingrediënten nader in kaart gebracht. Wij willen eerst als college zelf een afweging maken of er ruimte gevonden kan worden voor de gewenste uitbreiding. Vervolgens gaan we in gesprek met de regio.

Vraag raadslid:
Op 6 februari jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.
Vanavond is voor de fractievergadering ingesproken door de initiatiefnemers van het plan Poeisz en Aldi in Lemmer. Daar hebben wij de volgende vragen over.
Klopt het dat;

  1. In mei 2022 een principe verzoek is ingediend?
    Antwoord
    Het klopt dat er op 24 mei 2022 een verzoek tot vooroverleg (principeverzoek) is binnengekomen.
  1. Tot op de dag van vandaag hierop geen reactie vanuit het college is gekomen?
    Antwoord
    Het klopt dat er (nog) geen officiële reactie vanuit het college is gekomen.

Daarnaast

  1. Als er nog geen reactie is gegeven wat is hier de reden voor?
    Antwoord
    Wij hebben nog geen reactie gegeven, omdat we hebben onderzocht of het verzoek, hoewel strijdig met vastgesteld beleid, toch nog mogelijk zou zijn. De initiatiefnemers zijn hiervan op de hoogte gebracht.
    Het vigerende, door de gemeenteraad vastgestelde, beleid is behoud van de huidige supermarktstructuur. Meerdere, door de raad vastgestelde, rapporten liggen hieraan ten grondslag. Alle initiatieven zijn tot op heden aan dit beleid getoetst waarbij steeds negatief is besloten. Het onderhavige verzoek zou bij toetsing aan het huidige beleid eenzelfde lot ondergaan.
    Het verzoek is vrijwel identiek aan het verzoek van medio 2020. Toen ook was de wens van de Aldi om te verplaatsen naar de Zeedijk-Sluisweg, naast de Poiesz. Het college heeft ook toen geen medewerking verleend aan het plan. Al sinds 2015 staat verplaatsing van een supermarkt op de agenda van de supermarktondernemers en beleggers. Dit begon met een aanvraag van de Aldi om te verplaatsen naar de Polle en enkele jaren later eenzelfde soort verzoek van de Lidl naar de Polle, maar ook diverse andere plekken in Lemmer zijn de revue gepasseerd. Zie door de gemeenteraad vastgestelde beleidsstukken, waaronder ‘Centrumvisie Lemmer’ vastgesteld in 2012 en ‘Verkenning uitbreiding en verplaatsing supermarkten Lemmer’ vastgesteld juni 2016. Ook vorig jaar is dit nogmaals bekrachtigd bij het door de raad vastgestelde bestemmingsplan Buitengaats.
  2. Wat zijn de termijnen die het college heeft om te reageren op een principe verzoek?
    Antwoord
    In principe geven we binnen 8 weken een antwoord op dit soort verzoeken. Er zit geen fatale termijn aan. In juli 2022 hebben we de initiatiefnemer medegedeeld dat we een verder onderzoek zouden doen. Als we de termijn van 8 weken zouden aanhouden, dan zouden de initiatiefnemers op voorhand een negatief advies krijgen. Er is dus voor gekozen een langere termijn te hanteren.
  3. De initiatiefnemer gaf aan dat de wethouder niet met de initiatiefnemer in gesprek wou. Wat is de argumentatie hiervoor om zo’n gesprek te weigeren?
    Antwoord
    We zijn van mening dat het beleid alleen dan kan worden gewijzigd wanneer er een behoorlijke kwaliteitsslag wordt bereikt. Het enkel verplaatsen van de Aldi naar de Poiesz en daarmee vergroten van de Jumbo, levert geen gewenste kwaliteitsslag. Zo lang er geen gerede argumenten zijn om voorstellen te doen om het staande beleid (dat is vastgesteld door de Raad) te wijzigen en de raad nog niet op de hoogte is gebracht van het onderzoek, ziet het college geen meerwaarde om het gesprek aan te gaan. Immers; de ingediende aanvraag is strijdig met het huidige door de raad vastgestelde beleid. Dit is zoals gezegd, per e-mail medegedeeld aan de initiatiefnemers.

    Het college bereidt een raadsmemo voor om de gemeenteraad op de hoogte te brengen van de inspanningen van de afgelopen tijd.

Vraag raadslid:
Op 3 februari 2023 ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen:

Op 25 november heeft het COA het verzoek gedaan om reguliere asielopvang in onze gemeente voort te zetten. Dit vanwege de aanhoudende hogere instroom en het hoge aantal vergunninghouders in de opvang.

U heeft aangegeven daar nog extra informatie van het COA over te wensen voordat u dit verzoek in behandeling kunt nemen en de raad kan worden geïnformeerd over de vervolgstappen.

Onze fracties maken zich hier zorgen over. Wat ons betreft is tijdige besluitvorming hierover cruciaal, bijvoorbeeld voor het goed kunnen organiseren van het onderwijs voor nieuwkomers. Op dit moment wordt dat verzorgd door De Cocon in Balk. Hun huidige veronderstelling is dat deze school gaat sluiten met ingang van de zomervakantie 2023, omdat er vanaf 1 oktober (?) geen asielopvang in Balk meer zal plaatsvinden. Als we deze veronderstelling niet kunnen wegnemen betekent dit dat het personeel op korte termijn op zoek gaat naar een andere werkomgeving. Hun expertise zal daarmee verdwijnen, en in de huidige arbeidsmarkt voor het onderwijs zal deze lastig te vervangen zijn. Zonde, wat ons betreft.

Zonder nog een standpunt in te willen nemen willen we graag meer informatie over het proces. We hebben hierover de volgende vragen:

  1. Bent u het met ons eens dat het noodzakelijk is om tijdig te besluiten over het al dan niet voortzetten van asielopvang in de locatie Balk, zodat alle betrokkenen weten waar ze aan toe zijn en zich daarop kunnen voorbereiden?
  2. Bent u het met ons eens dat dit niet later zou moeten dan 1 april, maar bij voorkeur eerder?
  3. Kunt u ons toezeggen alles in het werk te zetten om zo snel mogelijk de benodigde informatie te verzamelen om dit besluit te kunnen nemen?
  4. Kunt u ons toezeggen niet alleen het COA, maar ook Cocon actief te informeren over de stappen die er worden gezet?

    Antwoord namens college:
    1. Ja, dat zijn wij met u eens. Om die reden heeft de gemeenteraad in zijn vergadering van 27 oktober 2021 besloten om het COA toestemming te geven de locatie in Balk in te zetten als noodopvang voor de opvang van vluchtelingen voor de gebruiksperiode van twee jaar, ingaande vanaf 1 oktober 2021. Het college voert het raadsbesluit uit en het COA zal dus per 1 oktober 2023 het AZC in Balk sluiten en fysiek ontmantelen. Alle betrokkenen zijn hiervan op de hoogte. De komende weken zullen wij conform onze ambtelijke voorbereiding daartoe alle betrokken partijen aan dit besluit herinneren.
    2. Zie reactie onder 1.
    3. Het college houdt zich aan het door de raad genomen besluit en er wordt geen voorstel aan de raad gedaan over voortzetting van het huidige AZC in Balk.
    Het COA heeft ons verzocht om te kijken naar een mogelijkheid voor een nieuwe duurzame opvang in onze gemeente, hierover is de raad middels een raadsmemo geïnformeerd. Op korte termijn informeren wij de raad nader over dit verzoek en leggen de gemeenteraad daarvoor keuzes voor. In dit verband is het goed om op te merken dat, indien de gemeenteraad instemt met de vestiging van een duurzaam AZC, een dergelijke procedure geruime tijd in beslag kan nemen alvorens het COA op deze wijze asielzoekers kan opvangen binnen onze gemeente.
    4. Met het COA zijn wij in gesprek over de nieuwe aanvraag. Cocon is destijds geïnformeerd over het besluit van de gemeenteraad uit 2021 en de consequenties voor de school. Wij zullen Cocon, zoals opgenomen bij 1. hierover nog eens actief benaderen

Vraag raadslid:
Op 10 januari jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.
Naar aanleiding van perspublicatie in de Leeuwarder Courant d.d. 28 december jl. en de brief van initiatiefgroep woonhof Lemmer, d.d. 8 september jl., gericht aan college en fracties, heeft het CDA de volgende vragen.

  1. Klopt het dat er al sinds 2017 oriënterende gesprekken vanuit het college met de initiatiefgroep zijn?

    Antwoord college:
    Vanaf 2017 heeft de initiatiefgroep zich georiënteerd op mogelijke realisatie van een woonhof in Lemmer. Een eerste officieel oriënterend gesprek met het college over realisatie van een woonhof, heeft plaatsgevonden op 27 februari 2020. Het toenmalige college werd vertegenwoordigd door wethouder Boerland.
  2. Is aangegeven vanuit het college dat de mogelijkheden om te komen tot een woonhofgroep in Lemmer mogelijk is? Zo ja wat waren dan de voorwaarden?

    Antwoord college:
    Er is tijdens het gesprek van 27 februari 2020 aangegeven dat het mogelijk is om te komen tot een woonhof. Toen is ook gewezen op gelijke kansen voor iedereen en dat een dergelijk project moet passen binnen de gemeentelijke woningbouwprogrammering. Er zijn een aantal woningbouwlocaties onder de aandacht gebracht, waar mogelijk kansen lagen. Voor wat betreft locaties waarvan de grond in eigendom is van de gemeente is aangegeven dat wij doorgaans grond kunnen uitgeven op drie verschillende wijzen; door middel van verloting (1) of projectmatige uitgifte aan een projectontwikkelaar (2). Als derde werd uitgifte aan groepen genoemd, waarbij uiteraard ook het principe geldt van gelijke kansen voor iedereen. Deze laatste mogelijkheid kan gerealiseerd worden door middel van uitgifte in een CPO (collectief particulier opdrachtgeverschap). Deze situatie zou dan van toepassing zijn op de woonhofgroep, mogelijk in Tramdijk Oost fase III.
    Opgemerkt moet worden dat ruimte voor een CPO in het bestemmingsplan wordt opgenomen, dat inschrijving op deze ruimte voor iedereen mogelijk is en dat bij meerdere inschrijvingen toekenning per verloting plaatsvindt.

    3.Bent u aanwezig geweest bij een informatiebijeenkomst over gemeenschappelijk wonen in Lemmer? Hebt u daar ook informatie naar voren gebracht en zo ja welke?

    Antwoord college:
    Wij zijn hier niet bij aanwezig geweest

    4. Hebt u als voorwaarde gesteld dat bij evt. realisatie van een dergelijke woonhof er een juridische entiteit door de woonhofgroep diende te worden opgericht?

    Antwoord college:
    Dit is door ons niet als harde voorwaarde gesteld.
    Dit initiatief is opgenomen is “kwestie” bij het vaststellen van de notitie Samenspel en het daarbij behorende plan van aanpak (wikselwurk). Tevens is bij het vaststellen van dit beleid besloten dat de raad regelmatig op de hoogte zal worden gehouden. Blijkens berichtgeving in de LC ziet de woonhofgroep Lemmer op dit moment geen kans om hun plannen te ontwikkelen.

    5. Waarom is de raad hiervan niet op de hoogte gesteld, dit ook al mede gelet de raadsuitspraak dat de raad op de hoogte zou worden gehouden.

    Antwoord college:
    Op 21 april 2021 heeft de raad besloten over het project Tramdijk-Oost fase III. Hierbij was een memo gevoegd over de stand van zaken met betrekking tot Woonhof Lemmer. In dit memo is duidelijk aangeven waarom het project van de woonhof niet exclusief in Tramdijk Oost fase III gerealiseerd kon worden. Er zijn meerdere gesprekken gevoerd met de initiatiefgroep, maar dit heeft niet tot een concreet resultaat geleid.

    6. Bent u het ons van mening dat door een dergelijke, positieve grondhouding, er verwachtingen zijn gewekt jegens de woonhofgroep?

    Antwoord college:
    Wij kunnen ons voorstellen dat er mogelijk verwachtingen zijn gewekt. Vooral vanwege het feit dat in vervolggesprekken na 27 februari 2020, niet steeds expliciet is ingegaan op de randvoorwaarden om te komen tot succesvolle realisatie van een woonhof in Lemmer. Achteraf kunnen we stellen dat de procedure van uitgifte van gemeentegronden (mogelijkheden en onmogelijkheden) kennelijk niet altijd duidelijk bij Woonhof is overgekomen. Duidelijkheid hierover heeft het huidige college tijdens de laatste gesprekken opnieuw gegeven en eveneens is de positieve grondhouding herbevestigd binnen het kader van de (wettelijke) mogelijkheden.

    7. Kunt u aangeven op welk moment (datum) u in de besprekingen met de woonhofgroep duidelijk kenbaar hebt gemaakt dat het verkopen van grond in eigendom van de gemeente aan een groep niet mogelijk is?

    Antwoord college:
    Eind 2020 is schriftelijk duidelijk gemaakt dat is besloten dat er geen woonhof gevestigd kan worden in het project Tramdijk Oost fase III. Op 25 februari 2021 is dit tijdens een digitale bijeenkomst mondeling toegelicht door een vertegenwoordiging van het college. Er is aangegeven dat is gekozen voor projectmatige uitgifte aan een projectontwikkelaar en uitgifte van kavels aan particulieren. Hiernaast is ruimte beschikbaar voor Dynhûs om sociale woningen te realiseren. Na dit overleg is er nogmaals gekeken of er mogelijkheden waren in het project Tramdijk Oost fase III, maar de uiteindelijke conclusie was negatief. Op 30 mei 2022 is dit ambtelijk besproken met groep. We moeten constateren dat er op dit moment nog weinig mogelijkheden zijn in onze gemeente om te komen tot CPO-projecten op eigen grond. Dit is een aandachtspunt voor de toekomst (zie verder het antwoord op vraag 2)

    8. Indien er verwachtingen zijn gewekt hoe beoordeelt u dan, achteraf, uw houding en gedrag jegens de initiatiefgroep?

    Antwoord college:
    Het idee om te komen tot een woonhof in Lemmer zien wij nog steeds als een sympathiek idee. Wij hebben hier altijd een positieve grondhouding in aangenomen en doen dat nog steeds. Wij zijn wel van mening dat tijdens de start van dit traject de randvoorwaarden duidelijker en explicieter gesteld hadden kunnen worden.

Vraag raadslid:
Op 16 januari 2023 ontvingen wij via de griffie de volgende vragen:
In verband met eerder aan u gestelde vragen en de beantwoording ervan over dagopvang in daarvoor bedoelde zorginstellingen bleek dat de kosten voor maaltijden in de prijs verrekend zijn, er dus niet sprake is van verplichte eigen bijdragen daarvoor. In de beantwoording bleek dat er bijdragen op basis van vrijwilligheid toegestaan zijn van €3.50 tot €4.- per dag. Uit berichten die mij hebben bereikt blijkt dat er door zorginstellingen soms meer dan het dubbele van de deze bedragen wordt gevraagd.

Dat brengt mij tot de volgende vragen:
(1). Bent u hier ook van op de hoogte?
(2). Bent u met mij van mening dat er gezien de hoogte van deze aparte eigen bijdragen voor maaltijden geen sprake is van vrijwilligheid maar van verplichte eigen bijdragen?
(3). Bent u ook met mij van mening dat het moeten betalen van eigen bijdragen voor maaltijden bij dagopvang van kwetsbare – dikwijls dementerende – mensen een financiële rem opwerpt voor het al vaak zeer moeilijk hebbende mantelzorgers?
(4). Omdat ook inwoners van onze gemeente hiermee te maken hebben of krijgen, bent u dan bereid een en ander te onderzoeken en zo nodig zorginstellingen voor dagopvang erop aan te spreken?

Antwoord namens college:
Op 14 september 2022, hebt u vragen gesteld over de maaltijden bij dagopvang. In onze antwoorden daarop hebben wij onderscheid gemaakt in kortdurend verblijf en dagbesteding. Bij kortdurend verblijf, waaronder respijtzorg, hebben wij aangegeven dat het niet is toegestaan om een extra bijdrage te vragen voor maaltijden en overige voedingskosten. Bij dagbesteding, zoals zorgboerderijen, is het toegestaan om de maaltijden tegen een redelijk bedrag bij de deelnemende inwoners in rekening te brengen.

U vraagt nu naar vergoeding van maaltijden, specifiek bij dagbesteding. Hieronder onze antwoorden.
(1) Ja, wij zijn hiervan op de hoogte. Op dit moment is bij ons bekend dat één aanbieder voor dagbesteding een tarief hanteert van € 8,05 per maaltijd. Daarnaast is bekend dat enkele andere aanbieders voor dagbesteding een bedrag van € 5,00 tot € 6,00 per maaltijd bij de deelnemende inwoners in rekening brengen. Ook zijn er aanbieders die geen bijdrage voor maaltijden vragen.

(2) Nee, deze mening delen wij niet. Een aanbieder kan een redelijke bijdrage voor een maaltijd vragen, maar kan niet verplichten dat cliënten hier gebruik van maken. Een deel van de gecontracteerde aanbieders vraagt een bijdrage. Ons zijn geen situaties bekend dat dit ertoe heeft geleid dat een inwoner vanwege de bijdrage afziet van dagbesteding.

(3) Als het om een redelijke vergoeding gaat, delen wij deze mening niet. Doorgaans zijn de kosten voor een maaltijd niet duurder dan de maaltijd thuis. In hoeverre een bijdrage redelijk is wordt bepaald door de Nibud-normen, het Voedingscentrum en andere maaltijdservices. In onze eerdere beantwoording op uw vragen van 14 september 2022 noemden wij een bedrag van rond € 4,00 per maaltijd, door de stijgende kosten kan dit bedrag worden bijgesteld. Als het gaat om een te hoge bijdrage, delen wij uw mening dat dit zou kunnen leiden tot ongewenste effecten zoals het afzien van zorg.

(4) We nemen de signalen over aanbieders die een te hoge bijdrage vragen ter harte. Als een aanbieder een bijdrage vraagt die sterk afwijkt van de gemiddelde redelijke kosten dan zullen we de aanbieder hierop aanspreken en erop toezien dat de bijdrage wordt verlaagd tot een redelijk bedrag. Dit geldt in iedere geval voor de aanbieder die € 8,05 per maaltijd in rekening brengt. Op korte termijn maken we hernieuwde afspraken met aanbieders en de adviesraad sociaal domein over de toegestane bijdrage voor maaltijden.

Vraag raadslid:
Op 13 december 2022 ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.

  1. Is het u bekend dat de afvalcoach ongevraagd bij onze inwoners in de afvalbak kijkt?

    Antwoord namens college
    Wat een afvalcoach doet en hoe een afvalcoach kan helpen bij het afvalscheiden hebben we breed kenbaar gemaakt. Onder andere via onze website, sociale media kanalen, in ons gemeentelijk katern Tusken de Marren en de AfvalApp. Een afvalcoach is vooral in de wijk te vinden en heeft contact met de inwoners. Ze kijken wat er juist wel en niet goed gaat bij het afval scheiden in de containers en bieden een helpende hand aan inwoners om hun afval (nog) beter te scheiden. Met het oog op die werkzaamheden kijkt de afvalcoach ook (ongevraagd) in de op de openbare weg geplaatste container.

  2. Is het u ook bekend dat deze ook met de handen in de afvalbak gaat en zelfs spullen er uit haalt?

    Antwoord namens college
    De afvalcoach verricht vooral visuele inspecties in de afvalcontainers. Om een goede indruk te krijgen – van wat wel en niet goed gaat bij het afvalscheiden in de containers – worden er soms ook spullen uit de container gehaald.

  3. Kunt u zich voorstellen dat dit als zeer privacy gevoelig wordt ervaren?

    Antwoord namens college
    We zijn ons ervan bewust dat een inspectie van een afvalcontainer ook informatie kan geven over onze inwoners en dat zij dit als een inbreuk op hun privacy kunnen ervaren. Het is daarom belangrijk om onze inwoners goed te informeren en waarom wij deze controles verrichten en welke informatie we vastleggen.

  4. Wordt de afvalcoach na haar bevindingen en het rapport straks vervangen door een soort BOA die net als in de corona tijd bij te dicht bij elkaar zitten, de inwoners beboeten als ze iets verkeerd in de afvalbak gooien?

    Antwoord namens college
    De afvalcoaches hebben geen taak die vergelijkbaar is met een BOA. Onze afvalcoaches helpen met allerlei tips over afvalscheiden, het verminderen van restafval én vragen over wat er naar de milieustraat kan.

  5. Kunt u indien de bovenstaande vraag niet het geval is, ons toezeggen dat dit in de toekomst niet zal gaan gebeuren?

    Antwoord namens college
    De afvalcoaches krijgen ook in de toekomst geen BOA-taak en delen geen boetes uit.

  6. Hoe ziet u er op toe dat door deze coach er niet afval illegaal wordt gedumpt om te voorkomen dat de coach het ziet?

    Antwoord namens college
    We verwachten geen toename van illegale dumping vanwege de inzet van afvalcoaches.

  7. Welke (milieu)winst denkt u er mee te gaan behalen dat mensen op hun afval gaan letten?

    Antwoord namens college
    Doel van de inzet van afvalcoaches is: minder grondstoffen in de grijze container, meer grondstoffen naar de milieuterreinen en een betere afvalscheiding op onze milieuterreinen. De afvalcoaches zijn actief op milieuterreinen, op straat en bij bijeenkomsten en evenementen. We willen het onze inwoners zo gemakkelijk mogelijk maken met een persoonlijk contact en dat ze worden geholpen bij het sorteren van grondstoffen.

  8. Wat vindt u van de mening dat een gemeente moet faciliteren in plaats van controleren en beboeten?

    Antwoord namens college
    Wij delen de mening dat een gemeente moet faciliteren in plaats van controleren en beboeten.

  9. Staan de gemaakte kosten voor een afvalcoach in verhouding met het beoogde resultaat?

    Antwoord namens college
    Onze huidige twee afvalcoaches zorgen ervoor dat er minder grondstoffen in de afvaloven belanden. Dit is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor de portemonnee. Uiteindelijk kunnen er meer grondstoffen worden ingezameld die hergebruikt kunnen worden voor nieuwe producten. Deze kosten wegen dus zeker op tegen de baten.

Vraag raadslid:

Op 20 september jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.
De toekomst van het Nannewiid in Oudehaske e.o. staat onder grote druk. Er kan bijna geen recreatie meer op het water plaatsvinden, omdat het Nannewiid dichtslibt. Het onderwerp is de afgelopen tijd al diverse malen voorbijgekomen, maar het wordt tijd voor actie!

Hierbij onze vragen aan het college:

  1. Is het college op de hoogte van de ernst van de situatie rondom het Nannewiid?

    Antwoord namens college
    Ja, het college is op de hoogte van de situatie rondom het Nannewiid.
  2. Heeft het college een visie op de toekomst van het Nannewiid?

    Antwoord namens college
    Het college werkt aan een Omgevingsvisie en een algemene visie (programma) op toerisme en recreatie. Vanuit een faciliterende rol is met subsidie van de gemeente en Provincie en participatie van de verschillende stakeholders/overheidspartijen van onderop een integrale gebiedsvisie opgesteld voor het Nannewiid.
  3. Is het college op de hoogte van het gebiedsplan voor het Nannewiid?

    Antwoord namens college
    Ja, het college heeft op 15 maart jl. kennis genomen van het gebiedsplan voor het Nannewiid dat in November 2021 door de Stichting Nannewiid is vastgesteld.
  4. Is het college van plan om op korte termijn actie te ondernemen om in gesprek te gaan met stichting Nannewiid?

    Antwoord namens college
    Het college is al met de Stichting Nannewiid in gesprek over de problematiek. Ook in oktober staat er een gesprek gepland met de Stichting en de nieuwe portefeuillehouder(s). Ambtelijk is met de overheden een adviestafel georganiseerd die input moet geven voor een bestuurlijk overleg.
  5. Is er geld gereserveerd voor ondersteuning voor het behoud van het Nannewiid?

    Antwoord namens college
    Nee, er is geen geld gereserveerd specifiek voor het behoud van het Nannewiid. Wel kijken we naar koppelkansen met het project van het ecologisch baggeren (regie It Wetterskip). Zo zien we mogelijkheden in een koppeling door het baggeren van de veenscheiding en gaan we mee voor wat betreft het baggeren van de watergangen die in verbinding staan met de overstort aan de andere kant van de Jousterweg (daar zijn middelen voor).

Vraag raadslid:
Via de griffie ontvingen wij de navolgende aan de Rekenkamer gestelde vragen als schriftelijke vragen.

Wij verzoeken de rekenkamer onderzoek te doen naar het functioneren van de bezwaren commissie en naar de gang van zaken m.b.t. de bezwaarschriften procedure. Vragen voor onderzoek:

  1. Wat is de oorzaak waarom de raad 4 jaar lang geen jaarverslag van deze commissie heeft ontvangen?
  2. Is het laatste verslag over de afgelopen 4 jaar wel van voldoende inhoud en kwaliteit om als raad de controlerende taak uit te kunnen oefenen?
  3. Wordt de raad wel voldoende geïnformeerd over de zaken die zijn aangespannen en over de voortgang en het resultaat daarvan?
  4. Is het wel juist dat het college van b. en w. de leden van de commissie benoemt? Is dit wel zuiver aangezien het veelal gaat om de beoordeling van hun eigen beleid / besluiten?
  5. Het secretariaat van de commissie valt onder de afdeling juridische zaken. Is dit wel een juiste zaak omdat deze afdeling ook vaak vooraf (mede)advies geeft in de zaak waartegen bezwaar wordt gemaakt? Is dit niet een kwestie van de slager die zijn eigen vlees keurt?
  6. Worden de wettelijk voorgeschreven beslistermijnen voor de aangespannen zaken wel in acht genomen? Zijn er de laatste 4 jaar termijnen overschreden?
  7. Hoe hebben de bezwaarmakers de behandeling van hun bezwaarschriften ervaren of zijn er verbeteringen mogelijk.
  8. Een belanghebbende kan, als de beslistermijn voorbij is, de gemeente in gebreke stellen en een dwangsom van de gemeente eisen wegens te late besluitvorming. Op 5 april 2022 heeft het college een dergelijke dwangsom toegekend. Hoe vaak heeft de gemeente een dwangsom wegens te late besluitvorming moeten betalen?
  9. Staat de bevoorrechte positie van de gemeente (met al zijn juridische kennis) nog wel in verhouding tot de rechtzoekende bezwaarmaker en/of vergunninghouder die niet de beschikking heeft over die juridische kennis?
  10. Voldoet de werkuitvoering van de commissie aan de wettelijke en/of gemeentelijke /landelijke regelgeving ter zake?
  11. Zijn er verbeteringen in de werkwijze aan te bevelen, ook kijkend naar hoe andere gemeenten omgaan met de bezwarencommissie? Zijn er andere vormen die wellicht gehanteerd worden door grotere gemeenten dan DFM en die tot verbeteringen kunnen leiden?
  12. Kunnen de inwoners voor of tijdens of na geschillen hun verhaal toelichten bij een wethouder of burgemeester ?
  13. Besluit B&W op 4 december 2018. Jaarverslag 2018 ( aanbevelingen ) Aanbevelingen over te nemen en voor de uitvoering een hiervan een afstudeeropdracht 2019 te maken . Is dit gebeurt en wat is er mee gedaan ?

    Antwoord namens college:
    Opmerking vooraf:
    De betrokken fracties hebben hun vragen oorspronkelijk bedoeld als input voor de Rekenkamer De Fryske Marren. Aan de Rekenkamer is gevraagd om aan de hand van de gestelde vragen onderzoek te doen naar het functioneren van de commissie voor de bezwaarschriften. Inmiddels begrijpen wij dat de Rekenkamer van mening is dat het op dit moment niet zinvol is het gevraagde onderzoek te doen en heeft de Rekenkamer de betrokken fracties geadviseerd hun vragen eerst aan het college te stellen.
    Voor ons is dit een ongebruikelijke situatie. Immers; in een deel van de vragen wordt ook een oordeel gevraagd dat naar onze mening slechts na onderzoek, eventueel door een externe partij, gegeven zou kunnen worden. Van het college mag op deze onderdelen geen sluitend antwoord worden verwacht. Desondanks wordt hieronder een poging gedaan om zoveel mogelijk te reageren op de gestelde 13 vragen.

  1. Wat is de oorzaak waarom de raad 4 jaar lang geen jaarverslag van deze commissie heeft ontvangen?
    In de nieuwsbrief van 17 juni 2022 is het periodeverslag van de Bezwaarschriftenrencommissie over de jaren 2018-2021 aan de raad aangeboden. Eerder zijn over het tijdsverloop technische vragen door de fractie van KFM gesteld, waarop in reactie door het college is aangegeven dat de keuze voor een periodeverslag vooral is terug te voeren op het feit dat de collega’s van juridische zaken in corona-tijd volop zijn ingezet in de crisisorganisatie. Die inzet heeft destijds geleid tot andere keuzes in de bedrijfsvoering en heeft daarmee gevolgen gehad voor wat betreft het reguliere werk. De focus lag vooral op de voortgang van de individuele behandeling van de bezwaarschriften.
  2. Is het laatste verslag over de afgelopen 4 jaar wel van voldoende inhoud en kwaliteit om als raad de controlerende taak uit te kunnen oefenen?
    Het periodeverslag is het verslag van de Bezwaarschriftencommissie. Het college heeft dit verslag ter kennisname aangenomen en het ter informatie aan de raad aangeboden. Wanneer de raad van mening zou zijn dat dit verslag niet van voldoende kwaliteit is, dan heeft de raad de mogelijkheid om daarover aan de Bezwaarschriftencommissie inhoudelijke vragen te stellen.
  3. Wordt de raad wel voldoende geïnformeerd over de zaken die zijn aangespannen en over de voortgang en het resultaat daarvan?
    Ja. Het college is verantwoordelijk voor een goede gang van zaken rond de behandeling van bezwaarschriften. Over de besluiten die worden genomen op de adviezen van de commissie wordt de raad door de besluitenlijsten van het college geïnformeerd. Over de werkzaamheden van de commissie wordt de raad in algemene zin geïnformeerd via de jaarverslagen van de commissie.
  4. Is het wel juist dat het college van b. en w. de leden van de commissie benoemt? Is dit wel zuiver aangezien het veelal gaat om de beoordeling van hun eigen beleid / besluiten?
    Eén van de leidende principes in het Nederlands bestuursrecht is dat een bezwaarschrift wordt behandeld door het orgaan dat het besluit ook heeft genomen. Een besluit van het college waartegen bezwaar wordt ingediend moet dus op grond de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) door ons zelf worden heroverwogen. Binnen de wettelijke kaders is gekozen voor de inzet van een commissie met
    externe deskundigen (zoals in bijna alle gemeenten), teneinde de onafhankelijkheid te bevorderen. Uiteindelijk nemen wij zelf een besluit over het bezwaarschrift; geheel conform de wet.
  5. Het secretariaat van de commissie valt onder de afdeling juridische zaken. Is dit wel een juiste zaak omdat deze afdeling ook vaak vooraf (mede)advies geeft in de zaak waartegen bezwaar wordt gemaakt? Is dit niet een kwestie van de slager die zijn eigen vlees keurt?
    Zie reactie op vraag 4. De wijze van behandeling vloeit rechtstreeks voort uit de Awb. Het advies van de Bezwaarschriftencommissie wordt geformuleerd door de commissie zelf. De commissie wordt daarbij bijgestaan door het secretariaat.
  6. Worden de wettelijk voorgeschreven beslistermijnen voor de aangespannen zaken wel in acht genomen? Zijn er de laatste 4 jaar termijnen overschreden?
    Deze vraag vergt nader (organisatie-breed) onderzoek en kan nu niet door het college worden beantwoord.
  7. Hoe hebben de bezwaarmakers de behandeling van hun bezwaarschriften ervaren of zijn er verbeteringen mogelijk.
    Er is tot op heden geen inhoudelijk onderzoek gedaan naar de ervaringen van bezwaarmakers.
  8. Een belanghebbende kan, als de beslistermijn voorbij is, de gemeente in gebreke stellen en een dwangsom van de gemeente eisen wegens te late besluitvorming. Op 5 april 2022 heeft het college een dergelijke dwangsom toegekend. Hoe vaak heeft de gemeente een dwangsom wegens te late besluitvorming moeten betalen?
    Uit vraagstelling wordt ons niet duidelijk of er alleen wordt gevraagd naar een ingebrekestelling in het kader van de bezwaarschriftenprocedure of dat die vraag in algemene zin is bedoeld. Afhankelijk van die concretisering vergt dit nader (organisatie-breed) onderzoek en kan de vraag nu niet door het college worden beantwoord.
  9. Staat de bevoorrechte positie van de gemeente (met al zijn juridische kennis) nog wel in verhouding tot de rechtzoekende bezwaarmaker en/of vergunninghouder die niet de beschikking heeft over die juridische kennis?
    Veel bezwaarmakers laten zich bijstaan door een advocaat, rechtsbijstandsverlener of een andere deskundige. Onze ervaring is overigens dat een Bezwaarschriftencommissie juist nivellerend werkt, in die zin dat de commissie veel beter in staat is om de gemeente te ondervragen dan een individuele inwoner.
  10. Voldoet de werkuitvoering van de commissie aan de wettelijke en/of gemeentelijke /landelijke regelgeving ter zake?
    Ja. De Bezwarencommissie werkt op basis van onze eigen verordening en landelijke wet- en regelgeving. De ontwikkelingen daarin worden door de leden en de secretarissen nadrukkelijk gevolgd.
  11. Zijn er verbeteringen in de werkwijze aan te bevelen, ook kijkend naar hoe andere gemeenten omgaan met de bezwarencommissie? Zijn er andere vormen die wellicht gehanteerd worden door grotere gemeenten dan DFM en die tot verbeteringen kunnen leiden?
    Deze vraag kan niet door het college worden beantwoord en vergt nader onderzoek.
  12. Kunnen de inwoners voor of tijdens of na geschillen hun verhaal toelichten bij een wethouder of burgemeester ?
    Op grond van de Verordening commissie bezwaarschriften worden bezwaarschriften in handen gesteld van de commissie bezwaarschriften. Deze commissie adviseert het bestuursorgaan vervolgens over de te nemen beslissing op het bezwaar. Belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld hun mening naar voren te brengen. Het ligt niet voor de hand dat het college gedurende dit proces ook belanghebbenden gaat horen. Er wordt dan immers vooruit gelopen op de onafhankelijke advisering door de commissie. Tussentijds overleg met bijvoorbeeld een vergunninghouder past dan ook, vooral gelet op de belangen van andere belanghebbenden, niet in dit proces.
  13. Besluit B&W op 4 december 2018. Jaarverslag 2018 (aanbevelingen) Aanbevelingen over te nemen en voor de uitvoering een hiervan een afstudeeropdracht 2019 te maken. Is dit gebeurt en wat is er mee gedaan ?
    Dit betreft een aanbeveling met betrekking tot het Jaarverslag 2017. De algemene aanbeveling heeft betrekking op het verkennen van een meer informele aanpak van de bezwaarschriftenprocedure. Hiernaar is een ambtelijke verkenning geweest en wij passen deze aanpak zoveel mogelijk toe.

Vraag raadslid:
Op 7 november jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen. De vragen zijn door de fractie van KFM gesteld naar aanleiding van de Programmabegroting 2023.

50.
Blz 201: Havenkosten laten een dekkingspercentage van 32,6 % zien. Is het niet eens tijd een nieuwe integrale beleidsnotitie te schrijven en daarbij ook naar de kosten dekkendheid te kijken. Zie blad 83 beleidsnotities van 2015 en 2017 zijn sterk verouderd.

Antwoord college
Het college beziet periodiek de actualisering van voorliggende stukken.
Vragen naar aanleiding bovenstaande notitie :

  1. In die notitie staat dat u de havens gaat monitoren. Wij zouden daar graag een overzicht van willen?

    Antwoord namens college
    Tot op heden geschiedt de jaarlijkse monitoring na afloop van het vaarseizoen. Voor de verhuurde havens blikken we terug op het seizoen tijdens de evaluatiegesprekken met de exploitant. De havens in eigen beheer worden geëvalueerd middels de eindevaarseizoen-bijeenkomst met alle medewerkers van de havens. De uitkomsten van deze besprekingen worden, voor zover relevant, als aandacht- en actiepunten in de voorbereiding op het volgende seizoen meegenomen.
    Afgelopen twee jaar (Covid 19) zijn er geen live-bijeenkomsten geweest.
    Afgelopen jaren zijn de data zorgvuldig geregistreerd in digitale bestanden. Met ingang van het vaarseizoen 2023 worden de data wekelijks in een digitaal dashboard verwerkt, zodat ontwikkelingen gedurende het vaarseizoen te volgen zijn. De gevraagde data versturen we eind januari ter info aan de raad.
  2. Er zijn voornemens beschreven in hoeverre is dat gelukt de afgelopen 10 jaar?

    Antwoord namens college
    De voorgenomen acties zijn voor 70% uitgevoerd. De overige acties kunnen pas uitgevoerd worden na de vaststelling van het Programma recreatie en toerisme en na de verloop van een subsidietermijn eind 2023 (Verkoop deel passantenhaven en Havenkwartier Balk).

Vraag raadslid
Op 3 november jl. ontvingen wij via de griffie schriftelijke vragen over besluit ‘vooraankondiging bestuurlijke dwangmaatregelen over tweede woning op perceel Jachtlustweg 2 in Wijckel’.

We hebben dit college besluit opgevraagd. Wij hebben nog vragen:

  1. Is er ook gekeken naar mogelijkheden voor bewoning wel toe te staan? Gezien in een groter context van grotere problemen op de woningmarkt voor onze eigen inwoners en asielzoekers en de opvang van vluchtelingen Oekraïne.
  2. Zijn deze onderstaande mogelijkheden ook onderzocht? Waarom is daar niet voor gekozen?
    Een kruimel vergunning voor een aantal jaren (maximaal 10 jaar) zou tot de mogelijkheden behoren. Dan wel goed beargumenteerd. Daardoor ontstaat er geen precedentwerking en ook naar in het in het verleden gegeven vergunningen geeft dit geen problemen.

    Antwoord namens college
    Een belangrijk onderdeel van een handhavingprocedure is een legalisatieonderzoek over de geconstateerde overtreding. Wij hebben dus bekeken of wij het behoud van de ‘oude’ woning alsnog konden toestaan. In deze handhavingszaak beoordelen wij dat wij geen gronden zien om de strijdige situatie te legaliseren. Wij kunnen dus geen planologische medewerking verlenen aan deze strijdige situatie vanwege de hierna beschreven argumenten.

    Het was voor het verlenen van de omgevingsvergunning voor de bouw van de nieuwe woning een belangrijke voorwaarde dat de oude woning werd gesloopt. De sloop van de oude woning was ook een belangrijke eis om mee te werken aan een afwijking van het bestemmingsplan. Deze afwijking zag toe op de situering van nieuwe de woning op een meer centrale locatie op het perceel. Zou de woning niet worden gesloopt, dan hadden wij geen medewerking kunnen verlenen aan deze afwijking van het bestemmingsplan.

    Daarnaast is het een harde lijn/vereiste dat wanneer sprake is van vervanging de bestaande woning wordt gesloopt. Hierover zijn dan ook afspraken gemaakt met de overtreder. Ook de buren gaven bij de gemeente aan dat zij bewust geen bezwaar hadden aangetekend omdat de oude woning zou worden gesloopt. Dit op grond van de verleende omgevingsvergunning. De huidige situatie zorgt dan ook voor een rechtsonzekere situatie voor de buurt, zij mogen namelijk uitgaan van de (onherroepelijk) verleende omgevingsvergunning.

Vraag raadslid:

Op 10 oktober jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.
Wij hebben kennis genomen van een voorgenomen besluit over uitbreiding van de fabriek in Sloten en het samenvoegen van verschillende bestemmingsplannen. Wel nu;

Wij zijn verbaasd over het feit dat de stad en zeker Plaatselijk Belang Sloten niet proactief is betrokken/geïnformeerd over de plannen. Bij uitstek is de fabriek in Sloten een punt van aandacht waar snel onrust over kan ontstaan.

Wij vragen ons dus af, waarom er voor is gekozen om hem niet te informeren, juist omdat de Slotenaren allen het belang van de werkgelegenheid koesteren en zoals ze bij ons bekendstaan in openstaan om in gezamenlijkheid tot oplossingen te komen.

Daarnaast inhoudelijk over het voorstel, de weg die is ingeslagen om bestemmingsplannen samen te voegen. Kan ons inziens alleen als er geen inhoudelijke wijzigingen worden doorgevoerd met de samenvoeging van bestemmingsplannen.

Maar uit ons eigen onderzoek blijkt dat, o.a.
Geluidsnormen
Afvalwater/lozingswater
En verkeersintensiteit toenemen.
Waarbij ook duidelijk in het stuk staat dat geluidsnormen op dit moment al worden overschreden.

Onze vragen zijn dan ook,

  1. Waarom wordt dit besluit (gezien de inhoudelijke wijziging t.o.v. de huidige situatie) niet voorgelegd aan de raad.

    Antwoord namens college
    De aanpassingen waarvoor de fabriek vergunning vraagt, voldoen aan het bestemmingsplan. Er is sprake van planologisch toegestaan gebruik. Vergunningaanvragen (die bij het college worden ingediend en waarvoor het college bevoegd gezag is) voor planologisch toegestaan gebruik, worden niet voorgelegd aan de raad. Immers de raad heeft al bepaald dat dit gebruik is toegestaan.

Vraag raadslid:
Op 14 september jl. ontvingen wij via de griffie de volgende vragen.

(A) Onlangs werd mij bekend dat de beleidsregels bijzondere bijstand per 1 oktober van dit jaar zullen wijzigen en waarschijnlijk eigen bijdragen CAK niet meer voor bijzondere bijstand in aanmerking komen.
(1) Welke andere wijzigingen die ten koste van inwoners met lage inkomens en buitengewone uitgaven gaan zullen er worden doorgevoerd?

Antwoord namens college
Inwoners met een laag inkomen en vermogen komen in aanmerking voor de Collectieve Ziektekosten verzekering Minima (verder CZM) de ‘’AV Frieso Compleet’’. Naast een aanvullende zorgverzekering op de basisverzekering geven wij minima extra dekking voor zorgkosten in het gemeentepakket. Binnen deze dekking zit ook de eigen bijdrage CAK waarnaar u verwijst. Inwoners kunnen dus nog steeds hun eigen bijdragen vergoed krijgen via de bijzondere bijstand. Voor een volledig overzicht verwijzen wij u naar bijlage 1. Omdat hier sprake is van bovenwettelijk begunstigend beleid, komen alle inwoners met een laag inkomen en vermogen, ook de inwoners die niet nemen aan de CZM, voor deze vergoedingen in aanmerking.

(2) Bent u dan niet met mij van mening dat juist in deze tijd van toenemende armoede door gigantische prijsstijgingen er geen versobering van bijzondere bijstand mag plaatsvinden?

Antwoord namens college
Ja, wij delen uw opvatting. Wij zijn van mening dat er niet sprake is van een versobering van bijzondere bijstand. Integendeel, in de nieuwe beleidsregels is juist sprake van verruiming van de vergoedingen. Bijvoorbeeld: bijzondere bijstand aan inwoners die in een instelling wonen, tandartskosten, verblijf in een hospice, behandelingen fysiotherapie, aanschaf pruiken en gehoortoestellen.

(3) Bent u bereid om de nieuwe beleidsregels bijzondere bijstand uit te stellen ten einde de Gemeenteraad er kennis van te laten nemen opdat deze erover kan oordelen?

Antwoord namens college
De raad heeft in zijn vergadering van december 2020 het beleid ‘’Armoede en schulddienstverlening, van preventie tot nazorg’’ vastgesteld.

Tijdens de begrotingsvergadering heeft de raad ook de additionele middelen beschikbaar gesteld. Onderdeel van dit nieuwe beleid is bijzondere bijstand. Inwoners kunnen voor bijzondere bijstand in aanmerking komen als zij onverwacht hoge kosten hebben, die voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. Wij hebben de uitgangspunten van uw raad vervolgens vertaald in beleidsregels en nadere (uitvoerings)regels. Binnen het door uw raad beschikbaar gestelde budget en de beleidsregels hebben wij voldoende ruimte en financiële mogelijkheden om inwoners in deze bijzondere tijden te ondersteunen en maatwerk te leveren. Wij laten inwoners niet in de kou staan en willen voorkomen dat huishoudens in armoede leven of problematische schulden maken. Via de reguliere planning en control cyclus wordt uw raad hierover door ons geïnformeerd.

(B) Ook in onze gemeente bevinden zich zorginstellingen – zoals zorgboerderijen – waar thuiswonende patiënten opgenomen kunnen worden. Zeker ook belangrijke instellingen om de thuiswonende mantelzorger enigszins te ontlasten. De kosten kunnen via de WMO betaald worden met een verschuldigde eigen bijdrage voor de patiënt. Voor de dagen van verblijf worden door deze zorginstellingen verschillende bedragen voor eten en drinken gevraagd.

(1) Zijn deze instellingen verplicht voor eten en drinken nog een aparte eigen bijdrage te vragen?

Antwoord namens college
Nee. Bij respijtzorg is dit niet toegestaan. Dit is in de overeenkomst vastgelegd. In het tarief dat de gemeente hanteert is een component voor voedingskosten meegenomen van € 7,64 per dag (peil 2022). Bij dagbesteding mag de zorgaanbieder een redelijke vergoeding vragen, die gelijk staat aan het bedrag dat de inwoner thuis aan kosten voor een maaltijd uitspaart.

(2) Bent u met mij van mening dat deze bedragen – die ver uitsteken boven het thuis bespaarde – per maand behoorlijk op kunnen lopen en voor mensen met lage inkomens zeer bezwaarlijk kunnen zijn?

Antwoord namens college
Hierover bestaan afspraken waarmee we voorkomen dat de inwoner voor extra kosten komt te staan. Een zorgaanbieder van dagbesteding mag een, al dan niet vrijwillige bijdrage aan de inwoner vragen voor een maaltijd. Deze hoort afgestemd te zijn op de gemiddelde kosten van een maaltijd volgens het Nibud of het Voedingscentrum. Een bedrag van rond € 3,50 – € 4,00 per dag is toegestaan.

(3) Zo ja, bent u dan ook met mij van mening dat dit een drempel opwerpt om van noodzakelijke zorg gebruik te maken?

Antwoord namens college
Ja. Indien een aanbieder meer vraagt dan is toegestaan dan kan dit een extra drempel voor de inwoner zijn om gebruik te maken van deze noodzakelijke voorziening. Indien dit voorkomt dan handelt de zorgaanbieder in strijd met de overeenkomst en afspraken, zoals hiervoor aangegeven.

(4) Wilt u, om dat te voorkomen, , bekijken in hoeverre de Gemeente – in samenspraak met bedoelde zorginstellingen – hierin een positieve rol kan spelen?

Antwoord namens college
Als we dergelijke signalen ontvangen dan zullen we de betreffende aanbieder hierop aanspreken en wijzen op de overeenkomst en de geldende afspraken. De uitkomst zal dan zijn dat de bijdrage voor voedingskosten bijgesteld wordt tot een aanvaardbare bijdrage.

Datum: 28 september 2022
Naam raadslid: Esther de Vrij, Janneke vd Werf-Vaatstra
Partij: VVD & Kleurrijk Fryske Marren
Onderwerp: Lemmer
Zaaknummer: Z.720044

Vraag raadslid:
Op 14 september jl. ontvingen wij via de griffie de navolgende vragen.
Er spelen diverse zaken op De Lemmer. Door ze losstaand van elkaar en niet integraal te behandelen missen we koppelkansen en creëren we mogelijk weer nieuwe problemen in het kader van de leefbaarheid voor nu of in de toekomst. Graag leggen we u daarom onderstaande vragen voor.
De bestemmingsplannen zijn verouderd en de nieuwe omgevingswet komt eraan. Is het college voornemens om actief grondbeleid te gaan voeren in Lemmer?

Antwoord namens college
Op 27 november 2019 is de Nota Grondbeleid 2020 – 2024 door de raad vastgesteld. Hierin is opgenomen dat gemeente De Fryske Marren de komende jaren kiest voor een situationeel grondbeleid. Dit houdt in dat per ontwikkellocatie wordt gezocht naar de gewenste vorm van grondbeleid: actief, facilitair of een tussenvorm (samenwerking). Verder is in de Nota Grondbeleid opgenomen dat de invoering van de Omgevingswet gevolgen heeft voor het grondbeleid en de mogelijkheid bestaat dat dit leidt tot een tussentijdse herziening van de Nota Grondbeleid. Als de Omgevingswet daadwerkelijk wordt ingevoerd op 1 januari 2023 zal dit leiden tot een tussentijdse herziening van de Nota Grondbeleid.

Onderwijs
Wat is de huidige stand van zaken planvorming (voorbereidingskrediet) nieuwbouw Zuyderzeelyceum locatie PAC? Welke rol heeft de gemeente in dit proces? Graag een toelichting welke rol de gemeente kan nemen/ voornemens is om dit soort processen verder te brengen.

Antwoord namens college
Het schoolbestuur (VariO Onderwijsgroep) heeft het “Definitief Ontwerp” afgerond en is gestart met het besluitvormingsproces van het bouwplan en de begroting. Na akkoord hierop start het schoolbestuur met de voorbereiding voor een Europese aanbesteding voor selectie van de aannemers.

De gemeente stelt vanuit haar wettelijke zorgplicht onderwijshuisvesting het investeringsbedrag beschikbaar voor de nieuwbouw. In de situatie van Zuyderzee Lyceum is het schoolbestuur zogenoemd ‘bouwheer’ en is zelf verantwoordelijk voor de voorbereiding en realisatie van de nieuwbouw. De gemeente heeft hierbij een toetsende rol op een aantal onderdelen, waaronder het bouwplan en de begroting. Hiernaast zien we toe op een juiste toepassing van de aanbestedingsprocedure volgens het gemeentelijk aanbestedingsbeleid. Na akkoord op het aanbestedingsresultaat geeft het schoolbestuur groen licht om de opdracht te gunnen aan de aannemers.Een andere rol van de gemeente richt zich op de aanpassing van het bestemmingsplan en het afgeven van de omgevingsvergunning. Daar komt nog bij dat de gemeente de grond voor de nieuwbouw verwerft en deze bouwrijp maakt.

Van wie is de locatie (grond )en het schoolgebouw van de huidige locatie van het Zuyderzeelyceum aan de Riensingel. Met de huidige bestemming in gedachten: voor welke doeleinden is deze locatie(tijdelijk) geschikt (te maken)?

Antwoord namens college
Op grond van de onderwijswetgeving is het schoolbestuur juridisch eigenaar van de grond en het schoolgebouw. Nadat de onderwijsactiviteiten op deze locatie stoppen valt het gebouw, op grond van diezelfde onderwijswet, om niet terug aan de gemeente.
De vrijkomende locatie kan op verschillende wijzen worden ingevuld. Op dit moment is nog geen concrete herontwikkeling van de locatie in beeld; daar zal nog nadere studie naar gedaan moeten worden. Het oude gebouw is niet meer in goede staat. Of het oude gebouw toekomstwaarde heeft zal ook nog nader moeten worden onderzocht, maar de verwachting is dat er hoge kosten gemoeid zullen zijn met het in stand houden van het oude gebouw.

Zijn er planologische ideeën bij de gemeente voor de huidige locatie aan de Riensingel indien Zuyderzeelyceum in de toekomst een nieuwe school op een andere locatie krijgt. Zo, ja in welke fase bevinden deze ideeën zich? Zo, nee waarom denkt de gemeente hier niet over na.

Antwoord namens college
Nee, er zijn nog geen concrete planologische ideeën/voorstellen in onderzoek. Stedenbouwkundig betreft het wel een belangrijke locatie omdat in Lemmer verschillende ruimtelijke thema’s nog een goed vervolg moet gaan krijgen. We willen dit dan ook in het grotere geheel bekijken en beoordelen.

Over een locatie, vormgeving etc. worden hier ook inwoners bij betrokken, is dit voor de Lemsters ergens te volgen? Lyceum kent ook nog een zijtak, Tienerschool Lemmer maakt hier ook gebruik van lokalen en leerkrachten, worden zij ook betrokken?

Antwoord namens college
Het schoolbestuur is bouwheer en hiermee primair verantwoordelijk voor het betrekken van de leerkrachten, leerlingen, ouders en de Tienerschool bij hun nieuwbouwplannen. De inloopbijeenkomst heeft plaatsgevonden op 21 september jl. De gemeente was deze avond ook vertegenwoordigd. Tot slot komt het voorontwerpbestemmingsplan binnenkort voor inspraak ter inzage te liggen.

Eén nieuwe voetbalvereniging Inleiding: De gemeenteraad is op de hoogte van het voornemen van twee voetbalverenigingen in Lemmer om samen een nieuwe voetbalvereniging te gaan vormen voor zo’n 1000 leden. Iets om als gemeente De Fryske Marren trots op te zijn. Belangrijk onderdeel om de leden van beide verenigingen om instemming te vragen, zijn velden (kunstgras) en duurzame accommodatie kantine/ kleedkamers ) parkeervoorzieningen, op 1 locatie. De betrokken verenigingen willen tempo maken. Dit vraagt om een gemeentelijke investering en betrokkenheid.

Is er bij het college een voornemen om bij de komende begrotingsbehandeling voor bovenstaand doel een bedrag op te nemen? Zo nee, waarom niet.

Antwoord namens college
Voor de fusie zijn voorbereidende stappen noodzakelijk, zoals behoeftebepaling, ontwerpen van een gezamenlijk te gebruiken sportpark, opstellen investeringsramingen en exploitatieramingen en de voorbereiding van een aanbesteding als er bijvoorbeeld kunstgrasvelden gerealiseerd gaan worden. Een
aanvraag voor een voorbereidingskrediet is in procedure gebracht. Op 7 november neemt uw raad hierover een besluit.

Deelt het college de mening (bij positief advies van de leden) dat de nieuwe vereniging over 1 complex met velden en accommodatie moet beschikken? En wil het college zich daarvoor inspannen? Zo nee waarom niet?

Antwoord namens college
We zijn constructief en betrokken in gesprek met de stuurgroep van beide verenigingen. Eén voetbalcomplex is een optie in de planvorming, waarvoor in de komende begroting financiële ruimte wordt gevraagd voor een onderzoek. Uw raad besluit hier 7 november over.

Er zijn verschillende werkgroepen samengesteld om deze fusie mogelijk te maken,( ruim 50 personen) daar heerst een groot enthousiasme, er is een kort tijdsbestek gepresenteerd, ambitieus ook, daar is men zich van bewust. Kan dit tijdspad, door korte lijnen, intensieve communicatie tussen gemeente en initiatiefnemers, zoveel mogelijk gevolgd worden? Zo nee, graag toelichting en alternatieve tijdplanning.

Antwoord namens college
De volgende stappen worden genomen:
• Rapportage onderzoek en ontwerp 1 complex.
• Aanmelding investeringsbijdrage en exploitatiebijdrage voor de perspectiefnota 2024.
• Besluitvorming begrotingsaanvraag.
• Ingeval positieve besluitvorming aanbesteding basisvoorzieningen voorbereiden.
• Realisering basisvoorzieningen.
• Ingebruikneming sportcomplex.
Uiteraard streven wij er naar om de tijdsplanning te halen maar vertraging is altijd mogelijk. Dit is afhankelijk van de omstandigheden. Zo kan vertraging optreden in de vergunningverlening maar ook het vastleggen van architect en aannemer kan vertraging opleveren. Ook kan de krapte op de arbeidsmarkt voor vertraging zorgen. Daar waar mogelijk zullen we hierop anticiperen.

Welke wethouder is contactwethouder voor de vereniging?

Antwoord namens college
Wethouder Barbara Gardeniers is contactwethouder voor de vereniging. Er is onlangs met een afvaardiging van de verenigingen een gesprek geweest.

Locatie voetbalvereniging/vrijgekomen velden
Overweegt het college indien er 1 voetbalvereniging ontstaat, deze vereniging een suggestie te doen voor een geheel nieuwe plek en accommodatie? Zo ja, waar zou dat dan kunnen zijn (opties) en welk tijdspad ligt dan voor alvorens realisatie mogelijk is. Graag een toelichting.

Deelt het college de mening dat het huidige CVVO terrein vooralsnog de meest voor de hand liggende locatie is voor de nieuwe voetbalvereniging? Zo nee waarom niet en waar dan wel? Zo ja, welke aandachtspunten zijn er dan en vragen om een oplossing/creativiteit?

Antwoord namens college
Dit is vooralsnog de meest voor de hand liggende locatie, waarbij beide clubs fuseren naar 1 complex. De keuze voor deze locatie komt vanuit de verenigingen zelf. Bijkomende is dat deze locatie de juiste bestemming heeft en in eigendom is van de gemeente. De uitkomst van het onderzoek zal hierin uiteraard meegewogen worden.

Indien het College het CVVO terrein niet als meest voor de hand liggend terrein ziet voor de nieuwe voetbalvereniging is er dan al nagedacht over andere planologische invullingen. Graag een toelichting.

Antwoord namens college
Zie eerder beantwoording.

Planologische ruimte school/sport
Indien het Zuyderzeelyceum eventueel naar locatie PAC zou gaan, in hoeverre kan er ruimtelijk/ planologisch een conflict ontstaan tussen school en sport, als er 1 voetbalvereniging komt op de locatie Straatweg. Voor nu en in de toekomst. Graag een toelichting.

Antwoord namens college
De op komst zijnde veranderingen binnen de organisaties van de voetbalverenigingen (en de daarmee samenhangende fusiekansen van clubs) is informatie die onlangs bekend is geworden. De effecten van een fusie tussen twee voetbalverenigingen is derhalve niet meegenomen bij het maken van afwegingen voor een nieuwe locatie voor het ZZL. Dit simpelweg omdat er geen zicht was op een fusie en de mogelijke ruimtelijke effecten die dat met zich mee kon brengen.

Planologische toekomstige invulling
Als 1 voetbalvereniging een feit wordt, wat voor ideeën en mogelijkheden zijn er voor de grond van het VV Lemmer terrein? Is planologisch woningbouw voor starters, knarrenhof, mogelijke huisvesting van school in parkomgeving, met turn/ gymnastiekzaal mogelijk ? Graag een toelichting.

Antwoord namens college
Er zijn veel invullingen mogelijk. Hierbij moeten we wel in ogenschouw nemen dat het VEKA-terrein op dit moment een aanmerkelijke hindercirkel heeft waarbinnen lang niet alles mogelijk is. De voetbalvelden vallen (deels) binnen deze hindercirkel.
Bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid
Inleiding: Veiligheid, bereikbaarheid en toegankelijkheid en doorstroming zijn altijd belangrijk voor eigen inwoners, maar zeker ook voor Lemmer als toeristische kern en toegangspoort van Friesland.

De Straatweg in Lemmer, waar al meerdere malen aandacht voor gevraagd is, vanaf de rondweg zowel richting het centrum als richting de woonwijk, bedrijventerrein, sportvelden zijn een aandachtspunt. De gaten, gleuven, uitstekende putdeksels, scheuren in het wegdek Zeker tijdens “spits” momenten, scholieren onderweg naar Lyceum en ouders met kinderen onderweg naar de Arke. Of bij trainingstijden/wedstrijden van voetbal/hockey etc, maken wij ons zorgen om de veiligheid. Ook vragen wij aandacht voor de verkeerssituatie rondom Zeedijk, Polle, Sluisweg, Riensluis mede in relatie tot ontwikkelingsplannen in het gehele gebied.

Richting het centrum, lijkt de Straatweg in verval en staat een parkeerplaats vol met bouwmateriaal, wanneer gaan de werkzaamheden weer van start, hoe is de communicatie met omwonenden, wanneer is het klaar? Is er een concreet tijdspad en is er een mogelijkheid voor versnelling?

Antwoord namens college
De werkzaamheden aan de Straatweg in de richting van het centrum zijn stilgelegd vanwege de aanwezigheid van broedende roeken. Er is een ontheffing van de Wet natuurbescherming aangevraagd. Deze is onder voorwaarden ook verleend. We kunnen de (verlaten) nesten op zijn vroegst eind september beginnen te verwijderen, mits er geen bezwaar wordt aangetekend en er inderdaad geen roeken meer aanwezig zijn. Daarna kunnen de bomen worden gekapt en kan het werk hervat worden. De aannemer informeert bij het hervatten van de werkzaamheden de aanwonenden. We zetten de planning dan ook op de gemeentelijke site en maken het via de social media kenbaar.

De Straatweg richting Melkweg en bedrijventerrein. Hier blijft uitbreiding plaatsvinden en vele diverse soorten van verkeersbewegingen. Welke visie is er op uitbreiding in samenhang met verkeersveiligheid,
bereikbaarheid, toegankelijkheid en doorstroming voor bewoners en bedrijfsleven. Graag een toelichting.

Antwoord namens college
Voor de Straatweg noord richting Melkweg is in juli 2020 een definitief ontwerp vastgesteld. Dit plan is destijds samen met bewoners, politie en veilig verkeer Nederland tot stand gekomen Wij streven ernaar dit in het voorjaar van 2023 uit te voeren nadat het deel van de Straatweg richting het centrum is afgerond. Bij de plannen is destijds al rekening gehouden met de toen al bestemde bedrijvigheid en de veiligheid. De veiligheid wordt bijvoorbeeld sterk verbeterd door aanpassing van de kruisingen en een breed doorgaand fietspad.

Riensingel/Zeedijk/Polle/Sluisweg/buma gemaal vraagt ook aandacht op meerdere fronten. Er is een lastige verkeerssituatie op de kruising bij Riensingel, Zeedijk. Op deze wegen is er ook veel vrachtverkeer en landbouwverkeer. Daar komt nog bij dat er +/- 130 wooneenheden bijkomen locatie Zeedijk (o.a. nieuwbouw Lemmer kade) met verkeersbewegingen o.a. ook van en naar de supermarkt. Daarnaast zijn er ook nog bewegingen over het water te verwachten bij het plangebied van de 130 wooneenheden, staan ook jachthavenplaatsen geschetst. Dat brengt ons op de volgende vragen:
Indien ooit in de toekomst de Lemster Rien open zou gaan, kan deze dan ingetekend worden in het plangebied, zodat die in ieder geval in beeld is.

Antwoord namens college
Als een definitief ontwerp voorhanden is kan dit ingetekend worden.

Kan er een schets komen op ware schaal, ligplaatsen Lemmer Kade (afmetingen), met intekening vrachtschepen/platbodems locatie Polderdijk.

Antwoord namens college
Als het noodzakelijk en nuttig wordt geacht is het uiteraard mogelijk een dergelijke schets te maken. Wij nemen aan dat de vraag om “een schets op ware schaal” een verschrijving is, maar dat wordt gedoeld op “een schets op schaal”.
De berekening van de Lemster Rien sluis is gebaseerd op 1x per dag open en 1x per dag dicht. Indien er woningen aan het water komen (plangebied ongeveer 130 wooneenheden o.a. Lemster Kade) en de sluis en brug gaan vaker open. Is daar een visie op en is er over nagedacht? 1)Voor wie zijn dan de onderhoudskosten van de sluis. 2) blijft het huidig gebruik en beleid ligplaatsenverhuur aan de kant Polderdijk mogelijk (alleen index) en sluiswachter komt altijd op afroep. 3) indien de brug wel vaker opengaat, wat zijn dan de consequenties voor de doorstroming, verkeersveiligheid en o.a. de bereikbaarheid van het centrum van Lemmer (Vissersburen/Polle) en van en naar de wijk Lemstervaart.

Antwoord namens college
Wij hebben in de anterieure- c.q. ontwikkelovereenkomst met de ontwikkelaar van het gebied De Polle een aantal passages opgenomen over de huidige openingstijden van de Riensluis en Riensluisbrug. Daarbij hebben wij expliciet vermeld dat in het geval de openingstijden van beide kunstwerken moeten worden verruimd, de daarmee gepaarde gaande (extra) kosten voor rekening van de ontwikkelaar komen.

Met 130 wooneenheden aan de Zeedijk komen er meer verkeer-, en auto bewegingen. Heeft het college dit in beeld en vooraf over nagedacht? Vraagt dit nog verkeerstechnische investeringen en planvorming? Graag een toelichting en de huidige stand van zaken.

Antwoord namens college
De ontwikkeling van De Polle is een uitwerking van de huidige (reeds bestaande) planologische mogelijkheden. Op basis van de huidige vigerende bestemmingen is in het gebied woningbouw en een bedrijfsfunctie mogelijk/toegestaan. De beoogde herontwikkeling van De Polle ligt daarmee in lijn met de bestaande gebruiksmogelijkheden en daaraan gerelateerde verkeersbewegingen. Met het oog op verschillende toekomstige ontwikkelingen in de woonkern Lemmer, hechten wij belang aan het op termijn opstellen van een goede bereikbaarheidvisie voor het dorp.

Communicatie in wikselwurk met inwoners.
De Lemmer, beschikt niet over een plaatselijk belang. Al met al zijn er nogal wat zaken die aandacht vragen. Communicatie met onze inwoners, in wikselwurk met raad en college, hoe ziet het college dit voor zich (toegespitst op bovenstaande?). Graag een toelichting. De VVD is voornemens om inloopavonden te organiseren, maar pakt het graag in gezamenlijkheid op.

Antwoord namens college
Wij hechten veel belang aan het actief betrekken van onze inwoners bij de verdere ontwikkeling van hun straat, wijk, dorp of stad. Dit geldt dus ook voor de inwoners van Lemmer. Bij alle ontwikkelingen betrekken we de inwoners op verschillende manieren, bijvoorbeeld via (social) media of door middel van direct contact tijdens inloop- en informatieavonden.